1/60
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Balzak
Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen
Bijballen
Tijdelijke opslag voor zaadcellen
Eikel
Top van de penis; gevoelig voor prikkels
Penis
Uitwendig geslachtsorgaan van de man
Prostaat
Orgaan dat vocht toevoegt aan de zaadcellen
Teelballen (zaadballen)
Delen die zaadcellen produceren
Urinebuis
Transport van urine en sperma
Voorhuid
Huidplooi om de eikel
Zaadblaasjes
Organen die vocht toevoegen aan de zaadcellen
Zaadleiders
Transport van zaadcellen van bijbal naar prostaat
Zwellichamen
Delen die zich vullen met bloed en de penis in erectie brengen
Baarmoeder
Orgaan waarin zich het embryo ontwikkeld
Binnenste schaamlippen
Huidplooien die vocht (kunnen) aanmaken
Buitenste schaamlippen
Behaarde huidplooien
Clitoris
Geslachtsorgaan van de vrouw, bestaat uit zwellichamen (inwendig) en clitoriseikel (uitwendig)
Eierstok
Deel dat eicellen produceert
Eileider
Transport van eicellen van de eierstok naar de baarmoeder
Vagina(schede)
Tunnel tussen de baarmoeder en de vulva
Vulva
Uitwendige delen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel
Baarmoederslijmvlies
Binnenkant van de baarmoeder; de dikte verandert tijdens de cyclus
Mannelijke geslachtshormonen
Hormonen die in de teelballen worden gemaakt, zoals testosteron
Menstruatie
Deel van het baarmoederslijmvlies en bloed verlaten via de vagina van het lichaam
Menstruatiecyclus
Proces van ovulatie en menstruatie dat steeds opnieuw begint, duurt gemiddeld 28 dagen
Ovulatie(eisprong)
Een eicel komt vrij uit de eierstok
Primaire geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn
Secundaire geslachtshormonen
Geslachtskenmerken die ontstaan vanaf de puberteit
Vrouwelijke geslachtshormonen
Hormonen die in de eierstokken worden gemaakt, zoals oestrogeen
Bevruchting
Samensmelting van de kern van de eicel en de kern van de zaadcel
Eeneiige tweeling
Ontstaat uit een eicel en een zaadcel
Embryo
Het klompje cellen na de innesteling
Foetus
Het embryo vanaf de derde maand
Innesteling
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies
Navelstreng
Vervoert stoffen van en naar het embryo en placenta; bestaat uit weefsel van het embryo
Placenta(moederkoek)
Bestaat uit weefsels van het embryo en van de moeder; zorgt voor uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen
Twee-eiige tweeling
Ontstaat uit twee eicellen en twee zaadcellen
Vruchtvliezen
Soort zak waarin het vruchtwater en het embryo zitten
Vruchtwater
Beschermt tegen uitdroging, stoten en temperatuurwisseling
Indaling
Eerste fase van de bevalling: het hoofdje van de foetus zakt naar beneden
Nageboorte
De placenta, de resten van de navelstreng en de vruchtvliezen
Ontsluiting
Tweede fase van de bevalling: de baarmoederhals en de baarmoedermond worden wijder
Persweeën
Vierde fase van de bevalling: krachtige weeën waarbij ook de spieren van de buikwand samentrekken
Uitdrijving
Vijfde fase van de bevalling: de baby komt via de vagina naar buiten
Weeën
Derde fase van de bevalling: samentrekkingen van de baarmoederwand
AIDS
Veroorzaakt door HIV; genezing niet mogelijk
Candida
Schimmelinfectie in de vagina of aan de penis
Chlamydia
Meest voorkomende SOA met weinig klachten; zonder behandeling kans op onvruchtbaarheid
Condoom
Latex hoesje dat om de penis wordt gerold; een vrouwencondoom wordt in de vagina ingebracht
Gonorroe
Soa die zorgt voor vieze afscheiding uit vagina of penis; zonder behandeling kan op onvruchtbaarheid
Pessarium
Rubber koepeltje dat de baarmoedermond afdekt
Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)
Ziekten die je kunt krijgen door contact met penis, vagina, anus en mond van een besmet persoon
Spiraaltje
Wordt in de baarmoeder ingebracht, voorkomt ovulatie (hormoonspiraaltje) of innesteling (koperspiraaltje)
Sterilisatie
Blijvende ingreep waarbij de zaadleiders (bij de man) of eileiders (bij de vrouw) worden onderbroken
Syfilis
Zweertjes rondom de vagina, penis of anus
Voorbehoedsmiddelen
Middelen die zwangerschap voorkomen; een condoom beschermt ook tegen soa’s
Drager
Iemand met de informatie voor een ziekte op een chromosoom maar zelf niet ziek
Echoscopie
Zichtbaar maken van embryo op een scherm met behulp van geluidsgolven
Genetisch advies
Advies na onderzoek naar erfelijke afwijkingen
Prenataal onderzoek
Onderzoek naar afwijkingen bij een ongeboren kind
Vlokkentest
Onderzoek naar cellen met chromosomen die afkomstig zijn uit de placenta
Vruchtwaterpunctie
Onderzoek naar cellen met chromosomen die afkomstig zijn uit het vruchtwater
Anticonceptiepil (De pil)
Door de pil kan er geen eicel rijpen