1/64
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
verhuizen
déménager
de moedertaal
la langue maternelle
de buitenlandse taal
la langue étrangère
het begrip
la compréhension
het buitenland
l'étranger (m)
slagen in het leven
réussir dans la vie
het eindexamen
le bac
vloeiend spreken
parler couramment
de communicatie
la communication
leren
apprendre
wereld
mondial
internationaal
international
Europees
européen, européenne
de uitwisseling
l'échange (m)
het beroep
la profession
het profiel
la filière
kiezen
choisir
Franstalig
francophone
de nationaliteit
la nationalité
de studie
les études (f pl)
studeren
étudier
de opleiding
la formation
de onderneming
l'entreprise (f)
de economie
l'économie (f)
de handel
le commerce
de droom
le rêve
vervolgens
puis
de kans
l'opportunité (f)
buitenlands
étranger, étrangère
ik mis hem/haar
il / elle me manque
ver
loin
het gastgezin
la famille d'accueil
vrienden maken
se faire des amis
zich redden
se débrouiller
steeds beter
de mieux en meiux
eerlijk gezegd
honnêtement
het rooster
l'emploi du temps (m)
vol, druk
chargé
één keer in de twee weken
tous les quinze jours
omdat (aan het begin van een zin)
comme
de kosten
les frais (m pl)
het onderkomen
l'hébergement (m)
de toekomst
l'avenir (m)
voldoende
suffisant
het doorzettingsvermogen
la persévérance
het woord voeren
prendre la parole
welkom
bienvenue
spellen
épeler
het paspoort
le passeport
de creditcard
la carte de crédit
zich bevinden
se trouver
de sleutel
la clé
de lift
l'ascenseur (m)
aan het eind van
au fond de
de gang
le couloir
compleet
complètement
serveren
servir
het verblijf
le séjour
een jaar geleden
il y a un an
openen
ouvrir
vergelijken
comparer
zeker
certainement
de pauze
la récré, la récréation
in het begin
au début
alleen maar
seulement