1/17
Flashcards om de belangrijkste concepten van neurotransmitters en ionenkanalen te leren.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Voltage gated ion channels
Reageren op potentiaalverschillen.
Ligand gated ion channels
Reageren op binding van een ligand.
Voltage Gated Na+ Channels
Zeer selectief voor Na+ met een hoge flux rate en blijven slechts een korte periode open. Wanneer het kanaal sluit, blijft het inactief voor een relatief lange periode.
Transmembranaire domeinen
Elk domein bevat 6 transmembranaire helices, waarvan helix 4 de voltage sensor is en helix 6 de activation gate. Het segment tussen helices 5 en 6 is het selectiviteitsfilter.
Inactivation gate
Het segment dat domein III en IV verbindt en het ionkanaal kan terug afsluiten.
Voltage sensoren
Worden gevormd door aminozuren met positief geladen zijketens en worden aangetrokken door de negatieve binnenkant van de celmembraan.
Depolarisatie
De voltage sensoren worden niet meer aangetrokken naar de binnenkant van de cel, waardoor ze omhoog schieten en Na+ binnen gelaten wordt.
Inactivation gate werking
Het groene stukje, de inactivation gate, wordt aangetrokken tot een geopend kanaal en sluit als een prop de onderkant van het kanaal af.
Refractaire periode
Het kanaal is nog open, maar er zit een stop op en het is nog niet instaat om terug te openen.
Acetylcholinereceptor
Een ligand gated ion channel waarbij acetylcholine het ligand is.
Amfipatische helix
Een helix met een hydrofiel en hydrofoob stuk door de rangschikking van aminozuren.
M2 helices
Roteren wanneer acetylcholine bindt, waardoor de hydrofobe stukken wegdraaien en de hydrofiele stukken aan de binnenkant van het kanaal komen te zitten.
Choline acetyltransferase
Het enzym dat acetyl-CoA en choline omzet naar acetylcholine.
Acetylcholinesterase
Verantwoordelijk voor het afbreken van de neurotransmitter acetylcholine in de synaptische spleet.
Acetylcholinesterase-inhibitoren
Insecticiden die ervoor zorgen dat insecten acetylcholine niet meer kunnen afbreken, wat leidt tot overprikkeling van het zenuwstelsel.
Catecholamines
Derivaten van thyrosine.
Synthesevolgorde catecholamines
Fenylalanine -> Tyrosine -> L-Dopa -> Dopamine -> Noradrenaline -> Adrenaline
Dopamine en de bloed-hersenbarrière
Dopamine kan de bloed-hersenbarrière niet doordringen, L-Dopa kan dit wel.