toegepaste biologie hoofdstuk 11, 12, 13

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/59

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

60 Terms

1
New cards

geef een synoniem van de plathelminthes

de platwormen

2
New cards

omschrijf de hahitat van de plathelminthes

veel platwormen zijn hooggespecialliseerde endoparasieten van mens of dier, die meer dan één gastheer (= heteroxeen) nodig hebben om hun cyclus te voltooien

3
New cards

omschrijf de algemene embryogenetische kenmerken van de plathelminthes

  • ze zijn histozoa triblastisch: er komt een nieuw kiemblad erbij namelijk de mesoderm

  • ze zijn acoelomata: er is wel een holte

  • ze zijn protostoom

4
New cards

omschrijf de celdifferentietie van de plathelminthes

ze hebben een reeds doorgedreven celdifferentietie

5
New cards

omschrijf de spierstels en beweging van de plathelminthes

er komen drie goed ontwikkelde spierlagen voor (nieuw)

6
New cards

omschrijf de bouw en de verschillende vormen van de plathelminthes

  • ze zijn meestal uitgesproken dorsoventraal afgeplatte wormen zonder echte segmentatie

  • de bouw van het lichaam vertoont een kopstreek (cefalisatieproces), een achterste streek en een dorsale en ventrale streek

  • enoparasitaire soorten hebben een cuticula en een vasthechtingsorgaan

  • bij de turbellaria is de epidermis zacht en aan de buikzeide van trilharen voorzien

  • de overige parasitaire platwormen zijn voorzien van een taaie cuticula

  • de trematoda is de cuticula voorzien van zuignappen, al dan niet gecombineerd met haken in het geval van de cestoda

7
New cards

omschrijf de skeletvorming van de plathelminthes

  • ze hebben geen vorming van een chorda dorsalis

  • ze hebben geen uit- of inwendig skelet

8
New cards

omschrijf het ademhalingsstelsel en excretie stelsel van de plathelminthes

de ademhaling gebeurt door diffusie door de huid, er is geen bloedsomloop

9
New cards

omschrijf het verteringsstelsel van de plathelminthes

  • het spijsverteringsstelsel is een gevorkte darmzak die meestal vertakt is en alleen een mond maar geen anus heeft

  • de endodermcellen nemen door de fagocytose voedsel op dat min of meer vloeibaar is

  • de vertering is hoofdzakelijk intracellulair

  • bij lintwormen is de darmzak afwezig

10
New cards

omschrijf het zenuwstelsel van de plathelminthes

  • bij de platwormen treft men voor het eerst cefalisatie aan: het concentreren van zenuwcellen in de kopstreek

  • hun zenuwstelsel bestaat uit het touwladdersysteem

  • ze hebben verschillende zintuigen zoals statocysten, fotoreceptoren, tactiele receptoren, chemoreceptoren…

11
New cards

leg uit wat het touw ladder systeem is in verband met het zenuwstelsel van de plathelminthes

het zenuwstelsel bestaat uit één paar vooraan in het dier gelegen zenuwring, die met 1 tot 3 paar longitudinale zenuwstrengen, voorzien van dwarsverbindingen verbonden is

12
New cards

beschrijf de voortplanting van de pathelminthes

  • ze doen meestal aan geslachtelijke voortplanting

  • ze zijn meestal hermafrodiete dieren met een inwendige bevruchting: kruisbevruchting is de regel alhoewel zelfbevruchting soms ook voorkomt

  • de eitjes (cercariën) zijn microscopisch klein: ze bestaan uit een oöcyt die samen met dooiercellen omgeven worden door een schaaltje in de schaalklier

  • soms planten ze zich ook ongeslachtelijk voor door dwarsdeling

  • het regeneratie vermogen is zeer groot

13
New cards

wat bedoelen we met fysiologische antero-posterieure gradiënt

dat wil zeggen dat het regeneratie vermogen af neemt van het kopgedeemte naar het staartgedeelte

