1/28
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Vaardigheden/ competenties
vermogen om handeling bekwaam uit te voeren of probleem op te lossen; wordt vergaard door ervaring en oefening
reparatiereflex
direct oplossing willen bieden
Gespreksmodel van Egan
Gesprekkenreeks (of 1 gesprek) doorloopt verschillende fases
- Cyclisch gebeuren
- Van de ene fase kan overgegaan worden (of teruggegaan) naar andere fase
1. Probleemverheldering
2. Probleemnuancering
3. Probleembehandeling
Gespreksmodel van Egan: 3 fasen
1. Probleemverheldering
2. Probleemnuancering
3. Probleembehandeling
Probleemnuancering
Herformuleren, ordenen, kiezen van deelproblemen
- Genuanceerdere, overzichtelijke kijk op problemen
- Concretiseren
- Kiezen van deelproblemen
Probleemverheldering
Contact leggen, samen eerste zicht krijgen op problemen
- Eerste gesprek(ken)
- Opbouwen van vertrouwensrelatie
- Praktische aspecten
Probleembehandeling
Definiëren en kiezen van na te streven doelen, bereiken van die doelen in termen van gedrag (keuze van actie, instructie, evaluatie)
Vertrouwensfiguur
straal je naar de ander uit dat die bij je terecht kan: transparant zijn, jezelf zijn, de ander onvoorwaardelijk accepteren
- betekent niet dat je geen grenzen mag stellen
vertrouwensfiguur: kenmerken
1. Basishouding
- Onvoorwaardelijk accepteren
- Transparantie
- Echtheid
2. Zowel basishouding als -vaardigheden
- Luisteren en empathisch reageren
- Specifieke richtinggevende aandacht
Mededeelzame detective
Hoe verwerkt cliënt zijn informatie? Hoe maakt en beleeft hij zijn belevingswereld? Wat aan de hand? + anderzijds ook zo objectief mogelijk beeld van situatie bekomen - wat is er aan de hand?
Mededeelzame detectieve
Langs de ene kant informatieverwerking van client begrijpen en in belevingswereld geraken, anderzijds ook zo objectief mogelijk beeld van de situatie bekomen, wat is er aan de hand?
Mededeelzaam
- Als hulpverlener vertel je zoveel mogelijk wat er in je omgaat, vertellen wat jouw rol is, ...
- Als je iets niet goed begrijpt, als je ergens twijfels bij hebt, ...
- 'Ik ga allerlei vragen stellen omdat ik zo een objectief beeld kan vormen van uw situatie. Kan je eens wat meer vertellen over het gedrag van je kind?'
Docent
Rol waarbij je je dus tijdelijk positioneert boven de cliënt
- Vraag altijd om toestemming
- Vanuit expertrol iets meedelen (vb. we weten uit de literatuur dat...)
- Vind je het oke als ik je wat info geef over?
- Maar: je weet niet of cliënt in staat is een verandering in zijn belevingswereld aan te brengen
- Kan weerstand oproepen!
coach
Ga je naast de persoon staan om samen uit te zoeken hoe het aan te pakken, vol te houden, ...
- Van zodra mensen echt een vraag hebben 'hoe pak ik het aan' (in derde stadium vnl)
- Combinatie van terughoudend, stimulerend en over drempels heen motiveren
Luisteren: Niet-selectief
non-verbale uitingen van aandacht: oogcontact, gelaatsexpressie, vocale aanmoediging, stiltes, ...
- Weinig tot geen invloed uitoefenen op het gesprek, gewoon laten zien dat je aan het luisteren
bent
- Is eigenlijk ook beetje selectief, arbitraire indeling
Luisteren: selectief
vragen stellen, parafraseren, reflecteren van gevoel, concretiseren, samenvatten, ...
- Kies je ervoor om sommige onderdelen van het gesprek extra aandacht te geven
- Dit deel gaat over vormen van selectief luisteren
Open vragen
- Vrijheid bij formulering van antwoord
- Hoe, wat, kan je iets vertellen daarover? Wat brengt u hier?
- Wanneer niet ideaal? Kinderen, verlegen tieners, ...→kan bedreigend voelen, onzekerheid
- Aanvankelijk meer gesloten, gerichte vragen zijn dan makkelijker
- Doorheen opbouwen vertrouwensband stilaan meer open vragen
Gesloten vragen
- Weinig ruimte om antwoord te formuleren met eigen inbreng
- Bevat al vaak een interpretatie
- Gaat het goed met je? Heb je dat al lang? Was je moeder boos?
