-\> moraalfilosofische strekking waarbij wordt verondersteld dat de moraliteit wordt
bepaald door het karakter, door wie men is \=\> neiging om het goede te doen
- Grondlegger: Aristoteles
-\> Ethiek gaat niet over wat je moet doen, maar over wie je bent
-\> Hoofdvraag: wat betekent het om een goed persoon te zijn?
-\> Een goed persoon in wezen is deugdzaam, bevat een bepaald karakter
▪ Deugd (praktische): kwaliteiten die men bezit om goed persoon te zijn
\=\> gulden middenweg tussen twee extreme kanten; moed ligt tussen lafheid en roekeloosheid, vrijgevigheid tussen gierigheid en spilzucht, ...
\=\> vb. trouw, matigheid, moed, rechtvaardigheid, eenvoud, nederigheid, ...
▪ Karakter: neiging om op een bepaalde manier te handelen; zorgt voorgewoontevorming
\=\> deugd wordt eigen gemaakt aan de hand van karakter