Nederlands - van het schreven

to hone, to refine

aanscherpen

smooth (e.g. for a message)

vlot

recently

onlangs

to memorize

onthouden

to make coffee (syn. of maken)

koffie zetten

in between

tussendoor

disappointed

teleurgesteld

meanwhile

inmiddels

countless, numerous

talloos

accessible

toegankelijk

less than * ago

nog geen * geleden

at the same time (formal)

tegelijkertijd

moreover

bovendien

to guess (common)

raden

crowd

de mensenmassa

to endure

verdragen

prospect

het vooruitzicht

nonetheless

nochtans

guilty

schuldig

to deploy (mil., people, vocab.)

inzetten

to distinguish

onderscheiden (dde, den)

to enable, to allow

stellen in staat om

to employ (word), to apply

toepassen

by the way, incidentally

overigens

to use (formal: knowledge, etc.)

aanwenden

to use to the point, wisely

benutten

to look alike

lijken op elkaar

function

de functie

factually, actually

daadwerkelijk

in the moment

op de moment

desk

het bureau

closet

de kast

to put away

opbergen

bookshelf (one)

de boekenplank

novel

de roman

washstand

de wastafel

fairly (quite)

tamelijk

ceiling

het plafond

to light, to illuminate

verlichten

to fit to someone’s liking

passen naar iemands smaak

picture (wall, box, etc.)

de afbeelding

postcard

de ansichtkaart

to open (book: alternative)

openslagen

noisy

rumoerig

glow (noun)

het schijnsel

second

tweede

sprawled (city)

uitgestrekt

skyscraper

de wolkenkrabber

to be covered with

gehuld zijn in

facade

de gevel (s)

to rise: physically (e.g. mist)

zich ophogen

to wander

dwalen

phantom

de schim

appearance

het uiterlijk

din, noise

het lawaai

a hint of

een vleugje

to evoke (a feeling)

oproepen

to answer: transitive variant

beantwoorden

to define, delineate (e.g. a framework)

afbakenen

framework

het kader

crooked (e.g. tree)

scheef

surrounded by

omringd door

chimney

de schoorsteen

to stand out + prep

afsteken tegen

derelict

vervallen

buildings, development

de bebouwing (no pl.)

wilted, withered

verwelkte

desolate, dismal

troosteloos

tableau

het tafereel

to arouse (a feeling)

wekken

wall (inside)

de wand

refinement

de verfijning

trunk (masculine underwear)

de koffer

stuff

het spul

score (music)

de partituur

all sorts of (not allerijl)

allerhande

half + noun

de helft van

sweater

de trui

hoodie

de capuchontrui

to finish, to get done

afkrijgen

yawn (noun)

de geeuw

to stifle (laugh, yawn)

onderdrukken

around, about

ongeveer

usually (lit)

doorgaans

ominous, sinister (lit substitute for terrible)

onheilspellend

to accomplish, fulfill

volbrengen

essentially

in wezen

to defy, to provoke

tarten

dawn (lit)

de ochtendschemering

load, burden

de last

dull

dof

humble

nederig

on your way

onderweg

ride (noun)

de rit

male (animal)

de reu

to bark

blaffen

to prepare (something)

klaarleggen

to skip (class)

overslaan

to change (e.g. activity)

wisselen van

to embrace (difference)

omarmen