TOE Week 7 - kwalitatief 1 en 2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/68

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

69 Terms

1
New cards

topicgids

biedt documentatie over te onderzoeken onderwerpen en dient als interview agenda, gids of geheugensteuntje

2
New cards

technieken die worden gebruikt voor focusgroepen

vignetten, kaartensortering, projectieve technieken

3
New cards

Vignetten

korte beschrijvingen van een situatie, persoon of gebeurtenis

4
New cards

kaartensortering

deelnemers krijgen schriftelijke of visuele voorbeelden van een probleem en worden gevraag deze te ordenen of te groeperen

5
New cards

Projectieve technieken

denk aan woordassociatie, voltooiingsoefeningen, constructieopdrachten expressieve methoden en keuzeordening

6
New cards

Content mining-vragen

hulpmiddelen die worden gebruikt om te onderzoeken wat de geinterviewde naar voren heeft gebracht via verschillende soorten content mapping vragen

7
New cards

Sondes

responsieve vragen die worden gesteld om meer te weten te komen over wat er is opgeworpen

8
New cards

Prompts

vragen die afkomstig zijn van de onderzoeker en niet rechtstreeks van wat de geinterviewde heeft gezegd

9
New cards

soorten prompts

amplificerende prompts

verkennende prompts

verhelderende prompts

10
New cards

amplificerende prompts

gebruikt om deelnemers aan te moedigen verder uit te werken

11
New cards

Verhelderende prompts

om termen te verduidelijken, om details en reeksen te verduidelijken en inconsistentie aan te pakken

12
New cards

Iteratief proces

In onderzoek volgen verschillende fasen elkaar op en moeten soms opnieuw worden doorlopen

13
New cards

onderzoeksproces

idee/ theorie

onderzoeksvraag

onderzoeksdesign

(Hypothesen)

Dataverzameling

Data analyse

14
New cards

vraag antwoord model van Tourangeau

beschrijft hoe respondenten vragen verwerken en tot antwoord komen in enquetes of interviews. 4 stappen:

Comprehension

Retrieval

Judgement

Response

15
New cards

Comprehension

respondent snapt de betekenis van woorden, de intentie van de vraag en context wordt correct geinterpreteert

16
New cards

retrieval

Respondent moet relevante informatie uit het geheugen ophalen

17
New cards

judgment

respondent beoordeelt de opgehaalde informatie en vormt een antwoord

18
New cards

Response

respondent formuleert antwoord en past dit indien nodig aan op basis van externe factoren, zoals vragenlijst

19
New cards

Doorknob effect

Wanneer iemand na afloop van een gesprek nog met nieuwe informatie komt

20
New cards

fasen focusgroep

forming

storming

norming

performing

adjourning

21
New cards

Two- way focusgroep

twee groepen die je met elkaar laat discussieren

22
New cards

dual moderator

twee moderators, bijvoorbeeld eentje die faciliteert en eentje die organiseert

23
New cards

dueling moderator

een moderator die echt de andere kant een beetje benadrukt en in discussie gaat met de andere moderator

24
New cards

respondent moderator

terugtrekken als moderator

25
New cards

eliciteren

het verzamelen van reacties op verschillende manieren, zogenaamde probes; stiltes, vraag naar uitleg, ongerichte aanmoediging (huhuh, ja, ok..)

26
New cards

Prompt

verbreding van het onderwerp/ introductie van een nieuw onderwerp

27
New cards

Topic list

overzicht van hoofdvragen, subonderwerpen en prompts (probes) die tijdens een interview aan bod komen → zorgt voor consistentie in de dataverzameling

28
New cards

gebruik van topic list voorkomt

scope creep; ongewild verleggen van de focus van het onderzoek, waardoor de dataverzameling gericht en doelmatig blijft

29
New cards

soorten observaties

  • participerend vs niet participerend

  • overt vs covert; weet de populatie dat je hen observeert

  • gestructureerd vs niet gestructureerd

30
New cards

Complete participant

onderzoeker neemt volledig deel aan de activiteit en wordt als gewone deelnemer gezien

31
New cards

participant observer

onderzoeker neemt gedeeltelijk deel aan de activiteit, maar blijft ook observeren ( onderzoeker neemt deel aan groepsdicussie, maar bestudeerd ook de dynamiek)

32
New cards

Observer

Onderzoeker neemt geen deel aan de activiteit en observeert alleen

33
New cards

Covert observer

onderzoeker observeert zonder dat de deelnemers weten dat ze geobserveerd worden

34
New cards

Naturalisatie

participanten gaan na verloop van tijd weer over op hun normale gedrag, ondanks aanwezigheid onderzoeker

35
New cards

subjectivity statement

wat breng jij (als onderzoeker) mee naar het onderzoek?