14
New cards

in welke drie 3 klasse worden de platwormen ingedeeld

klasse I: turbellaria of trilhaarwormen:

  • ze zijn zelden parasitair vrijwel niet parasitair

bv. planaria

klasse II: trematoda of zuigwormen:

  • alle zuigwormen zijn parasitair, vooral van vertebraten

  • ze hebben vaak complexe levenscycli die er op berust zijn het nakomelingsschap zoveel mogelijk te verzekeren

  • het lichaam is bedekt met cuticula aan de buikzijde niet bezet met cilia maar met zuignappen waarme het zich vasthecht aan de gastheer

  • de volwassen dieren hebben een darmzak die meestal gevorkt en vertakt is

bv. de grote leverbot en de kleine leverbot

klasse III: cestoda of lintwormen:

  • alle lintwormen zijn endoparasiet, die vooral leven in het spijsverteringsstelsel van de vertebraten

  • het lichaam is bedekt met een cuticula en kan naast zuignappen ook haken bevatten

  • ze hebben geen darmzak of mond

  • het lichaam is meestal een lintwormige keten van proglottiden (geen segmenten) vastgehecht aan het mondloze kopgedeelte namelijk de scolex

  • de bouw van de lintworm is gefocust op een maximale reproductie

bv. de runderlintworm of ongewapende lintworm

15
New cards

welke eigenschappen bezitten parasieten (ontwikkeling van niet-parasitair naar een parasitaire levensvorm)

  • ontwikkeling van een vasthechtingsorgaan: zuignappen of haken

  • reductie van het voortbewegingsorgaan

  • reductie van zintuigen

  • reductie van het spijsverteringsstelsel en absorptie van voedingsstoffen doorheen de lichaamswand bij endoparasieten

  • bij endoparasieten: de cuticula beschermt de wormen tegen de spijsverteringsenzymen uit de darm, toch is ze permeabel voor water en eenvoudige voedingsstoffen

  • toename van een aantal nakomelingen door een groteren eindproductie (lintwormen) en / of ongeslachtelijke voortplanting, voorkomen van vrije stadia die verspreiding en overdracht van een soort mogelijk maken

16
New cards

bespreek een voorbeeld van de plathelminthes

de fasciola hepatica ookwel de grote leverbot:

  • ze zijn parasieten die voor komen in de galkanalen van het schaap, runderen…

  • het bevind zich dus NIET in de lever

  • ze veroorzaken leverbotziekte, een ziekte die vooral problematisch is bij jonge dieren

  • het zuigt bloed uit de galwegen en voedt zich met levercellen

  • het is 2 à 3 centimeter groot

  • het is een parasiet met gastheerwisselingen (heteroxeen):

→ tussengastheer: slakken

→ eindgastheer: rund of schaap

17
New cards

welke problemen verooraakt de leverbot

  • leverbot berokkent het meest schade aan bij jongvee, schapen en lammeren

  • leverbotziekte kent een chronisch verloop met als symptomen: vermagering, bloedarmoede, daling van de melkproductie bij melkgevende dieren

  • oudere dieren zijn hier minder gevoelig aan

18
New cards

geef een overzicht van de 3 belangrijkste lintwormen

lintworm: hoofdgastheer: tussengastheer: naam van de larve:

- runderlintworm - mens - rund - cysticercus bovis

- varkenslintworm - mens - varken (mens) - cysticerus cellulasae

- hondenlintworm - hond (kat) - schaap, mens, - hydatide

paard en rund

19
New cards

geef een synoniem voor de runderlintworm en de varkenslintworm

de runderlintworm wordt ook de ongewapende lintworm genoemd, de varkenslintworm noemt men ook de gewapende lintworm

20
New cards

hoe kun je de runderlintworm en de varkenslintworm onderscheiden van elkaar

  • de runderlintworm bevat enkel zuignappen om zich vast te hechten

  • de varkenslintworm heeft ook bijkomende haken (hakenkrans op de scolex)

