Flashcards over Geneesmiddelenerupties

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/46

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards om de belangrijkste concepten over geneesmiddelenerupties te leren.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

47 Terms

1
New cards

Geneesmiddelenerupties

  • Medicamenteuze reactie waarbij 45% van de gevallen huidletsels vertoont.
  • Treft 2-3% van de gehospitaliseerde patiënten.
2
New cards

Kenmerken van levensbedreigende huidreacties

  • Erosies van de mucosa: Beschadigingen van de slijmvliezen (mond, ogen, geslachtsdelen).
  • Blaren: Met vocht gevulde blaasjes op de huid.
  • Huid die loskomt bij wrijving (teken van Nikolsky): Bovenste huidlaag laat gemakkelijk los.
  • Confluerend donker erytheem: Samenvloeiende rode huiduitslag.
  • Angio-oedeem en zwelling van de tong: Zwelling van diepere huidlagen en de tong.
  • Palpabele purpura: Voelbare, niet-wegdrukbare rode vlekjes (bloeduitstortingen).
  • Huidnecrose: Afsterving van huidweefsel.
  • Zwelling van de lymfeklieren: Vergrote lymfeklieren.
  • Verhoogde leverenzymen: Afwijkende leverfunctie.
  • Dyspnoe: Kortademigheid.
  • Hypotensie: Lage bloeddruk.
3
New cards

Exantheem

Uitslag op de huid.

4
New cards

Enantheem

Uitslag op de slijmvliezen.

5
New cards

Types reacties

  • Toxisch

  • Allergisch

  • Intolerantie

  • Andere

6
New cards

Medicamenteuze hypersensitiviteit type A

  • Voorspelbare ‘normale’ bijwerkingen = toxisch

  • Dosisafhankelijk.

  • Niet immunologisch: Geen reactie van het immuunsysteem.

  • Iedereen kan ze hebben.

7
New cards

Medicamenteuze hypersensitiviteit type B

  • Onvoorspelbare bijwerkingen.
  • Kan zowel immunologisch als niet-immunologisch zijn.
  • Treedt herhaaldelijk op bij nieuwe blootstelling, ook bij ‘normale’ doseringen.
  • Kruisreactie met chemisch gelijkaardige medicatie mogelijk.
  • Enkel bij overgevoelige patiënten.
8
New cards

Presentaties van allergische reacties door geneesmiddelen

  • Maculopapuleuze erupties: Vlekkerige huiduitslag met kleine verhevenheden.
  • Urticariële erupties: Galbulten (netelroos).
  • Angioneurotisch oedeem: Diepe zwelling van de huid.
  • Vesico-bulleuze erupties: Huiduitslag met blaasjes en blaren.
  • Lichenoïde erupties: Huiduitslag lijkend op lichen planus.
  • Purpura: Huidbloedingen.
  • Pruritus: Jeuk.
  • Eczeem: Huidontsteking.
  • ‘Fixed drug erupties’: Huiduitslag die steeds op dezelfde plek terugkomt.
  • Lupus-achtige erupties: Huiduitslag lijkend op lupus erythematodes.
  • Exfoliatieve dermatitis: Ernstige schilferende huidontsteking.
  • Erythema multiforme: Huiduitslag met schietschijf-achtige laesies.
  • Toxische epidermale necrolyse (TEN): Levensbedreigende reactie met loslating van de huid.
  • Foto-allergische reacties: Reacties na blootstelling aan zonlicht.
9
New cards

Type I Hypersensitiviteitsreacties

Reacties van het onmiddellijke type: Treedt snel op na blootstelling aan een allergeen.

10
New cards

Type II Hypersensitiviteitsreacties

Antilichaam gemedieerde reacties: Reacties waarbij antilichamen een rol spelen.

11
New cards

Type III Hypersensitiviteitsreacties

Immuuncomplexreacties: Reacties waarbij immuuncomplexen neerslaan in weefsels.

12
New cards

Type IV Hypersensitiviteitsreacties

Reacties van het vertraagde type: Reacties die pas na enkele dagen optreden.

13
New cards

Oorzaken van Type I allergie (urticaria en angio-oedeem)

  • NSAIDs: Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

  • Penicilline: Een type antibioticum.

