Studied by 2 peoplel’abonnement
het abonnement
l’avantage
het voordeel
le développement
de ontwikkeling
l’inconvénient
het nadeel
le public cible
de doelgroep
amusant(e)
prettig
bête
dom
nul, nulle
stom
entendre
horen
réfléchir
nadenken
s’abonner (à)
zich abonneren (op)
s’adresser à
zich richten tot
se souvenir de
zich herinneren
s’intéresser à
zich interesseren voor
l’appli(cation)
de app
l’internaute
de surfer (op het internet)
le lien
de link
le mot de passe
het paswoord
le moteur de recherche
de zoekmachine
le nom de l’utilisateur
de gebruikersnaam
les TIC
de ICT
numérique
digitaal
avoir acces à
toegang hebben tot
cliquer
klikken
éteindre l’ordinateur
de computer uitzetten
sauvegarder
bewaren, opslaan
se débrouiller
zich uit de slag trekken
taper
intikken
télécharger
downloaden
le fait divers
het nieuwsfeit
mentir
liegen
oser
durven
se tromper
zich vergissen
suivre l’actualité
op de hoogte blijven van de actualiteit
à propos de
in verband met
la chaîne
de zender
l’écran
het scherm
l’émission
de uitzending, het programma
l’immage
het beeld
l’info trafic
de verkeersinformatie
le journal télévisé
het (tv-) journaal
le technicien
de technicus
la télé
de tv
la télécommande
de afstandsbediening
augmenter le son
de klank luider zetten
baisser le son
de klank stiller zetten
écouter les nouvelles
naar het nieuws luisteren
enregistrer
opnemen
regarder les informations
naar het nieuws kijken
le Net
het internet
lire un journal en ligne
een krant online lezen
la pub, la publicité
de reclame
retenir
onthouden
le casque
de hoofdtelefoon
jouer à un jeu vidéo
een videospel spelen
le chargeur
de lader
la coque
de hoes
équipé(e) (de)
uitgerust (met)
occupé(e)
bezet
allumer son portable
zijn gsm aanzetten
appeler quelqu’un
iemand bellen
éteindre son portable
zijn gsm uitzetten
recharger
opladen
téléphoner à quelqu’un
iemand opbellen
la batterie est à plat
de batterij is plat
l’adresse mail
het e-mailadres
l’émoticône
de smiley
les réseaux sociaux
de sociale netwerken
être joignable
bereikbaar zijn
le bricoleur
de knutselaar
le fonctionnement
de werking
l’inventeur, l’inventrice
de uitvinder, uitvindster
l’invention
de uitvinding
l’objet
het voorwerp
adapter
aanpassen
bricoler
knutselen
développer
ontwikkelen
employer
gebruiken
inventer
uitvinden
servir à
dienen voor
uitiliser
gebruiken
le but
het doel
proposer de
voorstellen om te
écologique
ecologisch
efficace
efficiënt
innovant(e)
innoverend, vernieuwend
inutile
nutteloos
solaire
zonne-
utile
nuttig
enlever
wegnemen, verwijderen
l’adapteur
de adapter
l’emploi
het gebruik
brancher
aansluiten
appuyer sur
drukken op
insérer
insteken
valider
bevestigen
à l’aide de
met behulp van
l’outil
het werktuig, het gereedschap
la dimension
de afmeting, de omvang
la forme
de vorm
Note
Flashcard