1/36
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
de werk- / arbeidsomstandigheden
les conditions de travail
de manuele arbeid = de hand(en)arbeid
le travail manuel
zich bijscholen (schoolde bij - h. bijgeschoold)
recevoir une formation continue, se perfectionner, se recycler
de bijscholing
la formation continue
zich omscholen (schoolde om - h. omgeschoold)
se reconvertir
de omscholing
la reconversion
laaggeschoold = laagopgeleid
sans formation, peu qualifié
hooggeschoold = hoogopgeleid
hautement qualifié
een voltijdse/ fulltime job
emploi à plein temps
een deeltijdse / parttime job
emploi à temps partiel
het zwartwerk
le travail au noir
de (zware >< lichte) inbreuk
l'infraction grave >< légère
het misbruik
l'abus
de wantoestand
la situation intolérable, l'abus
kwetsbaar
vulnérable
de vakbonden
les syndicats
de onderaannemer
le sous-traitant
de verloning
la rémunération
het salaris = het loon
le salaire
de loonkosten
les coûts salariaux
de sociale lasten
les charges sociales
de zelfstandige
l'indépendant
de schijnzelfstandige
le faux indépendant
de bezorger
le livreur
de koerier
le courrier (personne)
het pakje
le paquet
zwartwerken = in het zwart werken
travailler au noir
uitbuiten - buitte uit - h. uitgebuit
exploiter
de verzekering
l'assurance
het statuut
le statut
de loontrekkende
le salarié
het werk uitbesteden
sous-traiter le travail
bestellen (bestelde, heeft besteld)
commander
de bestelwagen
la camionnette
leveren
livrer
de levering
la livraison
het gezag
l'autorité