Studied by 8 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
Het bronwater
L'eau de source
Het water
L'eau
De bron
La source
gewoon
ordinaire
Toe/voegen (aan)
Ajouter à
Toegevoegd (e)
ajouté
De waarde
La valeur
De BTW
La TVA
De uitdaging
Le défi
De zaakvoerder
Le directeur, le gérant
De producent
Le producteur
De frisdrank
La boisson fraîche
Sprankelend
Pétillant
De consument
Le consommateur
De consumptie
La consommation
consumeren
Consommer
De consumptiemaatschappij
La société de consommation
blijkbaar
Apparemment
almaar
De plus en plus
Opvallend(e)
Frappant
Het basisproduct
Le produit de base
tof
Génial
keurig
Soigneusement
verpakken (verpakte, heeft verpakt)--> verpakt
Emballer -> emballé
Uit de band springen (sprong, sprongen, gesprongen)
Sortir de l'ordinaire
Aan/voelen
(res)sentir
Laten + infinitief
Faire + infinitif
Iets + exclusiefS
Qqch de + adjectif + S
Iets te maken hebben met
Avoir qqch à faire avec
Op de voorgrond brengen (bracht, brachten, gebracht)
Amener à l'avant-plan
Zich profileren als
Se définir comme
volwaardig
véritable
Het alternatief
L'alternative
buitenlands
étranger
Het buitenland
L'étranger
In tal van = in veel
Dans de nombreux (ses)
de horecazaken
les établissements Horeca
bevoorraden
Approvisionner
Worden bevoorraad door (VP)
Sont approvisionnés par
De groothandel
Le commerce de gros
De brouwerij
La brasserie
Aan/bieden (bood aan, boden aan, h.aangeboden)
Proposer, offrir
Een aantal + nom pluriel
Un nombre de + nom pluriel
Het attribuut
L'attribut, l'accessoire
De waterkoeler
Le refroidisseur (d'eau)
fraai
joli
Het glas (de glazen)
Le verre
De lichtbak
L'écran lumineux, la rampe lumineuse
De toogmat
Le tapis de comptoir
Het polohemd
Le polo, la chemise de sport
doordacht
Bien réfléchi, bien mûri
De slogan = de slagzin
Le slogan
De ervaring
L'expérience (acquise)
Verheffen tot (verhief/verhieven, verheven)
Élever au rang de
Er hoort een hele sfeer bij
C'est toute une ambiance
De lijn
La ligne (de conduite, ici)
duidelijk
clair
Een duidelijke lijn volgen
Suivre une ligne de conduite claire
eenvoudig
Simple
Stijlvol = vol stijl
Stylé, de bon goût, élégant
Het product
Le produit
De verbruiker
Le consommateur
verbruiken
Consommer
De eindverbruiker
Le consommateur final
Zich richten tot
S'adresser à
Zin hebben (iets te doen)
Avoir du sens (de faire qqch) (dans ce contexte-ci)
Dat heeft geen zin
Cela n'a pas de sens
grootscheeps
De grande envergure
De mediacampagne
La campagne médiatique
Op touw zetten = op het getouw zetten
Mettre sur pied
De medewerking
La collaboration
De sponsoring
Le sponsoring, le parrainage
Het evenement
L'événement, la manifestation
Het/de imago
L'image de marque
promoten
Promouvoir, faire la promotion de
versterken
Renforcer
De manifestatie = het evenement
la manifestation
Vermaard = beroemd = bekend
Célèbre
Het filmfestival
Le festival du film
Helblauw
Bleu vif
De hostesse
L'hôtesse
paraderen
Parader, défiler
Schenken (schonk-schonken, h.geschonken)
offrir
Het riet
Le roseau
Het rietje
La paille (pour boire)
De verkiezing
L'élection
Het merk
La marque
Het geheugen
La mémoire
prenten
graver
Sterk aan/leunen bij
Ici : se rapprocher fortement de
Het kunstwerk
L'œuvre d'art
Om/toveren tot
Transformer (comme par magie) en
Mikken op
Viser
Het herkenningseffect
L'effet de reconnaissance
Het vertrouwen
La confiance
Iem. vertrouwen
Faire confiance à qqun
De klant
Le client
De eindklant
Le client final
De gekozen weg
La voie choisie
Adverteren = reclame maken = aan reclame doen (deed-deden, h.gedaan)
Faire de la publicité
Note 
Flashcard (108)