FDA3

De markt onderzoeken, bestuderen

Étudier le marché

Marktonderzoek, marktstudie

Une étude de marché

Een kwantitatief/kwalitatief onderzoek

Une étude quantitative/qualitative

Een studie van de Waalse markt

Une étude du marché wallon

De markt analyseren, onderzoeken

Analyser le marché

Marktanalyse, marktonderzoek

Une analyse de marché

Onderzoeken

Enquêter sur

Enquête, onderzoek

Une enquête

Een kwantitatieve/kwalitatieve enquête

Une enquête quantitative/qualitative

Effectuer/mener une enquête

Een enquête afnemen

Enquêteur

Un enquêteur, une enquêtrice

Iets onderzoeken, naar iets peilen

Sonder (qqch)

(opinie)onderzoek, (opinie)peiling

Un sondage (d'opinion)

Een onderzoek/peiling uitvoeren bij de consumenten

Effectuer un sondage auprès des consommateurs

Un institut de sondage

Bureau voor opinieonderzoek

Un sondeur, une sondeuse

Opiniepeiler

Un sondé, une sondée

Ondervraagde

Een steekproef nemen

Faire une enquête/un sondage

Vragenlijst

Un questionnaire

Een vragenlijst opstellen

Établir/rédiger un questionnaire

(consumenten)panel

Un panel (de consommateurs)

Een panel samenstellen

Constituer/composer un panel

Diepte-interview

Une interview en profondeur

Blinde test

Un test (en) aveugle

Een steekproef nemen

Échantillonner

(representatieve) steekproef

Un échantillon (représentatif)

Het verzamelen (van informatie/gegevens/fondsen)

Collecter (des informations/des données/des fonds)

(gegevens) verwerken

Traiter (des données)

Verwerking (van gegevens)

Un traitement (de données)

Neigen naar, de tendens vertonen om

Tendre à

Tendens, trend

Une tendance

Tendensen ontdekken

Découvrir des tendances

La statistique

Statistiek

Des statistiques

Statistieken

Statistique

Statistisch

S'appuyer/se baser sur des (données) statistiques

Steunen/zich baseren op statistische gegevens

Consommer

Consumeren, verbruiken

Un consommateur, une consommatrice potential(le)

Een potentiële consument

La consommation

Consumptie, verbruik

Des habitudes de consommation

Consumptiegewoonten

Consommable

Consumeerbaar

Un client, une cliente

Klant

Clientèle, klantenkring, klanten

Une clientèle

Het grote publiek, de grote massa

Le grand public

Publiek

Public, publique

Doelgroep

Un cible

Een doelpubliek

Un public cible

De doelgroep bepalen

Déterminer la cible/le groupe-cible

Op een bepaalde doelgroep mikken, een. Bepaalde doelgroep voor ogen hebben

Viser une cible/le client-cible

Een doelgroep bereiken

Atteindre/toucher une cible

Iets op een doelgroep richten

Cibler (qqch) sur (qqn)

Leeftijdscategorie

Un tranche d'âge

Une classe (sociale)

(sociale)klasse

Une catégorie socio-professionnelle

Sociaal-economische categorie

Un niveau de vie

Levensstandaard

Un comportement d'achat

Koopgedrag

Une motivation (d'achat)

(koop)motief

Le pouvoir d'achat

Koopkracht

Un marché

Markt, afzetmarkt

Un marché saturé

Verzadigde markt

Un marché porteur

Winstgevende markt

Un marché potentiel

Mogelijke, potentiële markt

Le marché national

Nationale, binnenlandse markt

Le marché international

Internationale markt

Le marché de consommation de masse

Markt voor massaconsumptie

Attaquer un nouveau marché

Zich op een nieuwe markt storten

Prendre pied sur un marché

Zich vestigen op een markt, vaste voet aan de grond krijgen op een markt

Conquérir un marché

Een markt veroveren

Dominer un marché

De markt beheersen

Être leader de marché

Marktleider zijn

Conforter/renforcer sa position sur le marché

Zijn positie op de markt vestigen

Détenir une part de marché

Marktaandeel in handen hebben

Une part de marché

Marktaandeel

Introduire/lancer un nouveau produit sur le marché

Een nieuw product op de markt brengen/lanceren

L'introduction/le lancement d'un nouveau product sur le marché

Het lanceren van een nieuw product op de markt

Retirer un produit du marché

Een product terugtrekken van de markt

Le retrait d'un produit du marché

Het terugtrekken van een product van de markt

Commercialiser un produit

Het afzetten van een product

La commercialisation d'un produit

De afzet van een product

Faire concurrence à (qqn)

Met iemand concurreren

Être en concurrence avec (qqn)

Iemand beconcurreren

Concurrencer

Concurreren

La concurrence

Concurrentie

Un concurrent, une concurrente

Concurrent

Des entreprises concurrentes

Concurrerende bedrijven

Concurrentiel, concurrentielle

Concurrerend

Un créneau

Gat in de markt, afzetmogelijkheid

Un débouché

Afzetmarkt, afzetmogelijkheid

Une niche

Nichemarkt

Un segment (de marché)

(markt)segment

Un segment du marché wallon

Een segment van de Waalse markt

Le marketing

Marketing

Une politique marketing

Een marketingbeleid

Une stratégie marketing

Marketingstrategie

Un objectif

Doelstelling, doel, oogmerk

Définir/délimiter les objectifs

De doelstellingen definiëren, afbakenen

Atteindre un objectif

Een doelstelling bereiken/behalen

Augmenter les ventes de x %

De verkoop met x % doen toenemen

Une augmentation des ventes

Een toename van de verkoop

Les ventes augmentent

De verkoop stijgt