- Nadeel: vaak uit referentiekader hulpverlener, cliënt beperkt in uitingen, vaak suggestief, cliënt minder verantwoordelijk voor wat besproken wordt
- Voordeel: efficiënt bij feiten uitwerken + aansnijden van een moeilijk onderwerp
Waarom-vraag
kan soms adequaat zijn om iemands opvattingen over zijn beweegredenen na te vragen, maar soms ook bedreigend (zeker bij begincontact)
- Alsof persoon verantwoording moet afleggen
- Beschuldigende ondertoon mogelijk
- Belang van toon/taal
Parafraseren
kort in eigen woorden weergeven van belangrijkste dat cliënt gezegd heeft
- Inhoudelijke informatie
Parafraseren: doelen
Cliënt merkt dat er geluisterd wordt
- Hulpverlener formuleert scherper beeld, zodat het voor cliënt duidelijker is
- Hulpverlener gaat na of hij het goed begrepen heeft
- Houdt verhaal gaande
Reflecteren van gevoel
Weergeven of spiegelen van een gevoel maakt duidelijk dat hulpverlener probeert te begrijpen hoe cliënt zich voelt, wat deze aan emoties ervaart in de situatie waar die over vertelt
- Acceptatie van gevoelens
- Door acceptatie gevoelens→makkelijker gevoel uiten→probleemverheldering
- Controlefunctie: heeft de hulpverlener het juist? Je reflecteert onderliggende gevoelens, betekenissen engedachten die de cliënt zelf niet uitspreekt ..
Waaruit leid je een gevoel af voor een reflectie?
- Aanvoelen (iemand komt binnen, je ziet het aan gezicht, sfeer die er hangt, ...)
- Direct uit woorden
- Non-verbale observatie
- Aandacht voor enkelvoudige vs meervoudige gevoelens
- Onderwerp van gevoelens (zelf, ander, gebeurtenis, hulpverlener)
- Actuele gevoelens vs uit het verleden
Concretiseren
zo nauwkeurig mogelijk over de problemen laten vertellen
Samenvatten
een vrij grote hoeveelheid informatie van cliënt overzichtelijk en begrijpelijk weergeven
- Structuur
- Opletten met selectiviteit van de hulpverlener en/of vergeten
- Werk stapsgewijs
- Veronderstellend
- Gelijkend aan LSD in coaching-begeleiding: luisteren - samenvatten - doorvragen
Samenvatten: doelen
- Heb je de cliënt goed begrepen?
- Gesprek ordenen door een overzicht van de hoofdzaken
- Stimuleren tot verdere exploratie van gedachten/gevoelens, kapstok waarmee je aan de slag kan
Doelen en nodige vaardigheden tijdens probleemverheldering
Doelen
· Werkrelatie opbouwen, contact leggen
· Verkennen en ordenen van de problemen
· Duidelijkheid scheppen: wat kan cliënt van je verwachten? (afspraken: hoe gaan we te werk, kosten, duur van
sessie, …)
· Voornamelijk 1ste gesprek
Benodigde vaardigheden
· Goede basishouding
· Luisteren: selectief en niet-selectief
Probleemverheldering: eerste gesprek
--> openen van het gesprek
1) Openen van het gesprek, begincontact: heel belangrijke taak = regulatie
· Doel van gesprek duidelijk maken (probleemverheldering)
· Duidelijkheid over tijdsduur (heel belangrijk ook voor je werkrelatie)
· Duidelijk maken dat we later verder kijken wat we eraan gaan doen (nuancering en behandeling), maar dat we nu eerst zicht willen krijgen op het probleem
· Praktische aspecten (bv bereikbaarheid)
· Altijd mogelijkheid bieden tot vragen
In deze fase gebeurt er veel vanuit de rol van docent, maar heel belangrijk om eerst de vertrouwensfiguur te zijn vooraleer in docentenrol te kruipen
· Maak er geen monoloog van + bombardeer cliënt niet met heel veel info op korte tijd (alsof je lijstje in je hoofd heb dat je afleest waarvan je niets mag vergeten)
· Tijdens dit gesprek opstellen als vertrouwensfiguur: veel open vragen, ruimte geven om te spreken, vraag naar verwachtingen, … zodat cliënt zich op gemak voelt
o Stiltes! Niet te snel gaan
o Rust uitstralen
Probleemverheldering: eerste gesprek
--> initiatief bij de persoon leggen
Stel de persoon op zijn gemak om zo initiatief bij de persoon te kunnen leggen na de hele uitleg
· Aandacht tonen (cf. interne voorwaarde: met vol hoofd kan je niet luisteren)
· Rust uitstralen
o Soms moeilijk voor beginnende hulpverlener
§ ‘zal ik deze persoon wel kunnen helpen’ wees tolerant voor eigen onzekerheid! (onzekerheidstolerantie)
§ Valkuil: reparatiereflex, direct oplossing willen bieden (stiltes kunnen hanteren)
· Beeld je in: je zit ergens mee, naar wie zou je dan gaan om je verhaal te vertellen? deze wil je voor je hebben zitten in therapiekamer
o Geven aandacht en belangstelling
o Verliezen zich bijna in jou, ongereflecteerd (projecteren het niet op henzelf) + praten niet veel over zichzelf
o MAAR als hulpverlener heb je ook gereflecteerde aandacht (wat doet dit met mij, waarom roept dit veel bij me op, ga ik dit uiten naar cliënt of niet?)
§ Situatiegebonden wat gepast is en wat niet (vb. huilen in eerste gesprek is niet ideaal als hulpverlener, als jullie eenmaal band hebben opgebouwd kan dat al makkelijker)
§ Spontane acties kunnen negatieve invloed hebben op gesprek/professioneel handelen
· Steeds bezig zijn met ‘hoe kom ik over bij ander’ (meta-niveau)
· Professioneel handelen: goede balans tussen afstand en nabijheid