21
New cards

beschrijf de bouw van de lintworm

alle lintwormen hebben min of meer dezelfde bouw:

  • na de kleine mondloze kop = scolex volgt de hals die als groeizone voorkomt: hier ontstaan steeds nieuwe schijnsegmenten (proglottiden) of schakels

  • het aantal schijnsegmenten en de vorm van de kop is lintwormafhankelijk

  • de kop is klein en voorzien van vasthechtingsmechanismen

22
New cards

omschrijf de schijnsegmenten of schakels van de lintwormen

  • elke schakel is hermafrodiet

  • het mannelijke gaslachtsapparaat is eerst rijp, het bevrucht het vrouwelijke segment

  • de schijnsegmenten die zich achteraan het lichaam bevinden zijn groter, ouder en bevatten bevruchten eicellen

  • wanneer de eieren rijp zijn de proglottiden zo zwaar geworden dat ze afbreken en via de peristaltische beweging van de dunne darm het lichaam van de gastheer verlaten met de facies

23
New cards

beschrijf de levenscyclus van de lintworm (type: runderlintworm)

de ontwikkelingscyclus impliceert doorgang door 2 verschillende gastheren: de mens en het rund

  • de overgang van de ene naar de andere gastheer is passief en gaat gepaard met larvale gedaantewisselingen

  • de volwassen geslachtrijpe lintworm kan voorkomen in de dunne darm van de mens en kan een lengte bezitten van gemiddeld 4 à 12 meter maar kan tot 25m bedragen

  • de mens is dus de hoofdgastheer

  • de rijpe schijnsegmenten die vol met eitjes zitten verlaten het menselijk lichaam met de fecaliën

  • de eitjes ontwikkelen zich tot larve

  • deze larven worden door het rund opgenomen door te grazen

  • de larve komen terecht in het spijsverteringskanaal van het rund

  • de larve komen in de spieren terecht van het rund

  • uiteindelijk vormt zich een baasworm of vin, deze kan zich vestigen in de spieren

24
New cards

hoe word de mens besmet met een lintworm

door de blaasworm bij het eten van rundervlees (vlees = spieren)

25
New cards

hoe kan men besmetting met lintworm voorkomen

door de cyclus te doorbreken:

  • keuren van het vlees op blaaswormen

  • verhitten van vlees: dus geen rauw rundvlees eten (de blaasworm is niet hitteresistent)

  • diepvriezen van vlees (de blaasworm is niet koudresistent)

26
New cards

welke lintworm is zo goed als uitgeroeid in vlaanderen

de varkenslintworm is zo goed als uitgeroeid in vlaanderen:

  • dit omdat door intensieve verkensteelt in hokken varkens praktisch niet meer in contact kan komen met menselijke faecies

  • als er toch varkenslintworm voorkomt, is dit gewoonlijk door importgevallen

27
New cards

geef een synoniem voor de nemathelminthes

de ronde wormen

28
New cards

omschrijf de habitat van de nemanthelminthes

ze zijn vrijlevend of parasiet van plant en dier

29
New cards

omschrijf de algemeene embryogenetische kenmerken van de nemathelminthes

  • ze zijn triblastisch histozoa

  • ze hebben een pseudocoeloom: dit is een met vocht gevulde holte zonder eigen bekleding

  • er is een doorlopend spijsverteringsstelsel

  • ze zijn protostoom

  • ze zijn hyponeurii

30
New cards

omschrijf de het spierstelsel en beweging van de nemathelminthes

de spiervezels in de lichaamswand zijn alleen van het lingitudinale type zodat het lichaam alleen dorsoventrale slingerbewegingen kan maken

31
New cards

omschrijf de bouw en verschillende vormen van de nemathelminthes

  • ze hebben een langwerpig, slank en cylindrisch lichaam dat beschermd word door een taaie cuticula

  • het lichaam is opgebouwd uit twee cilinders: → een buitenste lichaamsholte (cuticula)

