College 1 - Introducties

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/19

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

- 120 kanker dia's aan zooi

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

Welke 4 fasen van ontwikkeling liet de rangorde van Elman Service zien?

  • band

  • tribe

  • chiefdom

  • state

2
New cards

Welke correlatie liet de rangorde van Elman Service zien?

Een correlatie tussen organisatieniveau en economie (productie overschot)

3
New cards

Waarom 2000 BC als beginpunt?

Rond 1500 BC ontstaat er een oploop van informatiedichtheid

4
New cards

Waarom 1000 AD als eindpunt?

  • einde van de vroege middeleeuwen

  • aanloop naar verstedelijking platteland

  • bouw van kerken en kloosters - fase 3 christianisering

  • geleidelijk meer historische bronnen beschikbaar

5
New cards

welke overgang (volgens het model van Service) neemt plaats rond 1000 AD?

de overgang van nederland van chiefdom naar staat (feodale samenleving)

6
New cards

Wat is een nadeel van de huidige chronologie?

de romeinse tijd wordt als een blok benaderd terwijl het zowel de middeleeuwen als de romeinse tijd bevat

7
New cards

De volgorde van elite van laag naar hoog is:

  • Boeren en familieleden

  • Elite of familiehoofden

  • Koning of gekozen leider

  • Goden of voorouders

8
New cards

Wat is belangrijk betreffene bronnen uit de middeleeuwen en romeinse tijd?

  • Er was sprake van de dark ages; een tijd waarin literatuur schaars was

  • schriftelijke bronnen hebben bias jegens “belangrijke mensen en oorlogen”

9
New cards

Wat is een resultaat van het feit dat we beperkte historische bronnen hebben uit de romeinse tijd?

een we moeten het doen met werken zoals Tacitus’ beschrijvingen; vol bias en valse informatie

10
New cards

Wat is er nodig bij het gebruiken / lezen van historische bronnen?

een kritisch perspectief

11
New cards

Welke duidingen van bronnen zijn er?

  • temporeel

  • geografisch

  • perspectivistisch

  • integriteit en authenticiteit

  • betrouwbaarheid

12
New cards

Wat zijn aspecten van een temporele duiding?

  • wanneer het is ontstaan

  • wanneer het op schrift is gezet

13
New cards

Wat zijn aspecten van een geografische duiding?

  • waar het op schrift is gesteld

  • hoe ver het van de beschrevene staat

14
New cards

Wat zijn aspecten van een perspectivistische duiding?

  • door wie het is opgesteld

  • wat de rol van de schrijver is tov de beschrevene

  • wat het doel is van het werk

15
New cards

Wat zijn aspecten van een contextuele duiding?

  • door welke eerdere en gelijktijdige bronnen het werk is beinvloed

16
New cards

Wat zijn aspecten van een duiding van integriteit en authenticiteit?

  • in welke oorspronkelijke vorm het werk is verschenen

  • wat van het oorspronkelijke werk over is

17
New cards

Wat zijn aspecten van een duiding van betrouwbaarheid?

  • een inschatting van de bewijsbare betrouwbaarheid van het geschrevene

18
New cards

welke drie trends zijn waargenomen in (archeologische) literaire bronnen?

  • recentere bronnen hebben meer details

  • recentere bronnen zijn kleinschaliger

  • recentere bronnen gebruiken politiek-historische eenheden ipv archeologische cultuurgebieden (to peoples from pots)

19
New cards

hoe zijn groepsaanduidingen door de geschiedenis heen aangeduid?

  • Begin: archeologische cultuurgroepen

  • Midden: toegeschreven etnische identiteiten

  • Tegenwoordig: zelfidentificatie of politieke eenheden (etic naar emic)

20
New cards

kernpunten paleografische kaarten:

  • relatie tussen landschap en bewoning MAAR

  • te grofmazig

  • bevatten blinde vlekken