  • Sulfonamiden: Een andere groep antibiotica.

Enkel angio-oedeem bij ACE inhibitoren

IgE AL closslinken en binden aan medicijn antigen → mastcel activeren → volgende substanties komen vrij:

  • Histamine

  • PG

  • Leukotriënen

  • Tryptase

  • Cytokines

Mogelijke reacties

  • Urticaria

  • angio-oedeem

  • Hypotensie

  • Dyspneu

  • Anafylaxie

14
New cards

Serumziekte (Type III Allergie)

Geneesmiddel antigen en antigen celmembraan rbc lijken op elkaar

→ complexvorming → complement + fagocytose → celschade

  • Auto-immune hemolytische anemie

  • Immune trombocytopenie

  • Transfusiereacties

  • Vasculitis

Tussen 5 dagen en 3 weken na eerste inname

Herhaalde inname: 1-3 dagen

15
New cards

Symptomen van serumziekte (Type III Allergie)

  • Koorts.
  • Urticaria: Galbulten.
  • Angio-oedeem: Zwelling van diepere huidlagen.
  • Pijn en zwelling van de gewrichten.
  • Lymfadenopathie: Vergrote lymfeklieren.
  • Soms nefritis: Nierontsteking.
  • Endocarditis met eosinofilie: Ontsteking van de binnenwand van het hart met verhoogd aantal eosinofielen.
16
New cards

Uitlokkers van serumziekte (Type III Allergie)

  • Immuunglobulines: Antistoffen.
  • Aspirine: Een pijnstiller.
  • Antibiotica.
17
New cards

Type IV reactie

Meest voorkomende geneesmiddelenerupties

APC neemt antigen GM op → presenteert aan CD4 → verhoogde cytokineproductie + activatie macrofaag en CD8 → reactie

7-20 dagen na blootstelling

Niet dosisgerelateerd

Recidief indien zelfde/ gelijkaarig medicament w toegedient

18
New cards

Exanthemateuze (maculopapuleuze) reacties

  • Type IV reactie, meest frequent

  • 95% van alle huidreacties door medicatie.

  • Vaak jeuk.

  • Vaak symmetrisch: Aan beide zijden van het lichaam.

  • Vooral op de romp en extremiteiten (armen en benen).

  • Tussen 4-14 dagen na start medicatie

  • Later schilfering

Soms progressie: erythrodermie of ernstige med reacties

→ TEN/ DRESS

→ pijnlijke donkerrode/ purpurische letsels

DD: bacteriële/ virale eruptie

19
New cards

Gekende uitlokkende medicatie voor exanthemateuze reacties

  • Antibiotica (amoxicilline, sulfonamiden).

  • Carbamazepine: Een anti-epilepticum.

  • NSAIDs: Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

+ co-factoren: virale infectie, auto-immuunziekten, genetische voorgeschiktheid, multimedicatie

Behandeling:

  • Hydratatie

  • Veel last: antihistamine, topisch corticoid

  • Stop oorzakelijke medicatie indien mogelijk

20
New cards

Fixed drug erupties

  • Scherp omlijnde, ronde of ovale erythemateuze verheven plaques.

  • Vaak paars-bruine kleur.

  • Soms vorming van vesikels of bullae (blaasjes of blaren).

  • Keert steeds op dezelfde plaats terug bij herhaalde inname van het medicament.

  • Handen, voeten, genitaliën, perianale huid

  • Donkere huidtypes: hyperpigmentatie postinflammatoir

21
New cards

Uitlokkers van fixed drug erupties

  • Antibiotica.
  • NSAIDs: Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.
22
New cards

SDRIFE (Baboon Syndroom)

  • Symmetrical Drug-Related Intertriginous and Flexural Exanthema

  • Erytheem van de billen, de liezen en de oksels na systemische blootstelling aan een geneesmiddel.

  • Type IV reactie: Een vertraagde allergische reactie.

  • Uren - 2 dagen na blootstelling

  • Geen systemische symptomen - laag risico

23
New cards

Uitlokkende factoren SDRIFE

AB

Antimycotica

24
New cards

Erythema exsudativum multiforme

  • Vaak veroorzaakt door Herpes virus of Mycoplasma.

  • Acuut en doorgaans zelflimiterend: Geneest vaak vanzelf.

