Frans - D2 ER1 - vocabulaire
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/49
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
50 Terms
une armoire
een kast
un bureau
een bureau
une chaise
een stoel
une commode
een ladenkast
une console de jeux
een spelconsole, een spelcomputer
une couette
een donsdeken
un coussin
een kussen
un drap
een laken
un écran
een scherm
une étagère
een rekje
un feutre
een viltstift
une lampe de bureau
een bureaulamp
un lit
een bed
des lits superposés
een stapelbed
un matelas
een matras
un miroir
een spiegel
un nounours
een knuffel(dier)
un ordinateur (portable)
een pc (een laptop)
un oreiller
een hoofdkussen
des oreillettes
oortjes
un poster
een poster
un pouf
een poef, een zitzak
un rideau
een gordijn
une souris
een (computer) muis
une superficie
een oppervlakte
une table de nuit / une table de chevet
een nachttafeltje
une télé(vision) / un téléviseur
een televisietoestel
un tapis
een tapijt
spacieux / spacieuse
ruim
mesurer
meten
devant
voor
derrière
achter
sur
op
sous
onder (één woord)
à droite de
rechts van
à gauche de
links van
à côté de
naast
entre
tussen
en face de
tegenover
dans / dedans
in
au fond de
achteraan
au milieu de
in het midden
à l’extérieur de
buiten
au-dessous de
onder
au-dessus de
boven
autour de
rond
contre
tegen
en bas de
beneden
au haut de
bovenaan (h)
près de
dichtbij
Note 
Flashcards (39)