→ een binnenste lichaamsholte (het spijsverterings- ) (kanaal )

  • tussen de twee lichaamsholte licht de pseudocoeloom

  • het lichaam versmalt naar het vooreinde toe en vooral naar het achtereinde toe

  • het lichaam word onderverdeeld in lichaamsstreken: → ventrale zijde: excretieporus, anus en genitale opening → terminaal vooraan: mond met meestal 6 lobvormige lippen

32
New cards

omschrijf de skeletvorming van de nemathelminthes

  • er is geen vorming van de chorda dorsalis

  • het pseudocoeloom in combinatie met een taaie cuticula moet dienst als steunelement het is een hydraulisch skelet

33
New cards

omschrijf het ademhalingssysteem en excetie stelsel van de nemathelminthes

er is ademhaling zonder speciale organen (diffusie) maar er is geen bloedsomploop

34
New cards

omschrijf het verteringsstelsel van de nemathelminthes

het spijsverteringsstelsel is een rechte, weinig gedifferentieerde buis met een mond en anus aan de twee lichaamsuiteinden, het is niet gespierd

35
New cards

omschrijf het zenuwstelsel van de nemathelminthes

  • het zenuwstelsel bestaat uit een rond de pharynx gelegen zenuwring van waaruit verschillende zenuwen naar voor en achter het lichaam vertrekken

  • aanwezigheid van zintuigorganen of receptoren

36
New cards

omschrijf de voortplanting van de nemathelminthes

  • ze planten zich enkel geslachtelijk voor

  • gewoonlijk van gescheiden geslacht: de mannetjes zijn meestal kleiner dan de vrouwtjes (geslachtsdimorfisme)

  • de bevruchting is inwendig

  • de eitjes zijn klein en omgeven door een chitinelaag, chitine is zeer resistent

  • sommige nematoden zijn hermafrodiet, zelfbevruchting en kruisbevruchting zijn mogelijk

  • de larven vervellen meerdere malen alvorens het volwassen staduim te bereiken

  • er ontbreekt een regeneratievermogen

37
New cards

in welke groepen worden de ronde wormen ingedeeld

de ronde wormen kunnen in verschillende klassen ingedeeld word:

  • spoelwormen: bevatten parasieten van mens en dier

  • aarswormen: bevatten parasieten van mens en dier

  • de aaltjes: bevatten parasieten van planten

(bij de drie groepen komen zowel mannelijke als vrouwelijke diertjes voor)

38
New cards

geef voorbeeld van de nemathelminthes bij dieren

de varkensspeolworm (ascaris suum):

- voorkomen

  • de spoelworm is een belangrijkste parasiet bij het varken, hij komt zowel voor bij zeugen als bij biggen en vleesvarkens

  • deze soort komt nog veelvuldig voor en veroorzaakt veel economische schade in de varkenshouderij

- symptonen:

  • de wonden veroorzaakt door de trektocht van de larven door de organen vormen zwakke plekken voor bacteriele en virale infecties

  • darmobstructie

  • de wormen voeden zich waardoor de voederconversie slechter wordt, groei-achterstand en vruchtbraaheidsproblemen kunnen optreden

39
New cards

geef kenmerken van de varkenspoelworm

  • de varkenspoelworm is monoxeen

  • het kan zich enkel geslachtelijk voortplanten

  • de varkenspoelworm kan zoönotisch zijn

40
New cards

omschrijf de levenscyclus van de varkenspoelworm

de levenscyclus is vergelijkbaar met deze van de ascaris lumbricoïdes (spoelworm bij de mens):

  • de cycli van de rondwormen word gekenmerkt door een geslachtelijke voortplanting, waarbij er een overdracht is van meestal nog niet geëmbryoneerde eieren die bijzonder resistent zijn

  • na de embryonatie ontstaan larven die meerdere vervellingen ondergaan met eventuele rusttoestand en infectieve stadia om eens ze geslachtsrijp zijn, zich geslachtelijk voort te planten

