Taal tussen Natuur en Cultuur - termen 1.1.

studied byStudied by 9 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

Natuurlijke taal

1 / 26

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Termen academiejaar 2022-2023

Language

27 Terms

1

Natuurlijke taal

Natuurlijke taal is een taal die zich spontaan ontwikkelt bij iedere mens na zijn geboorte, zonder dat er een bewuste beslissing wordt genomen om taal aan te leren en zonder formele taalinstructie, op school of elders. Ze wordt gebruikt in een bepaalde gemeenschap voor algemene communicatiedoeleinden. Ze heeft een lange traditie, Is niet bewust door mensen gecreëerd en het precieze ontstaansmoment is moeilijk te bepalen.

New cards
2

Syllabisch schrift

Een schrift waarbij tekens corresponderen met de lettergrepen (bv. Cherokee)

New cards
3

Logografisch schrift

Een schrift waarbij tekens corresponderen met woorden of betekenissen (bv. Chinees of Spijkerschrift)

New cards
4

Alfabetisch schrift

Een schrift waarbij de tekens corresponderen aan bepaalde klanken, al geven ze niet alle klankvariaties weer. (bv. Nederlands, Engels, Duits, Spaans)

New cards
5

Spijkerschrift

Het eerste schriftsysteem (in Mesopotamië). Het is een logografisch schrift, dus ieder teken gaf een woord weer.

New cards
6

Homesign

Een systeem van gebaren dat wordt ontwikkeld door dove kinderen van horende ouders, die hun kinderen geen conventionele gebarentaal aanleren. (Die kinderen kunnen zelf ook geen gesproken taal verwerven en ontwerpen dan een eigen gebarensysteem dat zelfs niet altijd gedeeld wordt met de andere (horende) leden van de familie. )

New cards
7

Vocaalauditief kanaal

Spreker brengt klanken(reeksen) voort (= vocaal) en de toehouder ontvangt deze klanken (=auditief)

New cards
8

Multimodaliteit van communicatie

Onze vocale communicatie wordt steeds begeleid door gebaren, bepaalde lichaamshoudingen en gezichtsuitdrukkingen. (dat ze dus m.a.w. verschillende uitdrukkingswijzen tegelijk gebruikt en dus ook langs verschillende kanalen tegelijk gebeurt)

New cards
9

Verwijzing

Wanneer men zegt dat taalvormen een semantische waarde hebben, bedoelt men dat ze een betekenis hebben waardoor ze o.a. kunnen worden gebruikt om naar levende wezens, objecten, gebeurtenissen of acties buiten de taal te verwijzen.

De verwijzing of referent is het element in de wereld of buiten de taal waar het woord naar verwijst.

New cards
10

Referentie

De verwijzing of referent is het element in de wereld of buiten de taal waar het woord naar verwijst.

New cards
11

Denotatie

De klasse van alle elementen in de wereld waar een woord naar kan verwijzen

New cards
12

Willekeurigheid van taaltekens

Er bestaat geen gemotiveerd verband tussen het taalteken en datgene waar het naar verwijst.

New cards
13

Onomatopee

Klanknabootsing (bv. Kwaken)

New cards
14

Paralinguïstische signalen

signalen die te maken hebben met de manier waarop woorden worden uitgesproken zoals klemtoon, snelheid en intonatie.

New cards
15

iconiciteit

een gelijkenis zien tussen de vorm van een (taal)teken en datgene waarvoor het staat.

New cards
16

dubbele articulatie (of duality)

Menselijke taal bestaat uit 2 niveaus:

  1. De klanken (fonemen) waaruit onze taal is samengesteld, die op zich geen betekenis hebben

  2. De betekenisvolle eenheden (morfemen) die eruit kunnen worden opgebouwd (niet noodzakelijk woorden! ook woorddelen bv. Windmolen, voor-lopen…°

New cards
17

foneem

Dergelijke klanken zijn betekenisonderscheidend en zijn daarom relevant voor de taal, hebben geen betekenis op zich.

New cards
18

Fonetiek

Het bestuderen hoe we klanken produceren met onze spraakorganen. De wetenschap die de fysische en fysiologische eigenschappen van de klanken die wij uitspreken beschrijft

New cards
19

fonologie

Het bestuderen van klanken en fonemen voor zover ze linguïstisch relevant zijn.

New cards
20

morfeem

Fonemen worden op hun beurt gecombineerd tot morfemen. Deze term wordt in de taalkunde gebruikt om te verwijzen naar de kleinste eenheid van vorm en betekenis. Het zijn dus de kleinste vormen die in een taal betekenisdragend zijn.

New cards
21

morfologie

Tak van de taalkunde die de structuur en de vorming van woordvormen bestudeerd.

New cards
22

wolfskinderen

(= enfants sauvages) Kinderen die in hun jeugd geen contact hebben gehad met andere mensen en daarna hun taal niet meer in dezelfde mate kunnen aanleren als andere taalgebruikers.

New cards
23

kritische periode

De periode in hun jeugd waarin kinderen hun moedertaal best verwerven, anders kan de taalverwerving niet meer in dezelfde mate plaatsvinden.

New cards
24

beurtwisseling (= Turn-taking)

Verwijst naar de vaststelling dat de deelnemers aan een gesprek regels volgen die bepalen wanneer het hun beurt is om het woord te nemen. Deze regelgeleide beurtwisseling kan van cultuur tot cultuur verschillen is dus ook aangeleerd.

New cards
25

displacement

Het mogelijk zijn te spreken over gebeurtenissen en ervaringen die in tijd en ruimte ver van ons verwijderd zijn.

New cards
26

Discrete aard van de eenheden waaruit menselijke natuurlijke taal is opgebouwd

Menselijke taal heeft de mogelijkheid een foneem op verschillende manieren uit te spreken en nog steeds herkenbaar te zijn. (Bv. r-klank en k-klank: duidelijk te onderscheiden, dus discreet.)

New cards
27

principe van compositionaliteit

Zinnen bestaan uit eenheden (meestal woorden), waarvan we een betekenis kennen. Deze betekenis achterhalen we door deze woorden (die deel uitmaken van ons lexicon) met hun betekenissen te combineren in overeenstemming met de syntactische structuur van de zin.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 132 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 55 people
... ago
4.5(2)
note Note
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 30 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 37 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 16 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 23129 people
... ago
4.8(187)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (21)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (93)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (27)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (58)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (83)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (68)
studied byStudied by 29 people
... ago
5.0(2)
robot