néerlandais admin

Lois du service public

Beginselen van de openbare dienst

Principes généraux du droit administratif

algemene beginselen van het administratief recht

droit public

publiek recht

privilège du préalable

dwingende kracht van de administratieve rechtshandeling

service public

openbare dienst

puissance publique

openbare macht

loi du changement

beginsel van de veranderlijkheid

principe de continuité du service public

beginsel van de continuïteit van de openbare dienst

dualité de juridiction

juridictioneel pluralisme

partage de compétence

bevoegdheidverdeling

unité de juridiction

eenheid van de rechtsmacht of juridictioneel

droit subjectif

subjectief recht

droit civil

burgerlijk recht

conseil d’état

raad van State

privilège

voorrecht

acte administratif

administrative rechtshandeling

controle juridictionnel

rechterlijk toezicht

juridiction administrative

administratief rechtscollege

droit commun

gemeen recht

retrait des actes administratifs

intrekking van bestuurshandelingen

acte de gouvernement

regeringsdaad

acte détachable

Afsplitsbare rechtshandeling of akte

particulier

rechtsonderhorige of privaatrechtelijke persoon

principe de proportionnalité

evenredigheidsbeginsel

droits de la défense

rechten van verdediging

principes de bonne administration

beginselen van behoorlijk bestuur

abus de droit

rechtsmisbruik

séparation des pouvoirs

scheiding der machten

principe d’égalité

gelijkheidsbeginsel

action administrative

bestuurlijk optreden of optreden van de overheid

droit d’exception

uitzonderingsrecht

cours et tribunaux ordinaires

gewone rechter

acte unilatéral

eenzijdige rechshandeling

contrat

overeenkomst

marché public

overheidsopdracht

acte matériel

materiële handeling

sources juridiques du droit administratif

bronnen van het administratief recht

hiérarchie des normes

hiërarchie der normen

fonctionnaire de fait

feitelijke ambtenaar

principe de non-discrimination

discriminatieverbod

force majeure

overmacht

principe de spécialité

specialiteitsbeginsel

compétence

bevoegdheid

Obligation de comparaison des titres et mérites des candidats en présence

Vergelijking van de titels en verdiensten van de verschillende kandidaten

égale admissibilité aux emplois publics

gelijke toegang tot het openbaar ambt

principe de non-rétroactivité

beginsel van de niet-terugwerkende kracht (of van niet-retroactiviteit)

objectif d’intérêt général

doelstelling van algemeen belang

théorie du respect des droits acquis

theorie van de verworven rechten

intangibilité des effets juridiques des actes individuels

onaantastbaarheid van de rechtsgevolgen van individuele handelingen

principe du contradictoire

beginsel van de tegenspraak

principe de l’audition préalable (ou droit d’être entendu)

hoorplicht

motion de méfiance

motie van wantrouwen

pleine juridiction

volle rechtsmacht

principe d’impartialité

onpartijdigheidsbeginsel

pouvoir d’appréciation discrétionnaire

discrretionaire beoordelingsbevoegdheid

principe de confiance légitime

vertrouwensbeginsel

autorité administrative

administratieve overheid

administration

bestuur

autorité

overheid

compétence discrétionnaire

discretionaire bevoegdheid

compétence liée

gebonden bevoegdheid

contestation à propos de droits subjectifs

subjectief geschil

contentieux objectif

objectief geschil

contentieux subjectif

subjectief geschil

nécessité

noodzakelijkheid

lois de réformes institutionnelles

wetten tot hervorming der instellingen

emploi des langues en matière administrative

gebruik van talen in bestuurszaken

statut administratif et pécuniaire des agents de l’Etat

administratief en geldelijk statuut de rijksambtenaren

pouvoirs subordonnés (ou collectivités subordonnées)

ondergeschikte besturen

lois coordonnées sur le CE

gecoördineerde wetten op de Raad van State

personnalité juridique

Rechtspersoonlijkheid

service public organique

openbare dienst in de organieke zin

service public fonctionnel

openbare dienst in de functionele zin

tâche d’intérêt général

taak van algemeen belang

organe territorial intercommunal

binnengemeentelijke territoriaal orgaan

enseignement libre subventionné

vrij gesubsidieerd onderwijs

pouvoir de décision unilétarle

eenzijdige (bindende) beslissingsbevoegdheid

personne de droit public

publiekrechtelijke rechtspersoon

organes

organen

organismes public

openbare instellingen

établissements d’utilité publique

instellingen van openbaar nut

fondation

stichting

service fédéral public

federale overheidsdienst

service fédéral de l’Etat à gestion séparée

staatsdiensten met afzonderlijk beheer

entreprises d’Etat

overheidsbedrijven

centralisation

centralisatie

décentralisation

decentralisatie

décentralisation territoriale

territoriale decentralisatie

décentralisation par service

dienstgewijze decentralisatie

tutelle

administratief toezicht

autorité de tutelle

toezichthoudende overheid

déconcentration

deconcentratie

délégation de pouvoir

delegatie van bevoegdheid

pouvoir hiérarchique

hiërarchisch gezag

intercommunale

intercommunale (vereniging)

intérêt communal

gemeentelijk belang

intérêt provincial

provinciaal belang

commune

gemeente

conseil communal

gemeenteraad

collège des bourgmestre et échevins

college van burgemeester en schepen