  • Duur <4 weken

  • Symmetrisch: Aan beide zijden van het lichaam.

  • Typische schietschijf letsels.

  • Regelmatig herhaaldelijk

25
New cards

Reactieve infectieuze mucocutane huideruptie (RIME)

Prodromale fase

  • Koorts.

  • Hoest.

  • Malaise: Algeheel gevoel van onwel zijn.

Mucosale aantasting

  • Orale, oculaire en urogenitale aantasting: Betrokkenheid van de mond, ogen en geslachtsdelen.

Wisselende huidaantasting.

Epidemiologie

  • Mannen > vrouwen

  • Kinderen, jongvolwassenen → gem leeftijd 12j

  • Meer in winter

26
New cards

Infecties geassocieerd met RIME

  • Mycoplasma pneumoniae.
  • Chlamydia pneumonia.
  • Influenza: Griep.
  • Rhinovirus: Verkoudheidsvirus.
  • Enterovirus.
27
New cards

Acute generalised exanthematous pustulosis (AGEP)

  • Kleine, niet-folliculair gelegen pustels (< 5 mm) op erythemateuze achtergrond: Kleine puistjes, niet gebonden aan haarzakjes, op een rode huid.

  • Koorts (>38°C).

Oorzaak

  • 90% geneesmiddelen

  • 10% infectieus: viraal/ bacteriëel

Behandeling: stop medicatie

28
New cards

Drug rash with eosinophilia and systemic symptoms (DRESS)

Stappenplan

  • Koorts.

  • Oedeem van het gelaat: Zwelling van het gezicht.

  • Gegeneraliseerde papulopustulaire of exanthemateuze huideruptie: Huiduitslag met bultjes en puistjes over het hele lichaam.

  • Lymfadenopathie: Vergrote lymfeklieren.

  • Hematologische abnormaliteiten (hypereosinofilie): Afwijkingen in het bloedbeeld, met name een verhoogd aantal eosinofielen.

  • Orgaanaantasting: Betrokkenheid van interne organen.

    → hepatitis, nefritis, pneumonitis, myocarditis, …

Mortaliteit 10%

29
New cards

Nieuwe naam DRESS

DISH = drug induced hypersensitivity syndrome

30
New cards

Oorzaken van DRESS

  • Anti-epileptica: Middelen tegen epilepsie.
  • Dapsone: Een antibioticum.
  • Allopurinol: Een middel tegen jicht.
  • Trimethoprim-sulfamethoxazole: Een antibioticum.
31
New cards

Stevens-Johnson syndroom

  • Ernstige mucocutane ziekte met algemene malaise: Ernstige aandoening van de huid en slijmvliezen met een algeheel gevoel van onwel zijn.

  • Slijmvliesafwijkingen.

  • Loslating van de huid < 10% BSA: Loslating van minder dan 10% van het lichaamsoppervlak.

  • = Type IV reactie

32
New cards

Toxische epidermale necrolyse (TEN) = LYELL

  • Levensbedreigende aandoening met hoge koorts.

  • Confluerend erytheem en necrolyse: Samenvloeiende rode huiduitslag en afsterving van de huid.

  • Loslating van de huid (> 30% BSA): Loslating van meer dan 30% van het lichaamsoppervlak.

  • Target letsels

  • Teken Nikolsky +

  • BSA 10-30% = overlap SJS/TEN

  • Typisch 1-3 weken na start behandeling

Paarse kleur = slecht teken

33
New cards

TEN behandeling

Oorzakelijke medicatie stoppen

Lokale wondzorg

34
New cards

Medicatie die vaak ernstige reacties geven (Stevens-Johnson syndroom/Toxische epidermale necrolyse)

  • Allopurinol: Een middel tegen jicht.
  • Anti-epileptica: Middelen tegen epilepsie.
  • Beta-lactam antibiotica: Een groep antibiotica.
  • NSAIDs: Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.
  • Sulfonamiden: Een groep antibiotica.
35
New cards

Medicatie die vaak DRESS geven

  • Minocycline: Een antibioticum.
  • Sulfasalazine: Een middel tegen reuma en darmontstekingen.
36
New cards

Risicofactoren voor geneesmiddelenerupties

  • HIV patiënten x10

  • CD4 <200cellen/microliter → 10-50x hoger risico exanthemateuze erupties sulfamethoxazole

  • Vrouwen.

