alle begrippen van bioethics

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/81

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

82 Terms

1
New cards

Bio-ethiek

Een tak van toegepaste ethiek die zich bezighoudt met morele vragen in de levenswetenschappen, geneeskunde, biotechnologie, milieu en samenleving.

2
New cards

Ethico-onto-epistemologie

Een benadering waarin ethiek (hoe we moeten handelen), ontologie (wat er is), en epistemologie (hoe we dingen weten) samen gedacht worden. Deze drie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in bio-ethische reflectie.

3
New cards

Cui bono

what is the purpose of the research?

4
New cards

Ontologie

 De leer van het zijn. Vraagt: wat bestaat er echt? Hoe definiëren we ziekte, gezondheid, mens, dier, enz.?

5
New cards

Epistemologie

De leer van kennis. Hoe weten we wat we weten? Wat telt als 'wetenschappelijke kennis'?

6
New cards

Ethiek

De leer van goed en kwaad. Hoe moeten we handelen? Wat zijn onze morele plichten en waarden??Morality: common notion of good and evil 

7
New cards

Meta-ethiek

Bestudeert waarom en hoe we moreel zijn. Onderzoekt ook hoe morele feiten zich verhouden tot wetenschappelijke feiten. Bekende debatten: naturalisme vs. non-naturalisme.

8
New cards

Niet-normatieve ethiek

  • Descriptieve ethiek/morele wetenschappen: Beschrijft moreel gedrag zoals het werkelijk is, bijvoorbeeld via sociologisch of psychologisch onderzoek.

9
New cards

Utilitarisme

  •  Een handeling is moreel juist als ze het grootste geluk oplevert voor het grootste aantal mensen. Bekende varianten: Hedonisme, Voorkeursutilitarisme, Act utilitarianism, Rule utilitarianism. Voordelen: Neemt gevolgen ernstig, handig voor beleid, inclusief voor dieren. Nadelen: Moeilijk om geluk objectief te meten, kan minderheden benadelen, toekomst is onzeker.

10
New cards

Normatieve ethiek:

  • Algemene normatieve ethiek: Zoekt naar universele regels of principes voor moreel gedrag.

  • Toegepaste ethiek: Past ethische theorieën toe op concrete contexten zoals biomedische ethiek, media-ethiek, en bedrijfsleven.

11
New cards

Hedonisme

Enkel plezier (en vermijden van pijn) telt. Hedonisme is een filosofische levenshouding waarbij alles draait om het maximaliseren van genot en het minimaliseren van pijn.

12
New cards

Voorkeursutilitarisme

Niet plezier, maar het vervullen van voorkeuren telt. In zijn beroemde korte werk, Utilitarianism (Utilitarisme), heeft John Stuart Mill aangevoerd dat de culturele, intellectuele en geestelijke geneugten van een grotere waarde zijn dan louter fysiek plezier, dit omdat de eersten door competente rechters hoger gewaardeerd worden dan de laatste.

13
New cards

Act utilitarianism

Elke handeling apart wordt beoordeeld op haar nut.

do that which would create the most happiness. You look at your action as a single situation.

For example, a rule utilitarian might decide to become vegetarian in order to reduce suffering imposed upon animals, and would never eat meat. An act utilitarian would similarly care about reducing suffering imposed upon animals, but he might still eat other people's leftovers because it increases his happiness without harming animals. On the other hand there could be justifications for rule utilitarians to still eat a little bit of meat - maybe you could have a rule that it's ok to only eat leftover meat. Conversely, there could be justification for an act utilitarian to avoid all meat - he could consider the social and personal value in adhering to a complete vow. So there can be some nuances and shades of grey between the two positions.


14
New cards

Rule utilitarianism

Handelingen worden beoordeeld op basis van algemene regels die het meeste geluk opleveren. do that which, if everyone in society did, would create the most happiness.

For example, a rule utilitarian might decide to become vegetarian in order to reduce suffering imposed upon animals, and would never eat meat. An act utilitarian would similarly care about reducing suffering imposed upon animals, but he might still eat other people's leftovers because it increases his happiness without harming animals. On the other hand there could be justifications for rule utilitarians to still eat a little bit of meat - maybe you could have a rule that it's ok to only eat leftover meat. Conversely, there could be justification for an act utilitarian to avoid all meat - he could consider the social and personal value in adhering to a complete vow. So there can be some nuances and shades of grey between the two positions.

