Q2 Chap 1 Part1 v2 Cartes | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/99

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

de aankoop

l'achat

2
New cards

de aankopen

les achats

3
New cards

de verkoop

la vente

4
New cards

de verkopen

les ventes

5
New cards

btw inclusief

tva comprise

6
New cards

btw exclusief

tva non comprise

7
New cards

de bank

la banque

8
New cards

de bankier

le banquier

9
New cards

de bankgegevens

les données bancaires

10
New cards

bankieren, bankierde, heeft gebankierd

faire des transactions

11
New cards

de thuisbankieren

les opérations bancaires à domicile

12
New cards

de internetbankieren

les opérations bancaires en ligne

13
New cards

de bankkaart

la carte bancaire

14
New cards

de bankkaarten

les cartes bancaires

15
New cards

het bankkantoor

l'agence bancaire

16
New cards

de bankrekening

le compte bancaire

17
New cards

de bankrekeningen

les comptes bancaires

18
New cards

de bankzaken

les opérations bancaires

19
New cards

het bedrag

le montant

20
New cards

de bedragen

les montants

21
New cards

bedragen, bedroeg, heeft bedragen

s'élever à

22
New cards

de begunstigde

le bénéficiaire

23
New cards

de opdrachtgever

le donneur d'ordre

24
New cards

beheren, beheerde, heeft beheerd

gérer

25
New cards

omgaan met

gérer son argent

26
New cards

de belasting

l'impôt

27
New cards

de belastingen

les impôts

28
New cards

besparen, bespaarde, heeft bespaard

économiser, épargner

29
New cards

bestellen, bestelde, heeft besteld

commander

30
New cards

de bestelling

la commande

31
New cards

de bestellingen

les commandes

32
New cards

een bestelling plaatsen, plaatste, heeft geplaatst

passer une commande

33
New cards

de betaalapp

l'application de paiement

34
New cards

het betaalmiddel

le moyen de paiement

35
New cards

de betaalmiddelen

les moyens de paiement

36
New cards

de betaalwijze

le mode de paiement

37
New cards

de betaalwijzen

les modes de paiement

38
New cards

betalen, betaalde, heeft betaald

payer

39
New cards

Contant betalen

payer comptant

40
New cards

elektronisch betalen

payer électroniquement

41
New cards

de betaling

le paiement

42
New cards

de betalingen

les paiements

43
New cards

een betaling doen, deed, heeft gedaan

faire un paiement

44
New cards

de beurs

la bourse

45
New cards

de beurzen

les bourses

46
New cards

beveiligen, beveiligde, heeft beveiligd

sécuriser

47
New cards

het biljet

le billet de banque

48
New cards

de biljetten

les billets de banque

49
New cards

boodschappen doen

faire les courses

50
New cards

het budget

le budget

51
New cards

de code

le code secret

52
New cards

de pincode

le code secret

53
New cards

de pin code ingeven

taper son code secret

54
New cards

intoetsen

introduire code secret

55
New cards

consumeren, consumeerde, heeft geconsumeerd

consommer

56
New cards

verbruiken, verbruikte, heeft verbruikt

consommer

57
New cards

de consument

le consommateur

58
New cards

de consumenten

les consommateurs

59
New cards

de consumptie

la consommation

60
New cards

het energieverbruik

la consommation d'énergie

61
New cards

contant betalen, betaalde, heeft betaald

payer en liquide

62
New cards

dalen, daalde, is gedaald

diminuer

63
New cards

de daling

la diminution

64
New cards

de domiciliëring

la domiciliation

65
New cards

de doorlopende opdracht

l'ordre permanent

66
New cards

de e-commerce

le commerce en ligne

67
New cards

de economie

l'économie

68
New cards

de factuur

la facture

69
New cards

de facturen

les factures

70
New cards

het geld

l'argent

71
New cards

geld afhalen, haalde af, heeft afgehaald

retirer de l'argent

72
New cards

de geldautomaat

le distributeur de billets

73
New cards

de geldzaak

l'affaire d'argent

74
New cards

de geldzaken

les affaires financières

75
New cards

gemiddeld

en moyenne

76
New cards

goedkoop

bon marché

77
New cards

duur

cher

78
New cards

de handel

le commerce

79
New cards

de handelingen

les opérations

80
New cards

de onlinehandel

le commerce en ligne

81
New cards

de handelaar

le commerçant

82
New cards

de handelaren

les commerçants

83
New cards

de hoeveelheid

la quantité

84
New cards

de hoeveelheden

les quantités

85
New cards

het huishouden

le ménage

86
New cards

de huishoudens

les ménages

87
New cards

de impulsaankoop

l'achat impulsif

88
New cards

de impulsaankopen

les achats impulsifs

89
New cards

in het rood staan, stond, heeft gestaan

être en négatif

90
New cards

het inkomen

le revenu

91
New cards

de inkomens

les revenus

92
New cards

de inkoop

l'achat

93
New cards

de inkopen

les acquisitions

94
New cards

inkopen, kocht in, heeft ingekocht

s'approvisionner

95
New cards

inloggen, logde in, heeft ingelogd

se connecter

96
New cards

uitloggen, logde uit, heeft uitgelogd

se déconnecter

97
New cards

de intrest

l'intérêt

98
New cards

de investeerder

l'investisseur

99
New cards

de investeerders

les investisseurs

100
New cards

investeren, investeerde, heeft geïnvesteerd

investir, placer