Looks like no one added any tags here yet for you.
Respect zoals omschreven door de IFSW/IASSW
Respect voor het recht op zelfbeschikking; bevorderen van het recht op participatie; de persoon behandelen als een geheel; het identificeren en ontwikkelen van de kracht van mensen.
Verlichting
Een denkstijl die ontstond in de achttiende eeuw, waarbij individuen zelfstandig nadenken en niet alleen geloven wat religie, traditie of anderen hen vertellen. Het draait om logisch en redelijk denken.
Prudentie
Inzicht om een verstandige beslissing te kunnen nemen.
Subjectivisme
De opvatting dat morele principes individueel zijn en dat een morele handeling juist is als de persoon deze zelf goedkeurt.
Moreel relativisme
Het standpunt dat wat moreel juist of onjuist is, volledig bepaald wordt door de culturele context.
Inclusieve samenleving
Een samenleving waarin iedereen - ongeacht verschillen in onder meer afkomst, seksuele geaardheid, levensovertuiging, gezondheid, beperkingen of opleidingsniveau - zich thuis voelt, eerlijke kansen krijgt en kan meedoen.
Economisch-culturele gelijkheid
De mate waarin mensen gelijk zijn wat betreft inkomen en maatschappelijke mogelijkheden.
Beroepsethiek
Specifieke morele regels voor een bepaalde beroepsgroep.
Normatieve professionaliteit
De sociaal werker is zich bewust van de normen, waarden en deugden die een rol spelen in zijn handelen en kan deze in een open dialoog toetsen aan de argumenten van anderen.
Collectieve verantwoordelijkheid
Mensen nemen verantwoordelijkheid voor elkaar en voor hun omgeving.
Empowerment
Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie.
Klassieke professionals
Professionals zoals artsen en advocaten, die beschikken over zeer gespecialiseerde, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde, kennis.
Globalisering
Een proces waarbij landen over de hele wereld op economisch, cultureel en politiek gebied steeds meer met elkaar verbonden raken.
Verzorgingsstaat
Staatsvorm waarin de overheid verantwoordelijkheid neemt voor het welzijn van de burgers, door uitkeringen en voorzieningen te bieden aan mensen die dat nodig hebben.
Sociale cohesie
De mate waarin mensen zich met elkaar verbonden voelen.
Leefwereld
Werkelijkheid van het ervaringsdomein, waarin mensen communicatief handelen. Mensen zijn gericht op wederzijds begrip.
Subjectivisme
De opvatting dat morele principes individueel zijn en dat een morele handeling juist is als de persoon deze zelf goedkeurt.
Politieke emancipatie
Het streven naar en de ontwikkeling van gelijke rechten en zelfstandigheid voor groepen die eerst werden gediscrimineerd.
Rechtsgelijkheid
De norm dat mensen gelijk zijn voor de wet.
Prudentie
Inzicht om een verstandige beslissing te kunnen nemen.
Universele waarden
Waarden die een absolute standaard zijn, die voor iedereen gelden.
Dubbel gebonden
De sociale beroepen zijn, elk op hun eigen manier dubbel gebonden. Enerzijds aan de maatschappelijke instanties waarvoor ze werken en anderzijds aan de personen met wie ze werken.
Normatieve professionaliteit
De sociaal werker is zich bewust van de normen, waarden en deugden die een rol spelen in zijn handelen en kan deze in een open dialoog toetsen aan de argumenten van anderen.
Bescheiden professionals
Professionals, zoals sociaal werkers, die minder gespecialiseerd zijn en minder evidencebased werken dan klassieke professionals.
Beroepscode
Vastgelegde waarden en normen van een beroep die als leidraad dienen voor een goede beroepsuitoefening.
Technisch-instrumentele professionaliteit
De sociaal werker beschikt over de juiste kennis, kunde en professionele vaardigheden en is effectief en efficiënt in het bereiken van zijn doelen.
Professionele verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid die de sociaal werker heeft om vanuit zijn professionele kennis en kunde te bepalen wat hij doet.
Natuurlijke gelijkheid
Het uitgangspunt dat mensen van nature gelijk zijn.
Polarisatie
Het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen.
Systeemwereld
Werkelijkheid die wordt gereguleerd door macht en geld. De manier waarop mensen er met elkaar omgaan wordt gekenmerkt door strategisch handelen.
Participatiesamenleving
Een samenleving waarin de overheid niet langer de belangrijkste zorg voor de burgers op zich neemt van geboorte tot overlijden. In plaats daarvan wordt verwacht dat burgers zelf actief deelnemen en verantwoordelijkheden nemen
Universalisme
Het standpunt dat fundamentele morele principes universeel geldig zijn en toepasbaar op vergelijkbare mensen in vergelijkbare situaties, ongeacht de plaats en de tijd waarin ze leven.
Moreel relativisme
Het standpunt dat wat moreel juist of onjuist is, volledig bepaald wordt door de culturele context.
(Mores)prudentie
Het vermogen om in ingewikkelde situaties begrip te krijgen en verstandige beslissingen te nemen, gebaseerd op persoonlijke ervaring en gevoel voor verhoudingen.
Vermaatschappelijking
Cliëntengroepen die vroeger zouden worden opgenomen in de intramurale zorg blijven nu in de 'maatschappij' wonen.