15
New cards

Deontologie

Een handeling is moreel juist als ze voldoet aan plichten of morele regels, ongeacht de gevolgen. Some acts are wrong, regardless of the good consequences.  Some acts are right, regardless of the bad consequences.ntentie is belangrijker dan gevolg.

Voordelen:

  • Respecteert autonomie, biedt duidelijke richtlijnen, Doing one’s duty.

  • animals also have their own intrest , there also a subject of a life, je kan dus niet zomaar iets doen met een dier, je kun ze niet gebruiken voor een means to an end

Nadelen:

  • Rigide, kan leiden tot onwenselijke situaties (bijv. niet liegen tegen moordenaar).

  • What with conflicting duties? (bijv. niet liegen tegen moordenaar)

  • What with the role of emotions(vb: stel vriend bzoekt je elke dag in ziekenheuis , en zegt ja das gwn men duty drm doe ik het )

  • • What with acts with bad consequences?

Deontologie en dieren: Volgens Tom Regan zijn dieren 'subjects-of-a-life' met inherente waarde. Herkenbare thema's in bio-ethiek die deontologisch geïnspireerd zijn: autonomie, rechten, plichten.

vb:

  • I oppose embryonic stem cell research because I believe it is never justified to sacrifice one individual to save another.

  • “I oppose euthanasia because it will eventually lead to people being euthanized without their consent.”

  •  “I oppose euthanasia because it violates human dignity.”

  •  “I support euthanasia because people have a right to die in dignity.”

  •  “I have a right to euthanasia because my suffering has become unbearable.

16
New cards

Kantiaanse ethiek

Categorisch imperatief – eerste formulering: Handel alleen volgens die regel waarvan je kunt willen dat ze universele wet wordt.Tweede formulering: Behandel de mens altijd als doel op zich, nooit enkel als middel.

17
New cards

Deugdethiek/Virtue ethics

Richt zich op de ontwikkeling van een goed karakter en morele kwaliteiten zoals moed, eerlijkheid en wijsheid. Voordelen: Gericht op persoonlijke groei en context. Nadelen: Minder duidelijke richtlijnen voor complexe dilemma's. Cultureel afhankelijk.

Can everyone become a virtuous person? • What if you have missed the right education? • Does a virtuous life really lead to happiness? • What is good depends on the cultural context • What about policy making? Virtues are not absolute  Virtues can conflict (e.g. loyalty & justice

18
New cards

Eudaimonia

Het goede, gelukkige leven; doel van ethisch handelen.

19
New cards

Phronesis

Praktische wijsheid; vermogen om in concrete situaties juist te handelen.

20
New cards

Zorgethiek (Care ethics)

 Legt de nadruk op relaties, zorg en afhankelijkheid. Ontstaan uit feministische kritiek op abstracte ethiek. Feministische kritiek: Stelt dat traditionele ethiek te abstract is en de waarde van zorgrelaties negeert. Meer dan individuele ethiek: Zorgethiek heeft ook een politieke dimensie. Denk aan ongelijk verdeelde zorgtaken, structurele kwetsbaarheid. Voordelen: Aandacht voor afhankelijkheid, kwetsbaarheid, relaties. Nadelen: Kan autonomie ondermijnen; moeilijk toepasbaar in beleid zonder combinatie met andere kaders.

21
New cards

Beneficence

Respect voor iemands recht om eigen keuzes te maken.

22
New cards

Weldoen (Beneficence)

Anderen helpen en goed doen.

23
New cards

Niet-schaden (Non-maleficence)

Vermijd schade aan anderen.

24
New cards

Rechtvaardigheid (Justice)

  • Eerlijke verdeling van middelen, verantwoordelijkheden en kansen. Wat is rechtvaardigheid?: Rechtvaardigheid gaat over eerlijkheid, billijkheid, en gelijke behandeling. Ideale vs. niet-ideale theorieën: Ideale theorie = rechtvaardigheid onder perfecte omstandigheden; niet-ideale = in de wereld zoals ze is. Soorten rechtvaardigheid:

    • Herstellende rechtvaardigheid: Herstellen van schade.

    • Vergeldende rechtvaardigheid: Straffen van onrecht.

    • Verdelende rechtvaardigheid: Eerlijke verdeling van hulpbronnen.

