Studied by 13 people
beim
bij de
vom
van de
zum, zur
naar de
bestimmt
vast en zeker
gar nicht
helemaal niet
leider
helaas, jammer genoeg
sogar
zelfs
tatsächlich
inderdaad
überhaupt nicht
helemaal niet
gleich
meteen, onmiddellijk
selbstverständlich
uiteraard
von vorn(e)
van voorafaan
der Absatz, die Absätze
de hak, de hakken
der Anhänger, die Anhänger
het hangertje, de hangertjes
der Anorak, die Anoraks
de anorak, de anorakken
der Ärmel, die Ärmel
de mouw, de mouwen
der Blazer, die Blazer
de blazer, de blazers
die Boxershorts
de boxershort
die Brosche, die Broschen
de broche, de brochen
das Leder
het leer
der Oberkörper, die Oberkörper
het bovenlichaam, de bovenlichamen
die Perlenkette, die Perlenketten
de parelketting, de parelkettingen
der Reißverschluss, die Reißverschlüsse
de rits, de ritsen
die Seide
de zijde
der Slip, die Slips
de slip, de slips
die Stiefelette, die Stiefeletten
het enkellaarsje, de enkellaarsjes
das Sweatshirt, die Sweatshirts
de sweatshirt, de sweatshirts
das Unterhemd, die Unterhemden
het onderhemd, de onderhemden
der Wanderschuh, die Wanderschuhe
de stapschoen, de stapschoenen
die Wolle
de wol
anhaben
aanhebben
anprobieren
passen
anziehen
aantrekken
ausziehen
uitkleden
umschauen
rondkijken
umtauschen
inruilen
bunt
kleurrijk
einfarbig
eenkleurig
gepunktet
gestippeld
gestreift
gestreept
kariert
geruit
aufgenähte Flicken
opgenaaide lappen
ausfransende Jeans
uitrafelende jeans
eingerissene Jeans
jeans met scheurtjes
Das ist sehr chic/schick
Dat is chique
Das liegt im Trend
Dat is trendy
Das ist der letzte Schrei
Dat is zeer in
Das ist sehr modisch
Dat is zeer modieus
verwaschene Jeans
gebleekte jeans
Note 
Flashcard (116)