41
New cards

geef een voorbeeld van de nemathelminthes bij de mens

  • de spoelworm bij de mens (ascaris lumbricoïdes) is de meest voorkomende parasitaire worm bij de mens

  • hij word slechts gevaarlijk wanneer hij in grote getallen aanwezig is of wanneer hij de darwand doordringt en de lever en galwegen kan bereiken

42
New cards

omschrijf de levenscyclus van de spoelworm bij de mens (ascaris lumbricoïdes)

  • de volwassen spoelworm leeft in het lumen van de dunnen darm van de mens en voedt zich met darminhoud

  • de vrouwelijke worm legt ongeveer 200 000 eitjes per dag, deze eieren zijn al of niet bevrucht

  • de eitjes zijn niet-infectieus en zijn nog niet geëmbryoneerd, de ascaris eieren komen vrij met de faeces

  • doordat de eieren op dit staduim nog niet infecties zijn is autoinfectie uitgesloten

  • in gunstige omstandigheden (temperatuur, vochtigheid) embryoneren de eitjes, hierbij ontstaat een embryo die vervolgens in het ei via vervellingen overgaat naar een eerste en tweede larvaal stadium

  • de geëmbryoneerde eitjes zijn zeer infectieus en zijn omgeven door 3 beschermingslagen bestaande uit onder andere chitine, deze drie lagen bieden het embryo een bijna volmaakte bescherming tegen allerlei hachelijke toestanden zoals ongunstige klimatologische omstandigheden en tegen allerlei ontsmettingsmiddelen

  • de geëmbryoneerde eitjes blijven infectieus gedurende maximaal 7 jaar

43
New cards

hoe worden mensen besmet de speolworm (ascaris lumbricoïdes)

mensen worden besmet na orale inname van deze geëmbryoneerde eieren via vervuild water, vuile handen of besmet voedsel, komen de larve uit de eieren vrij in de dunne darm van de nieuwe gastheer (mens)

44
New cards

hoe verspreiden de larve van de spoelworm bij de mens (ascaris lumbricoïdes) zich doorheen het lichaam

  • de larve migreren met behulp van lytische enzymes doorheen de darmmucosa naar de lymfe- en bloedvaten, via de leverpoortader bereiken ze na circa 3 dagen de lever daarna het hart en finaal de longen

  • in de longen gaan de groeiende larven tweemaal vervellen en dringen vervolgens zond de tiende tot vijftiende dag na het begin van de infectie door naar de longalveolen, samen met het longslijm worden de larven getransporteerd naar de epiglottis (keel)

  • de larven worden vervolgens ingeslikt en komen zo via de slokdarm en maag in de dunnen darm terecht, hier groeien de larven uit ti volwassen wormen, deze wormen gaan zich geslachtelijk voortplanten en de cyclus begint opnieuw

45
New cards

geef nog enkele voorbeelden van de nemathelminthes

- de aarsmade:

  • de aarworm is de meest frequente parasitaire worm in België, hij komt vooral voor bij in de darm bij kinderen

- de spiertrichine:

  • komt voor bij de mens en andere dieren zoals varkens, everzwijnen, op deze rondworm wordt er ook postmortem gekeurd

- aaltjes of nematoden:

  • nematoden komen overal voor, ze zijn miniscuul klein, leven in de grond en voeden en vermenigvuldigen zich ten koste van levend plantenmateriaal

  • wanneer ze in grote getale in de grond voorkomen, kunnen ze heel wat schade veroorzaken

  • bij de teelt van bieten, aardappele, groenten en maïs… maar ook in de sierteelt moet men proneren de schade door aaltjes te beperken

  • enkele voorbeelden van plantenparasiterende aaltjes zijn: aarbeienaaltjes, stengaaltjes…

  • insectenparasiterende nematoden kunnen vanwege hun gastheerspecificiteit ingezet worden voor de biologische bestrijding bijvoorbeeld tegen taxuskeverlarven

