Dutch Woordenschat

gootsteen

sink

zucht

sigh

toekijken

to look on

alsof doen

to pretend

minachting

contempt

betrappen zich op

to catch oneself (doing)

indruk

impression

opmerking

observation

bedoelt ze er niets mee

she means nothing by it

uittrekken

to remove (clothing)

morsen

to spill

weleens gehoord

heard before

nadrukkelijk

emphatic

vallen op iemand

to be interested in someone

knikken

to nod

wrijven

to rub

verondersteld

assumed

veelvuldig

frequent

opscheppen

to brag

wazig

blurry

zeuren

whine

erop ingaan

to go along with

niet voor zover ik zie

not as far as I can tell

hij was bewusteloos

he was unconscious

beseffen

to realise

begeren

to desire

ik ben bewust over

I’m aware of

onderbewust

subconscious

voornamelijk

primarily

gaan vermoeden

to begin to suspect

ontwikkelingsachterstand

developmental delay

na afloop

afterwards

ik ben misselijk door reizen

I am sick of travelling

het walgt me enorm

it greatly disgusts me

verkeerd

wrong

hij draait zich om

he turns around

kwalijk

ill-favoured

aandacht

attention

doorvertellen

to tell (to others)

angstaanjagend

terrifying

verwarrend

confusing

hevig

intensely heavy

gedag

greeting/farewell

gevoelig

sensitive

een gezicht trekken

to make a face

doodgewoon

typical

uitgeven

to spend (money)/publish

tijd doorbrengen

to spend time

klootzak

bastard

scheldwoord

swearword

ouderwetse smaak

old-fashioned taste

er gaat niets boven

nothing is better than

door mijn keel krijgen

to be one’s thing

gruwelen

to detest

slordig

sloppy

hij verdraagt het misbruik

he tolerates the abuse

ik heb het geregeld

I’ve sorted it

dat kan best

that’s possible

gi-ga-geweldig

super awesome

onmiddelijk

immediately

schijnen

to shine/appear

gips

cast

hulpzaam

helpful

stoffig

dusty

uitzonderlijk

exceptional

dageraad

dawn

zulke zaken

such things

aarzelen

to hesitate

stapel paperassen

pile of paperwork

verlaten

abandoned

fluweel

velvet

aan de slag gaan

to get started

verbluft

baffled

verbaasd

surprised

beschaamd

embarrased

voorkomen

to prevent

de concurrentie

the competition

ontsteld

distressed

overdreven

excessive/exaggerated

doorschijnend

translucent

allerlei snufjes

all sorts of gadgets

neerzetten

to put down

aanpak

approach

preventieve maatregelen

preventative measures

verslaving

addiction

ik heb de neiging om aan mezelf te twijfelen

I have a tendency to doubt myself

mug

mosquito

trainingspak

tracksuit

haaien zijn nauw verwant aan pijlstaartroggen

sharks are closely related to stingrays

de hebzucht van de mens is bodemloos

man’s greed is bottomless

de voorschriften zullen morgen in werking treden

the rules/instructions will come into effect tomorrow

opzij

move aside

dreigend onheil

imminent doom

de monnik was ten einde raad

the monk was at his wit’s end

ingewikkeld

complicated

de zeldzame ketting is peperduur

the rare necklace is very expensive

de timmerman leidt een bescheiden levenstijl

the carpenter leads a modest lifestyle

onder de indruk

impressed

beledigen

to threaten

trommelvliezen

eardrums