1/19
Flashcards based on Filosofische Decamerone quotes.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Heraclitus
“Niet naar me maar naar de wet [λόγος] luisterend blijkt wijs om het er eens over te zijn dat één alles is.”
Aristoteles
“[Ze] bepaalt welke de nodige wetenschappen zijn voor de steden en welke kennis iedereen moet leren en tot welk punt; en we zien dat zelfs de meest gewaardeerde vaardigheden, zoals strategie, economie en redekunst ondergeschikt zijn aan de politieke wetenschap."
Aristoteles
“De reden waarom de mens in hogere mate een politiek dier [zôion politikon] is dan gelijk welke bij of gelijk welk kuddedier, is duidelijk. De natuur, zoals we zeggen, maakt niets om niets. Welnu, de mens is het enige dier dat over taal [lógos] beschikt. Het stemgeluid [phoné] is weliswaar een teken voor wat pijnlijk en wat aangenaam is, en daarom behoort het ook toe aan de andere dieren [zôia] [hun natuur is zover gegaan, dat ze gewaarwording hebben van wat pijnlijk en wat aangenaam is, en dat ze die aan elkaar signaleren]; de taal, echter, dient voor het reveleren van het nuttige [sympheron] en het schadelijke, en bijgevolg ook van het rechtvaardige [díkaion] en het onrechtvaardige. Vergeleken met de andere dieren is dit eigen aan de mensen, nl. dat zij alleen ’n zintuig [aisthesis] hebben voor het goede en het kwade, het rechtvaardige en het onrechtvaardige, en de rest; welnu, het is precies de gemeenschap daarin die 'n huishouden en 'n polis maakt.”
Aristoteles
“De wijze moet immers geen bevelen krijgen, maar moet bevelen geven, en niet hij moet aan een ander gehoorzamen, maar de minder wijze veeleer aan hem.”
Al-Fārābī
“[...] de uitverkorenen [of de elite] zonder meer [of in strenge zin] zijn degenen die filosofen zonder meer zijn. Alle anderen die tot de elite worden gerekend, worden alleen als zodanig beschouwd omdat ze op de filosofen lijken.”
Nietzsche
“een onvoorspelbare en daardoor angstaanjagende komeet, terwijl hij in het beste geval schittert als een grote ster in het zonnestelsel van de cultuur.”
Zöllner
“[..] vele van de belangrijkste dingen in het leven kunnen en moeten niet object van de wetgeving worden; en de wetgever kan alleen overtredingen bestraffen die voor hem zichtbaar worden en de misdadiger straffen als hij ze in zijn macht heeft. De religie werkt daarentegen - waar ze werkt - op alles en overal!"
Zöllner
“Wat is verlichting? Deze vraag, die bijna net zo belangrijk is als: wat is waarheid, moet worden beantwoord voordat men begint te verlichten! En ik heb nog steeds nergens een antwoord gevonden!”
Kant
“Twee dingen vullen de geest met steeds nieuwe en toenemende bewondering en eerbied, hoe vaker en aanhoudend het nadenken zich daarmee bezighoudt: de sterrenhemel boven mij en de zedelijke wet in mij.”
Kant
“….is de uitgang van de mens uit zijn onmondigheid waarvoor hij zelf schuldig is. Onmondigheid is het onvermogen, zonder leiding van anderen, van het eigen verstand gebruik te maken. De mens is voor zijn onmondigheid schuldig, als de oorzaak ervan niet in het gebrek van het verstand ligt maar in de besluiteloosheid en het gebrek aan moed, om zonder leiding van iemand anders zijn verstand te gebruiken. Sapere aude! Heb moed om je eigen verstand te gebruiken! Dat is dus de leus van de verlichting.”
Kant
“Voor deze ….wordt echter niets anders vereist dan vrijheid; en, trouwens, de meest onschadelijke van wat men enkel vrijheid mag noemen, namelijk: de [vrijheid] om in alle onderwerpen openbaar gebruik te maken van de rede.”
Kant
“Ik heb het hoofdpunt van de …[…] voornamelijk bij de godsdienstkwestie gelegd omdat onze heersers er geen belang bij hebben de voogd te spelen over hun onderdanen, als het over de kunsten en de wetenschappen gaat; bovendien omdat deze onmondigheid niet alleen de meest schadelijke maar ook de meest onterende is.”
Price
“Beven jullie allemaal onderdrukkers van de wereld! Wees gewaarschuwd, alle voorstanders van slaafse regeringen en slaafse hiërarchieën! Noem het niet meer [absurd en goddeloos] reformatie [of] innovatie. Jullie kunnen nu de wereld niet meer in duisternis houden. Strijd niet langer tegen het toenemende licht en de toenemende liberaliteit. Geef de mensheid haar rechten terug en stem in met de correctie van misbruiken, voordat deze en jullie samen worden vernietigd.”
Wollstonecraft
“Dan moet u [] de vastgelopen wielen van corruptie hebben gezien, voortdurend gesmeerd door het zweet van de werkende armen [laborious poor], geperst door onophoudelijke belastingen. U moet hebben ontdekt dat de meerderheid in het House of Commons vaak door de kroon werd gekocht en dat het volk werd onderdrukt door de invloed van hun eigen geld, afgeperst door de corrupte stem van een overvolle vertegenwoordiging.”
Fichte
“Het Ik alsook het Niet-Ik zijn producten van oorspronkelijke handelingen van het Ik en het bewustzijn zelf is een dergelijk product van de eerste oorspronkelijke handeling van het Ik, [namelijk] van het zetten van het Ik door zichzelf.”
Fichte
Het hevige verlangen is voor ….: “een activiteit die absoluut geen object heeft, maar nochtans onweerstaanbaar gedreven uitgaat naar een zulke, [het is een activiteit] die louter wordt gevoeld.” Maar in dezelfde passage lezen we dat dit hevige verlangen een drift is “naar iets volledig onbekends dat zich louter openbaart door een behoefte, door een mishagen, door een leegte die invulling zoekt en niet aanduidt waar vandaan ze komt.”
Fichte
“een wet omwille van de wet [..] een absolute wet of de categorische imperatief: je moet zonder meer [Du sollst schlechthin].”
De Beauvoir
“Er is een goed principe dat de orde, het licht en de mens heeft geschapen en een kwaad principe dat de chaos, de duisternis en de vrouw heeft geschapen.”
Aristoteles
“[i] grens en het onbegrensde; [ii.] even en oneven; [iii.] één en veelheid; [iv.] rechts en links; [v.] man en vrouw; [vi.] in rust en in beweging; [vii.] recht en krom; [viii.] licht en duisternis; [ix.] goed en kwaad; [x.] vierkant en langwerpig.”
Butler
“[het] houdt dus een herinterpretatie in van de existentiële theorie van de keuze, waarbij het kiezen van een geslacht wordt opgevat als de belichaming van mogelijkheden binnen een netwerk van diepgewortelde culturele normen.”