- parascaris equorum bij het paard

- toxocara canis bij de hond

46
New cards

geef een synoniem voor de annelida

de ringwormen

47
New cards

omschrijf de habitat van de annelida

  • zij komen voor op het land, un zoet en in zout water

  • sommige soorten zijn parasitair

48
New cards

omschrijf de algemene embryogenetische kenmerken van de annelida

  • ze zijn triblastische histozoa

  • ze hebben een coeloom: deze is ontstaan door een holtevorming in het mesoderm dat meestal goed ontwikkeld is en door septa in segmenten verdeeld is

  • ze zijn protostoom

  • ze hebben homonome segmenten

  • ze zijn hyponeurii

49
New cards

omschrijf de celdifferentiatie van de annelida

ze hebben een doorgedreven celdifferentiatie

50
New cards

omschrijf het spierstelsel van de annelida

  • zowel op de lichaamswand als op de darmwand komen een laag circulaire en longitudinale spieren voor

  • alle bewegeingsrichtingen zijn mogelijk

51
New cards

omschrijf de bouw van de annelida

  • ze hebben een langwerpig lichaam dat in de regel zowel inwendig (door septa) als uitwendig gesegmenteerd is (groeve)

  • bij sommige soorten komen chitineuze aanhangsels voor die we borstels noemen

52
New cards

beschrijf de skelet vorming van de annelida

  • ze hebben geen chorda dorsalis

  • ze hebben wel een hydraulisch skelet: het coeloom is opgevuld met vocht

53
New cards

omschrijf het ademhalingsstelsel van de annelida

  • de ademhaling gebeurt door de huis (diffusie)

  • bij sommige soorten komen kieuwen voor

  • er is een geslote bloedsomloop, in het bloedplasma vind men gewoonlijk opgeloste hemoglobine: er is dus nog geen ontwikkeling van rode bloedcellen

54
New cards

omschrijf het excretiestelsel van de annelida

het excretiestelsel bestaat uit één paar nefridia per somiet, zij verwijderen afvalstoffen uit het bloed en de coeloomvloeistof en brengen die direct naar de buitenwereld

55
New cards

uit welke drie delen bestaat een nefridium (excretiestelsel van de annelida)

het bestaat uit:

  • het nefrostoom

  • het kronkelbuisje

  • de nefridioporus

56
New cards

omschrijf het spijsverteringsstelsel van de annelida

  • het spijsverteringsstelsel is buisvormig ( niet hetzelfde als de coeloomholte), heeft een mond en een anus en doorloopt de gehele lengte van het dier

  • de darmwand is gespierd (nieuw)

57
New cards

omschrijf het zenuwstelsel van de annelida

  • het zenuwstelsel bestaat uit een paar cerebrale ganglia (hersenen) van waaruit twee connectieve vertrekken die de slokdarm omvatten en die dan aan de ventrale zijde de gehele lengte van het dier doorlopen

  • in elk segment ligt er een ganglion verbonden met laterale zenuwen

  • er zijn ook sensorische cellen en organen voor de waarneming van smaak, licht en tast

58
New cards

omschrijf de voortplanting van de annelida

ze planten zich meestal sexueel voor: ze zijn hermafrodiet of van gescheiden geslacht

59
New cards

in welke klassen worden de annelida onderverdeeld

  • de klasse der oligochatae zoals de regenworm

  • de klasse der hirudinea zoals de paardenbloedzuiger

60
New cards

geef voorbeelden van de annelida

de regenworm (lumbricus terrestris):

  • regenwormen voeden zich met aarde en afgestorven plantendelen, ze graven doepe galerijen in de boden die ze slechts snachts verlaten

  • ze zorgen voor een goede drainering en verluchting van de grond

  • ze bevorderen de humusvorming

de zeeduizendpoot (nereis sp.)

  • de zeeduizendpoot is dus geen duizendpoot

de paardenbloemzuiger (hirudo medicinalis)