Kaarten: C'est parti 4 Défi 3 | Quizlet

een onderdak

un abri

een job

un boulot

een contract

un contrat

een diversiteit

une diversité

een leraar, lerares

un enseignant, une enseignante

een voordracht, een presentatie

un exposé

een oorlog

une guerre

de onschuld

l'innocence

een moslim, moslima

un musulman, une musulmane

een geboorteland

un pays natal

een gedicht (vers)

une poésie

de macht

le pouvoir

een vluchteling, vluchtelinge

un réfugié, une réfugiée

een breuk

une rupture

een gevoel

un sentiment

blind

aveugle

gelovig

croyant, croyante

heel gelukkig

enchanté, enchantée

onbestaand

inexistant, inexistante

open

ouvert, ouverte

praktizerend

pratiquant, pratiquante

gereserveerd, met een afwachtende houding

réservé/réservée

respectvol, eerbiedig

respectueux,respectueuse

vrolijk, lachend, goedlachs

souriant, souriante

kwetsbaar

vulnérable

strelen

câliner

vrezen

craindre

communiceren (met)

communiquer avec

twijfelen

douter

intrekken, verhuizen

emménager

vluchten, weglopen

fuir

delen

partager

aanzetten

pousser

voorstellen

proposer

beschermen

protéger

verlaten

quitter

benaderen, dichterbij komen

s'approcher

oppassen voor, wantrouwen

se méfier

sinds, sedert

depuis

heel wat

pas mal de

graag

volontiers

een vriendschap

une amitié

een vrijwilliger, vrijwilligster

un bénévole, une bénévole

de warmte, de hitte

la chaleur

een sprookje

un conte de fées

een drama

un drame

een etiket

une étiquette

een kamerjongen, kamermeisje

un homme de chambre, une femme de chambre

het gras

l'herbe

de ironie

l'ironie

een vreemde taal

une langue étrangère

een softwareprogramma

un logiciel

de lengte

la longueur

een wereld

un monde

een pandemie

une pandémie

een rol toiletpapier

un rouleau de papier toilette

een dakloze

un sans-abri

een glimlach

un sourire

vreemd

étrange

idioot

idiot, idiote

hoogbegaafd

surdoué, surdouée

klasseren

classer

uitknippen, verknippen

découper

verspreiden, verdelen

distribuer

imiteren, nabootsen

imiter

memoriseren, uit het hoofd leren

mémoriser

durven

oser

opzeggen

réciter

zich voegen bij

rejoindre

herhalen

réviser

redden

sauver

zich ergens tussen wringen, kruipen tussen

se glisser entre

zich zetten, zich installeren

se poser

voortslepen, meesleuren

trainer

verbinden

unir

in verband met, over

à propos de

op de bodem van

au fond de

naast mekaar

côte à côte

meer

davantage

de meeste

la plupart des + verbe au pluriel

om het even waar

n'importe où

boven alles

par dessus tout

de aandacht

l'attention

een toenadering

une avance

een compliment

un compliment

de zachtheid, vriendelijkheid

la douceur

het versieren van een meisje of jongen

la drague

een kledingstuk

un habit

een blik

un regard

de fijnzinnigheid

la subtilité

charmant, lief, schattig

charmant, charmante

gemeenschappelijk

commun, commune

geloofwaardig

crédible

(be)naderen

approcher

overeenkomen

correspondre à

verklaren

déclarer

(een meisje of jongen) versieren

draguer

rood worden

rougir

verward zijn, in de knoop raken

s'emmêler

zich interesseren voor

s'intéresser à