36
New cards

fixed positions

huidskleur, geboorteplaats, leeftijd

37
New cards

subjective positions

meningen

38
New cards

manifest

direct zichtbaar, objectief duidelijk, beschrijvend

39
New cards

latent

interpretatie nodig van onderliggende componenten, dieper betekenis, bijvoorbeeld positionering van afbeeldingen

40
New cards

triangulatie

het combineren van verschillende onderzoeks- of analysemethoden

41
New cards

datatriangulatie

bijvoorbeeld secundaire literatuur gebruiken

42
New cards

triangulatie van methode

bijvoorbeeld enquetes en interviews gebruiken

43
New cards

triangulatie van de onderzoekers

meerdere onderzoekers die het onderzoek uitvoeren

44
New cards

triangulatie van theorie

een probleem vanuit verschillende standpunten benaderen

45
New cards

etnografisch onderzoek

richt zich op het onderzoeken van de levenswereld van de onderwerpen vanuit een insider perspectief

46
New cards

gatekeeper

persoon die toegang kan verlenen/ontzeggen tot de onderzoekssituatie

47
New cards

open coderen

gegevens worden analytisch uitgesplitst

48
New cards

in vivocodes

componenten van theorieen die persoonlijk zijn geformuleerd door de producenten van de betreffende tekst

49
New cards

axiale codering

deze stap dient om concepten die al beschikbaar zijn te verfijnen en te differentieren en geeft ze de status van categorieen

50
New cards

Inductieve analyse

data → analyseren → theorie geformuleerd op basis van data; de data genereert de codes; theorie wordt ontwikkeld op basis van de data zelf

51
New cards

Deductieve analyse

Onderzoeker begint met een bestaande theorie of theoretisch kader Theorie → analyseren → data bevestigt of ontkracht de theorie; theoretisch kader genereert de codes

52
New cards

decoderen

ontdekken wat er bedoeld wordt

53
New cards

encoderen

het een label geven

54
New cards

stappen kwalitatieve data analyse

  • data management en voorbereiding

  • reviewing en data reductie/opschoning

  • coderen

  • memo’s schrijven

  • bouwen en testen conceptuele modellen/verklaringen

55
New cards

attribute codes

markeren achtergrond of demografische informatie van de respondent

56
New cards

index codes

beslaan grote delen data en noteren brede/generieke topics

57
New cards

analytic codes

beschrijven de betekenis van specifieke stukken data - deels op basis van literatuur, deels op basis van bestaande data

58
New cards

met grounded theory..

kan een wetenschappelijke theorie worden ontwikkeld op basis van een cyclus van dataverzameling- analyse en reflectie; is inductief - er wordt een theorie gecreerd

59
New cards

abductief proces

verkenning data/theorie: inductie → voorlopige verklaring → verifieren met nieuwe data; deductie

60
New cards

sensitizing concepts

achtergrondideen die het algemene onderoeksprobleem informeren; abstract en breed

61
New cards

a priori codes

concreet en specifiek

62
New cards

doel selectief coderen

Model bouwen, onderzoeksvraag beantwoorden

63
New cards

theoretische saturatie

antwoorden op interview- of enquetevragen leveren geen nieuwe informatie op

64
New cards

negative cases

cases die niet passen bij de voorlopige theorie, dus uitschieters

65
New cards

theoretical sampling

selectief mensen selecteren die informatie verstrekken over iets wat in de theorie is gevonden

66
New cards

inductief redeneren ..

is bottom up, maakt gebruik van sensitizing concepts, heeft een hoge flexibiliteit en gaat om het vormen van een theorie

67
New cards

deductief redeneren …

is top down, maakt gebruik van een categorisation matrix, heeft een lage (tot medium) flexibiliteit en gaat om het testen van een theorie

68
New cards
69
New cards