25
New cards

Environmental Ethics

A subfield concerned with "human morality" and seeking to include non-human life forms and the environment in moral discussions Who/ what is worthy of moral consideration?= Selection Criteria. Anthropocentric Replaceability Problem Practical Implementation

26
New cards

Milieu-ethiek

  • Subveld van ethiek dat 'menselijke moraliteit' wil uitbreiden naar niet-menselijk leven en ecosystemen.

    • Selectiecriteria voor morele overweging:

      • Gevoeligheid (sentiency)

      • Hedonistisch utilitarisme: pijn/plezier van voelende wezens telt

      • Voorkeursutilitarisme: voorkeuren van bewuste wezens tellen

      • Bewustzijn/zelfbewustzijn

      • Verlangenshiërarchie

      • Wil om te leven (Schweitzer)

    • Kritiek:

      • Antropocentrisme: te veel focus op mensen

      • Vervangbaarheidsprobleem: kan een dier vervangen worden als het lijden hetzelfde blijft?

      • Praktische implementatie: hoe pas je dit toe in beleid?

27
New cards

Diepe ecologie

Stelt dat natuur intrinsieke waarde heeft, los van nut voor mensen.

28
New cards

Ecofeminisme

Verbindt ecologische onderdrukking met genderonderdrukking.

Everything is interconnected (relational idea of nature)  Must understand all forms of oppression to also understand the oppression of nature (patriarchy, capitalism)  No value-neutral, universally applicable, unbiased points of view  Care as the basis for all relationship

29
New cards

Antropocentrisme

Mens staat centraal in morele overwegingen.

30
New cards

Ecocentrisme

Heel het ecosysteem heeft morele waarde.

31
New cards

Milieurechtvaardigheid

Focus op eerlijke verdeling van milieulasten en -voordelen, met aandacht voor kwetsbare groepen.

32
New cards

Teleologische levenscentra

elk levend wezen heeft een doelgericht bestaan.

33
New cards

Holistische milieu-ethiek

niet het individu (dier, mens), maar het hele ecosysteem telt moreel mee.

34
New cards

Diepe ecologie

pleit voor fundamentele verandering van waarden, volledige gelijkwaardigheid mens-natuur.

Deep Ecology: Return to an 'original' nature

Return to an authentic, natural way of life  Modernity and technology lead to alienation  The solution lies in abandoning industrialization

35
New cards

Ecofeminisme

verbindt onderdrukking van natuur met patriarchale systemen.

 Everything is interconnected (relational idea of nature)

 Must understand all forms of oppression to also understand the oppression of nature (patriarchy, capitalism)

 No value-neutral, universally applicable, unbiased points of view

 Care as the basis for all relationships

36
New cards

Ecomodernisme

gelooft dat technologie ecologische problemen kan oplossen, mits ethisch gestuurd.

 Modernity and technology have caused mistakes, but they also offer the solution

 Technology can promote nature restoration

 Possibly even terraforming new planets

37
New cards

Buen Vivir

inheemse visie uit Latijns-Amerika

38
New cards

Rights of Nature

Idee dat natuur zelf rechten kan hebben (zoals een juridisch persoon).

39
New cards

Informed Consent

Mensen moeten goed geïnformeerd en vrijwillig toestemming geven voor deelname aan onderzoek.

40
New cards

Substituted Judgment

Beslissen in naam van iemand die zelf geen keuze meer kan maken, gebaseerd op diens vermoedelijke wil.

41
New cards

Triage

Medische selectie bij schaarste, wie krijgt prioriteit?Prioriteiten stellen bij beperkte middelen.

42
New cards

Publieke Gezondheidsethiek

Ethiek rond preventie, vaccinatie, quarantaine, gezondheidspromotie, enz. Collectieve gezondheidszorg vs. individuele vrijheid.

43
New cards

Onderzoeksethiek

Regels en principes rond wetenschappelijk onderzoek met mensen.

44
New cards

Nudging

Gedrag subtiel sturen zonder dwang.

45
New cards

Ethiek van gezondheidsbevordering

hoe ver mag je gaan om gezondheid te promoten?

46
New cards

7 voorwaarden voor ethisch onderzoek

  • Waarde

  • Wetenschappelijke validiteit

  • Eerlijke selectie van proefpersonen

  • Gunstige risico-batenverhouding

  • Onafhankelijke beoordeling

  • Informed consent

  • Respect voor deelnemers

47
New cards

Morele status van dieren

De mate waarin dieren meetellen in morele beslissingen.

48
New cards

Speciesisme

Discriminatie op basis van soort (bijv. mensen zijn belangrijker dan dieren).

