1/34
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Goederen
Alle zaken en alle vermogensrechten (Art. 3:1 BW).
Zaken
Stoffelijke objecten die voor menselijke beheersing vatbaar zijn (Art. 3:2 BW).
Vermogensrechten
Rechten die overdraagbaar zijn of de rechthebbende stoffelijk voordeel verschaffen (Art. 3:6 BW).
Absolute rechten
Rechten met zakelijke werking die tegenover eenieder inroepbaar zijn (bijv. eigendom).
Relatieve rechten
Persoonlijke rechten die alleen tussen de betrokken partijen gelden (vorderingen).
Overdrachtsvereisten (3:84 lid 1)
Geldige titel, beschikkingsbevoegdheid en levering.
Causaal stelsel
Het principe dat als de titel (bijv. koopovereenkomst) achteraf nietig blijkt, de overdracht ook nooit heeft plaatsgevonden.
Nemo plus-beginsel
Niemand kan meer rechten overdragen dan hij zelf heeft.
Traditio
Levering van bezit.
Constitutum Possessorium (CP)
De bezitter wordt houder voor de verkrijger (bijv. verkoper huurt het goed terug).
Traditio Brevi Manu
De houder wordt bezitter (bijv. de huurder koopt het goed).
Traditio Longa Manu
Bezit gaat over terwijl een derde de zaak houdt (bijv. de fietsenmaker houdt de fiets nu voor de nieuwe eigenaar).
Levering onroerend goed
Notariële akte gevolgd door inschrijving in de openbare registers (Art. 3:89 BW).
Openbare cessie
Overdracht vordering via akte en mededeling aan de schuldenaar (Art. 3:94 lid 1).
Stille cessie
Overdracht vordering via authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder directe mededeling (Art. 3:94 lid 3).
Derdenbescherming roerend goed (3:86)
Bescherming van de koper te goeder trouw bij onbevoegdheid van de vervreemder, mits overdracht om baat.
Revindicatie bij diefstal
Eigenaar kan gestolen zaak gedurende 3 jaar opeisen, tenzij koper een consument is die in een winkel kocht (Art. 3:86 lid 3).
Beperkt recht
Een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht (moederrecht), zoals vruchtgebruik (Art. 3:8).
Zekerheidsrechten
Pandrecht en hypotheekrecht
Separatist
Een pand- of hypotheekhouder die zijn recht kan uitoefenen buiten het faillissement om (Art. 57 Fw).
Wettelijke beperkte gemeenschap
Het stelsel sinds 2018 waarbij voorhuwelijkse privégoederen en erfenissen buiten de gemeenschap blijven.
Zaaksvervanging (1:95 BW)
Een goed is privé als het voor meer dan de helft (>50%) met privégeld is gefinancierd.
Beleggingsleer (1:87 BW)
Vergoeding voor investering in andermans goed stijgt of daalt mee met de waarde van dat goed.
Gezinsbescherming (1:88 BW)
Toestemming van de echtgenoot vereist voor o.a. verkoop woning, bovenmatige giften en borgtocht.
Bestuur
Iedere echtgenoot mag in beginsel zelfstandig beslissen over de goederen die op zijn naam staan of die in de gemeenschap vallen.
Draagplicht kosten huishouding
Het intern verdelen van kosten tussen partners, primair naar rato van inkomen.
Saisineregel (4:182 BW)
Erfgenamen volgen de erflater direct van rechtswege op in al zijn rechten en plichten.
Wettelijke verdeling (4:13 BW)
Bij versterf krijgt de langstlevende echtgenoot alle goederen
Zuivere aanvaarding
De erfgenaam is met zijn eigen privévermogen aansprakelijk voor de schulden van de erflater.
Beneficiaire aanvaarding
Aanvaarding onder voorbehoud van boedelbeschrijving
Legitieme portie
Wettelijk minimumrecht van kinderen op de waarde van de nalatenschap (50% van het normale erfdeel).
Legitimaire massa
De nalatenschap + bepaalde giften - schulden (basis voor berekening legitieme portie).
Plaatsvervulling
Wanneer een erfgenaam al dood is, nemen diens afstammelingen de plek in.
Legaat
Een testamentaire beschikking waarbij iemand een vordering krijgt op een specifiek goed of een som geld.
Codicil
Een handgeschreven, gedateerd en ondertekend document voor het legateren van kleding, sieraden of boeken (geen notaris nodig)