Examen woordenlijst Frans VWO

d’abord

eerst

afin de

opdat

d’ailleurs

en dan nog iets

ainsi

zo, op die manier

ainsi que (uitbreiding/opsomming)

net als

alors

dus

aujourd’hui

vandaag de dag

aussi

ook

autrefois

vroeger

avant

voorheen

avant tout

voornamelijk

à l’avenir

in de toekomst

bref

kortom

le but

het doel

car

want

c’est pourquoi

het is daarom…

c’est que

dat is omdat…

en clair

kortom

comme

zoals

depuis

sinds

désormais

voortaan

donc

dus

en effet

inderdaad

également

ook, eveneens

enfin

ten slotte

ensuite

bovendien of vervolgens

à l’époque

destijds

finalement

tenslotte

grace à

dankzij

hier

gisteren

il y a + tijdsaanduiding

… geleden

jusqu’à

totdat

lorsque

toen, zodra

maintenant

nu

malgré

ondanks

même

zelfs

de nos jours

tegenwoordig

l’objectif

het doel

en outre

bovendien

à partir de

vanaf

par conséquent

als gevolg

parce que

omdat

pendant

tijdens

de plus, en plus

bovendien

pour + hele werkwoord

om te

pour que

opdat

puis

toen

et puis

en toen

puisque

aangezien

quand

wanneer

le résultat

het resultaat

sinon

overigens of zo niet

en somme

kortom, samengevat

de/en sorte que

opdat

surtout

vooral

tandis que

sinds, terwijl

tel que

omdat

toujours

altijd, nog steeds

ainsi que (uitbreiding/opsomming)

net als

aussi (uitbreiding/opsomming)

ook

d’abord (uitbreiding/opsomming/verandering in tijd)

eerst

d’ailleurs (uitbreiding/opsomming)

en dan nog iets

d’autant (plus) que (uitbreiding/opsomming)

des te meer omdat

de même (uitbreiding/opsomming)

op dezelfde manier

également (uitbreiding/opsomming)

ook, eveneens

en outre (uitbreiding/opsomming)

bovendien

en plus/de plus (uitbreiding/opsomming)

bovendien

enfin (uitbreiding/opsomming)

ten slotte

ensuite* (uitbreiding/opsomming/verandering in tijd)

bovendien

et puis* (uitbreiding/opsomming/verandering in tijd)

en verder

même (uitbreiding/opsomming)

zelfs

sinon* (uitbreiding/opsomming/voorwaarde)

zo niet

bref (conclusie)

kortom

donc (conclusie)

dus

en clair (conclusie)

kortom

en effet (conclusie)

inderdaad

en résumé (conclusie)

samengevat

en somme (conclusie)

kortom, samengevat

finalement (conclusie)

tenslotte

alors (conclusie)

dus

voilà pourquoi (conclusie)

dat is waarom…

ainsi* (gevolg/voorbeeld)

zo, op die manier

il en résulte que (conclusie)

daaruit volgt dat

le résultat (conclusie)

het resultaat

par conséquent (conclusie)

als gevolg

afin de (doel)

opdat

le but (doel)

het doel

l’objectif (doel)

het doel

pour que (doel)

opdat

sans que (doel)

zonder dat

de/en sorte que (doel)

opdat

pour + hele ww (doel)

om te

c’est pour cela que (reden)

het is daarom dat…

c’est pourquoi (reden)

het is daarom…

c’est que (reden)

dat is omdat…

car (reden)

want

en raison de (reden)

door, vanwege

parce que (reden)

omdat

puisque (reden)

aangezien

avant tout (reden)

bovenal