49
New cards

Wetenschappelijke validiteit

In hoeverre zijn dierproeven betrouwbaar en representatief voor mensen?

50
New cards

Ethische toelaatbaarheid

Wegen de voordelen voor mensen op tegen het dierenleed?

51
New cards

Speciesisme

Discriminatie op basis van soort.

52
New cards

Synthetische biologie (SynBio)

  • Nieuwe biologische systemen of levensvormen maken, vaak vanuit chemische bouwstenen.

    •  Introductie: Creëren van biologische systemen of leven vanuit niet-levende componenten.

    • Ethische zorgen: veiligheid, onvoorspelbaarheid, biowapenmisbruik, manipulatie van leven.

    • Sociaal-milieurechtvaardigheid: wie profiteert van SynBio, wie loopt risico?

    • SynBio en non-dualisme: verbreekt scheiding tussen mens/natuur, leven/machine.

BioArt is een hybride kunstvorm die gebruik maakt van levende organismen en biotechnologische processen om kunstwerken te creëren. BioArtists combineren wetenschappelijke technieken met artistieke expressie, wat leidt tot nieuwe vormen van kunst én nieuwe ethische vragen. De praktijk roept fundamentele kwesties op over het manipuleren van leven, de waarde van organismen, en de grenzen tussen mens, natuur en technologie.

53
New cards

BioArt

Kunstvorm die levende organismen of biotechnologie gebruikt om vragen te stellen over ethiek en wetenschap. Transdisciplinariteit: samenwerking tussen kunst, wetenschap, filosofie en publiek.

54
New cards

BioArt en ethiek

BioArt kan helpen reflecteren op wat leven is, en wie of wat morele zorg verdient.

55
New cards

Decolonizing ethics

Kritiek op westerse dominante vormen van ethiek; pleidooi voor erkenning van andere wereldbeelden (bv. inheemse of niet-westerse perspectieven).

56
New cards

Epigenetica

Studie van omgevingsinvloeden op genexpressie (zonder dat het DNA verandert).

57
New cards

Verantwoordelijkheid

Als gedrag (zoals voeding of stress) invloed heeft op de volgende generaties, wie draagt dan de morele last?

58
New cards

Thought experiments

Denkbeeldige scenario’s om intuïties en morele principes te testen.

59
New cards

Empirical bioethics

Gebruikt data (interviews, observaties) om ethische reflectie te onderbouwen.

60
New cards

Embedded ethics

Ethiek integreren binnen het hele onderzoeksproces – van opzet tot uitvoering.

61
New cards

Philosophical method

Systematisch en logisch nadenken over morele kwesties.

62
New cards

Ethical naturalism

Moral facts not separate from scientific facts  Empirical facts can show what is good

63
New cards

Ethical non-naturalism

Goodness is a real characteristic   Can be shown and grasped Role of intuitions

64
New cards

Bioethics

Importance of scientific facts  38 But not mere risk-benefit analysis

65
New cards
66
New cards
67
New cards
68
New cards
69
New cards
70
New cards
71
New cards

Beneficence(utilitarian)

Je moet steeds goed doen. 1 van de 4 morele beginsels van de bio(medische)-ethiek.

72
New cards

Non-maleficence (utilitarian)

Je mag geen schade aanrichten. Zo mag je bijvoorbeeld geen medicijnen voorschrijven die maar schade aanrichten dan ze genezen. 1 van de 4 morele beginsels van de bio(medische)-ethiek.

73
New cards
74
New cards

Categorical imperative

Een begrip uit de filosofie van Kant. Onder categorical imperative verstaat men de leidraad van het ethische bewustzijn. Ze staat los van elke voorstelling van een praktisch doel of persoonlijk motief en staat dus tegenover de hypotetic imperative die de praktische toegepaste kant van morele benaderingen omvat.

75
New cards

Egoistic prudence

Het idee dat de menselijke moreel enkel van toepassing is op mensen in een samenleving is gebaseerd op het concept van egoistic prudence. In een concurrerende wereld is het in iedereen zijn eigen belang om zich te houden aan een set sociale (ethische) regels en normen om zo het voortbestaan van de maatschappij te verzekeren. Dit eigen belang verstaat men onder egoistic prudence.

76
New cards
  1. Naturalistic fallacy

Feiten mogen niet verward worden met waarden. De manier waarop dingen zijn hoeft niet persé een gids te zijn over hoe het zou horen te zijn. Het is bijvoorbeeld niet omdat vrouwen minder verdienen dan mannen dat dit ook is hoe het hoort te zijn. 


