Frans woordenschat (C-E)

Dico de Base

verbergen; verstoppen

cacher

geschenk

cadeau (m)

lijst; kaderlid

cadre (m)

café; koffie

café (m)

kooi

cage (f)

schrift

cahier (m)

kassa

caisse (f)

kassier

caissier (m)

kassierster

caissière (f)

som; berekening

calcul (m)

(be)rekenen

calculer

rustig

calme

kalmeren

calmer

vriend; vriendin

camarade

vrachtwagen

camion (m)

campagne; platteland

campagne (f)

camping

camping (m)

kanaal

canal (m)

kanker

cancer (m)

in staat (tot); bewkaam (om)

capable (d)

capaciteit

capacité (f)

hoofdstad

capitale (f)

want

car

karakter

caractrère (m)

kenmerk

caractéristique (f)

wortel

carotte (f)

vierkant

carré(e)

kaart

carte (f)

geval

cas (m)

breken

casser

categorie

catégorie (f)

ramp

catastrophe (f)

oorzaak

cause (f)

veroorzaken

causer

kelder

cave (f)

die; deze; dat; dit

ce-cet-cette

riem

ceinture (f)

beroemd

célèbre

honderd

cent

honderdtal

centaine (f)

zeker en vast

certainement

centimeter

centimètre (m)

centraal

central(e)

centrum

centre (m)

cirkel

cercle (m)

zeker

certain(e)

certificaat; attest

certificat (m)

stoppen; ophouden

cesser

elkeen; eenieder

chacun(e)

ketting; keten

chaîne (f)

stoel

chaise (f)

warmte; hitte

chaleur (f)

kamer

chambre (f)

veld

champ (m)

kampioen(e)

champion(ne)

paddestoel

champignon (m)

geluk; kans

chance (f)

verandering

changement (m)

veranderen

changer

lied

chanson (f)

zingen

chanter

hoed

chapeau (m)

hoofdstuk

chapitre (m)

elk; ieder

chaque

laden; belasten

charger

charmant; lieflijk

charmant(e)

charme

charme (m)

jacht

chasse (f)

jagen

chasser

kat

chat (m)

kasteel

château (m)

warm

chaud(e)

verwarming

chauffauge

verwarmen

chauffer

bestuurder

chauffeur (m)

sok; kous

chaussette (f)

schoen

chaussure (f)

baas

chef (m)

weg

chemin (m)

spoorweg

chemin de fer (m)

hemd

chemise (f)

duur

cher-chère

zoeken

chercher

paard

cheval (m)

haar

cheveu (m)

bij

chez

chic; elegant

chic

hond

chien (m)

cijfer

chiffre (m)

schok

choc (m)

chocolade

chocolat (m)

kiezen

choisir

keuze

choix (m)

ding; zaak

chose (f)

val

chute (f)

hier

-ci

hieronder

ci-dessous

hierboven

ci-dessur

hemel

ciel (m)

bergraafplaats; kerkhof

cimetière (m)