Reclamemix Eaulala Cartes | Quizlet

5.0(1)
studied byStudied by 8 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/169

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

170 Terms

1
New cards

Het bronwater

L'eau de source

2
New cards

Het water

L'eau

3
New cards

De bron

La source

4
New cards

gewoon

ordinaire

5
New cards

Toe/voegen (aan)

Ajouter à

6
New cards

Toegevoegd (e)

ajouté

7
New cards

De waarde

La valeur

8
New cards

De BTW

La TVA

9
New cards

De uitdaging

Le défi

10
New cards

De zaakvoerder

Le directeur, le gérant

11
New cards

De producent

Le producteur

12
New cards

De frisdrank

La boisson fraîche

13
New cards

Sprankelend

Pétillant

14
New cards

De consument

Le consommateur

15
New cards

De consumptie

La consommation

16
New cards

consumeren

Consommer

17
New cards

De consumptiemaatschappij

La société de consommation

18
New cards

blijkbaar

Apparemment

19
New cards

almaar

De plus en plus

20
New cards

Opvallend(e)

Frappant

21
New cards

Het basisproduct

Le produit de base

22
New cards

tof

Génial

23
New cards

keurig

Soigneusement

24
New cards

verpakken (verpakte, heeft verpakt)--> verpakt

Emballer -> emballé

25
New cards

Uit de band springen (sprong, sprongen, gesprongen)

Sortir de l'ordinaire

26
New cards

Aan/voelen

(res)sentir

27
New cards

Laten + infinitief

Faire + infinitif

28
New cards

Iets + exclusiefS

Qqch de + adjectif + S

29
New cards

Iets te maken hebben met

Avoir qqch à faire avec

30
New cards

Op de voorgrond brengen (bracht, brachten, gebracht)

Amener à l'avant-plan

31
New cards

Zich profileren als

Se définir comme

32
New cards

volwaardig

véritable

33
New cards

Het alternatief

L'alternative

34
New cards

buitenlands

étranger

35
New cards

Het buitenland

L'étranger

36
New cards

In tal van = in veel

Dans de nombreux (ses)

37
New cards

de horecazaken

les établissements Horeca

38
New cards

bevoorraden

Approvisionner

39
New cards

Worden bevoorraad door (VP)

Sont approvisionnés par

40
New cards

De groothandel

Le commerce de gros

41
New cards

De brouwerij

La brasserie

42
New cards

Aan/bieden (bood aan, boden aan, h.aangeboden)

Proposer, offrir

43
New cards

Een aantal + nom pluriel

Un nombre de + nom pluriel

44
New cards

Het attribuut

L'attribut, l'accessoire

45
New cards

De waterkoeler

Le refroidisseur (d'eau)

46
New cards

fraai

joli

47
New cards

Het glas (de glazen)

Le verre

48
New cards

De lichtbak

L'écran lumineux, la rampe lumineuse

49
New cards

De toogmat

Le tapis de comptoir

50
New cards

Het polohemd

Le polo, la chemise de sport

51
New cards

doordacht

Bien réfléchi, bien mûri

52
New cards

De slogan = de slagzin

Le slogan

53
New cards

De ervaring

L'expérience (acquise)

54
New cards

Verheffen tot (verhief/verhieven, verheven)

Élever au rang de

55
New cards

Er hoort een hele sfeer bij

C'est toute une ambiance

56
New cards

De lijn

La ligne (de conduite, ici)

57
New cards

duidelijk

clair

58
New cards

Een duidelijke lijn volgen

Suivre une ligne de conduite claire

59
New cards

eenvoudig

Simple

60
New cards

Stijlvol = vol stijl

Stylé, de bon goût, élégant

61
New cards

Het product

Le produit

62
New cards

De verbruiker

Le consommateur

63
New cards

verbruiken

Consommer

64
New cards

De eindverbruiker

Le consommateur final

65
New cards

Zich richten tot

S'adresser à

66
New cards

Zin hebben (iets te doen)

Avoir du sens (de faire qqch) (dans ce contexte-ci)

67
New cards

Dat heeft geen zin

Cela n'a pas de sens

68
New cards

grootscheeps

De grande envergure

69
New cards

De mediacampagne

La campagne médiatique

70
New cards

Op touw zetten = op het getouw zetten

Mettre sur pied

71
New cards

De medewerking

La collaboration

72
New cards

De sponsoring

Le sponsoring, le parrainage

73
New cards

Het evenement

L'événement, la manifestation

74
New cards

Het/de imago

L'image de marque

75
New cards

promoten

Promouvoir, faire la promotion de

76
New cards

versterken

Renforcer

77
New cards

De manifestatie = het evenement

la manifestation

78
New cards

Vermaard = beroemd = bekend

Célèbre

79
New cards

Het filmfestival

Le festival du film

80
New cards

Helblauw

Bleu vif

81
New cards

De hostesse

L'hôtesse

82
New cards

paraderen

Parader, défiler

83
New cards

Schenken (schonk-schonken, h.geschonken)

offrir

84
New cards

Het riet

Le roseau

85
New cards

Het rietje

La paille (pour boire)

86
New cards

De verkiezing

L'élection

87
New cards

Het merk

La marque

88
New cards

Het geheugen

La mémoire

89
New cards

prenten

graver

90
New cards

Sterk aan/leunen bij

Ici : se rapprocher fortement de

91
New cards

Het kunstwerk

L'œuvre d'art

92
New cards

Om/toveren tot

Transformer (comme par magie) en

93
New cards

Mikken op

Viser

94
New cards

Het herkenningseffect

L'effet de reconnaissance

95
New cards

Het vertrouwen

La confiance

96
New cards

Iem. vertrouwen

Faire confiance à qqun

97
New cards

De klant

Le client

98
New cards

De eindklant

Le client final

99
New cards

De gekozen weg

La voie choisie

100
New cards

Adverteren = reclame maken = aan reclame doen (deed-deden, h.gedaan)

Faire de la publicité