  • Ouderen.

  • Multimedicatie: Gebruik van meerdere medicijnen tegelijkertijd.

37
New cards

Diagnostische testen voor geneesmiddelenerupties

  • Huidbiopsie: Onderzoek van een stukje huid onder de microscoop.
  • Directe immuunfluorescentie bij blaarziekten: Onderzoek naar antistoffen in de huid bij blaarvorming.
  • Bloedonderzoek.
  • IgE RAST test: Test om allergieën aan te tonen.
  • Priktesten: Huidtesten om allergieën aan te tonen.
  • Intracutane testen/Intradermale testen: Huidtesten om allergieën aan te tonen.
  • Plaktesten: Huidtesten om contactallergieën aan te tonen.
  • Provocatietesten: Het toedienen van het verdachte medicament om een reactie uit te lokken.
38
New cards

Oorzaken van Erythema multiforme, RIME en Stevens-Johnson syndroom/Toxische epidermale necrolyse

  • Herpes simplex virus: EM

  • Mycoplasma: RIME

  • Medicatie: TEN/SJS

39
New cards

Medicatie die huidziekten kunnen uitlokken

  • Antihypertensiva (beta-blokkers): psoriasus

  • Fototoxische medicatie: lupus

  • NSAIDs: urticaria

  • Codeïne: urticaria

  • Corticoïden: acne

  • Diuretica: bulleus pemphigoid

  • Veel medicatie: jeuk

40
New cards

‘Anafylactoïde’ reacties (type I -achtig)

  • Directe activatie vaso-actieve stoffen (histamine, prostaglandines): Stoffen die de bloedvaten beïnvloeden.
  • Bijvoorbeeld door salicylaten, opiaten, contrastmiddelen.
41
New cards

Reacties die op het cytotoxische type gelijken (Type II)

  • Enzymdeficientie (bv. glucose-6-fosfaatdehydrogenase deficiëntie): Tekort aan een bepaald enzym.
  • Bijvoorbeeld anemie: Bloedarmoede.
42
New cards

Type III-achtige reacties

  • Vasculitisbeeld bij coumarine necrose: Ontsteking van de bloedvaten bij necrose door coumarinederivaten (bloedverdunners).
43
New cards

Type IV-achtige reacties

  • Op eczeem gelijkende huiderupties.
44
New cards

Medicatie die acneïforme huiderupties veroorzaken

corticosteroïden, anti-epileptica, tuberculostatica, androgene hormonen.

45
New cards

Medicaties die haaruitval veroorzaken

Cytostatica: methotrexaat

Retinoïden

46
New cards

Medicaties die pigmentveranderingen uitlokken

Hydroxychloroquine

Minocycline

47
New cards

Stappenplan

  1. Recente medicatie waarschijnlijke oorzaak → STOP

  2. Geen recente maar 1 verdacht medicijn → STOP

  3. Geen recente, meerde medicijnen

    1. Niet levensbedreigend

      1. Optie 1: stop medicatie die frequent huiderupties geeft

      2. Optie 2: stop alle niet-essentiële medicatie, daarna evt herinvoeren om de 2 weken

    2. Levensbedreigend: STOP alle medicatie

Flowshard DD/

knowt flashcard image

<ol><li><p>Recente medicatie waarschijnlijke oorzaak → STOP</p></li><li><p>Geen recente maar 1 verdacht medicijn → STOP</p></li><li><p>Geen recente, meerde medicijnen </p><ol><li><p>Niet levensbedreigend</p><ol><li><p>Optie 1: stop medicatie die frequent huiderupties geeft</p></li><li><p>Optie 2: stop alle niet-essentiële medicatie, daarna evt herinvoeren om de 2 weken</p></li></ol></li><li><p>Levensbedreigend: STOP alle medicatie</p></li></ol></li></ol><p>Flowshard DD/</p><img src="https://knowt-user-attachments.s3.amazonaws.com/8a19875e-5aa0-43b5-be1d-5d484b51ac49.png" data-width="100%" data-align="center" alt="knowt flashcard image"><p></p><p></p>