77
New cards

Natural law

Het onderscheid tussen feit en waarde wordt niet altijd erkent. Vb. De katholieke kerk ziet homoseksualiteit als een schending van de natural law. Seks heeft als doel reproductie, bij homoseksuelen wordt dit doel niet bereikt dus is het een schending van deze natural law.


78
New cards
  1. The experience machine

Een gedachtenexperiment waarbij de vraag gesteld of men een machine zou gebruiken die je de ervaring kan simuleren die je het meest verlangt (en dus het meeste genot geeft). De meeste mensen zouden deze machine niet gebruiken terwijl het hedonisme dit gelijk stelt aan de dingen echt zelf doen. (gebruikt als argument tegen hedonisme door Nozick)


79
New cards

Supererogatory

Meer doen dan nodig is. Utilitarianisme kan leiden tot conclusies waarbij men iets moet doen dat intuïtief niet nodig lijkt. Zo zouden rijken eig zoveel mogelijk geld moeten weggeven zodat alle mensen kunnen voldoen aan hun basisbehoeftes.


80
New cards
  1. Veil of ignorance

Een gedachtenexperiment waarbij een persoon gevraagd wordt om een maatschappij samenstellen volgens zijn regels. Hij moet dit echter doen vanachter een ‘veil of ignorance’, hij weet dus niet waar hij in de maatschappij terecht komt. Rawls stelt dat, vanachter het ‘veil of ignorance’, de persoon een maatschappij zal creëren waarin de persoon die het het slechtste heeft het nog steeds zo goed mogelijk heeft. 


81
New cards
  1. Reflective equilibrium

Wanneer men de wijzes van deductieve en inductieve benadering combineert bekomt men een reflectief equilibrium. Dit is de gulden middenweg om van theorieën naar specifieke waarden te gaan en andersom. Dit punt zal altijd flunctueren omdat zowel theorieën als waarnemingen constant wijzigen. 


82
New cards

de vier principes van bio-ethiek van Beauchamp en Childress:

De vier principes van bio-ethiek zoals beschreven door Beauchamp en Childress zijn: beneficence, non-maleficence, autonomy en justice. Deze principes dienen als richtlijnen om ethische beslissingen in de medische praktijk te ondersteunen.

  1. Beneficence betekent ‘het goede doen’. Artsen en zorgverleners hebben de plicht om het welzijn van de patiënt te bevorderen en positieve resultaten na te streven. Dit principe is gebaseerd op het utilitarisme, waarbij het maximaliseren van het goede voor zoveel mogelijk mensen centraal staat.

  2. Non-maleficence betekent ‘geen schade berokkenen’. Dit houdt in dat men moet voorkomen dat handelingen schade veroorzaken, ook al zijn de intenties goed. Dit principe komt ook voort uit het utilitarisme en is nauw verbonden met het medische beroepsethos.

  3. Autonomy verwijst naar het respecteren van de zelfbeschikking van de patiënt. Dit betekent dat patiënten geïnformeerd moeten worden en vrij moeten zijn om hun eigen keuzes te maken over hun behandeling. Dit principe is vooral gebaseerd op deontologische ethiek, die het belang van individuele rechten en plichten benadrukt.

  4. Justice betekent rechtvaardigheid en verwijst naar het eerlijk en gelijk behandelen van mensen, bijvoorbeeld bij de verdeling van schaarse medische middelen. Dit principe is geworteld in theorieën over sociale rechtvaardigheid.

Deze principes zijn niet absoluut en kunnen soms met elkaar conflicteren. Een voorbeeld hiervan is wanneer een patiënt bloed nodig heeft om te overleven (beneficence en non-maleficence), maar de patiënt uit religieuze overtuiging weigert bloedtransfusie (autonomy). In zo’n situatie moet de arts een moeilijke afweging maken tussen het respecteren van de autonomie van de patiënt en het nastreven van het goede.

Een ander voorbeeld is bij distributie van zorg: als middelen beperkt zijn, moet men keuzes maken die rechtvaardig zijn (justice), wat kan conflicteren met het individuele belang van een patiënt.

Samenvattend bieden deze principes een kader voor ethische besluitvorming in de medische praktijk, maar vereisen ze altijd zorgvuldige afweging en contextuele interpretatie.