Media Aesthetics 1+2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
New
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/54

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

55 Terms

1
New cards

Semiotics

Studie van signs en hun betekenis binnen de sameneving

2
New cards

Signs

is iets wat een betekenis draagt voor iets anders – Fotos Tekeningen

3
New cards

signified

De mentale component van de sign

4
New cards

Signifier

De fysieke component van de sign

5
New cards

Relatie tussen signified en signifier

Is Arbitrair(willekeurig), Moet geconditioneerd (geleerd) worden, is bepaald door de context waar de sign zich in bevind tegenover andere signs

6
New cards

Paradigm

Keuze uit categorieën

7
New cards

Syntagm

de context of structuur waarin de keuzes van het paradigma hun plek krijgen en betekenis vormen

8
New cards

Charles Sanders Peirce

Amerikaanse wetenschapper filosoof bedenker van de Symbool Index Icoon triade

9
New cards

Icon

zijn signs die geconstrueerd zijn om hun referentie fysiek te representeren Vb. Schilderij map of foto van een Amsterdam de referentie van al deze dingen is Amsterdam

10
New cards

Symbol

zijn signs die verwijzen naar hun referentie op basis van een afspraak of conventie betekenis is vastgesteld door de samenleving Vb. Roze staat voor meisjes Blauw staat voor jongens wiskundige tekens, gebaren.

11
New cards

Index

zijn signs die een directe, fysieke relatie causaal verband hebben met hun referentie. Vb. Rook als teken van vuur, een thermometer die temperatuur aangeeft.

12
New cards

Roland Barthes

Franse filosoof en semioticus, Theorie van mythologie

13
New cards

Dennotation

Het directe, letterlijke betekenis van een sign. Het verwijst naar wat er daadwerkelijk wordt weergegeven.

14
New cards

Connotation

De secundaire, culturele of emotionele betekenis die aan een teken of signaal wordt gehecht, die verder gaat dan de letterlijke betekenis.

15
New cards

Dennotation bij fotos

Om deze betekenis te vinden moet je denken aan wat alle mensen van elke cultuur of tijd kan beschrijven over de foto

16
New cards

First order semiological chain

Signifier 1e order + Signified 1e order = sign 1st order (geef voorbeeld soldaat)

17
New cards

First order semiological chain

(Sign 1e order= Signifier 2e order) + Signified 2e order = Mythe (geef voorbeeld soldaat)

18
New cards

Narration

Het proces van het vertellen van een verhaal, inclusief de structuur en de manier waarop informatie wordt gepresenteerd aan het publiek.

19
New cards

Storytelling geschiedenis

Primaire manier van educatie of entertainment, Door mythes legendes en folklore, Storytellers centrale rol behouden van cultuur, stimuleren van sociale cohesie, Direct invloed op wetgeving

20
New cards

Story

Gehele narratief Wat er allemaal gebeurd wel in Chronologische volgorde

21
New cards

Plot

De volgorde van gebeurtenissen Hoe iets gebeurd Niet in chronologische volgorde

22
New cards

Diegesis

Dit is de "storyworld" waarin de gebeurtenissen plaatsvinden

23
New cards

Diegetic levels

De verschillende lagen van storytelling en perceptie in de “storyworld”

24
New cards

Diegetic

Wat de personages kunnen zien en horen

25
New cards

Non-diegetic

Elementen die zich buiten de storyworld van de personages bevinden (Postproductie)

26
New cards

Meta-diegetic

4th Wall breaks story world interacteert met de non diegetic world

27
New cards

First person Perspective

Verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een karakter je ervaart wat de karakter ervaart

28
New cards

Third person Perspective

Verteller of verhaal beschrijft het verhaal van een bepaald karakter

29
New cards

Omniscient Perspective

Verteller of verhaal beweegt vrij zonder restricties over het verhaal (godlike)

30
New cards

Limited Perspective

Verteller of het verhaal biedt slechts een beperkt inzicht in de gebeurtenissen meestal omdat het wordt verteld vanuit het oogpunt van één personage. Dit personage heeft niet volledig toegang tot alle informatie

31
New cards

Unreliable narrator

Verteller zijn informatie is niet te vertrouwen

32
New cards

Third person Limited

De verteller kan alleen de gedachten en gevoelens van één personage beschrijven. De andere personages blijven extern waargenomen (via hun acties en woorden)

33
New cards

Third person Objective

De verteller heeft geen kennis van de gedachten of emoties van personages en deelt alleen wat extern kan worden waargenomen.

34
New cards

Linear Narrative

Verhaal dat een chronologische volgorde volgt

35
New cards

Non linear Narrative

Verhaal dat geen chronologische volgorde volgt

36
New cards

Fragmented Narrative

Vertelstructuur waarbij het verhaal niet lineair wordt gepresenteerd, maar in losse, vaak onsamenhangende delen of fragmenten.

37
New cards

Three-Act Structure

Act 1. setup Act 2. Confrontation Act 3. Resolution

38
New cards

Unities of time and space

Verhaal bevindt zich binnen een beperkt tijdsbestek en een locatie

39
New cards

Branigans Theorie

Narrative comprehension

40
New cards

Narrative comprehension

Narration heeft te maken met hoe een gebeurtennis wordt gepresenteerd en hoe het gebeurt inplaats van wat er word gepresenteert of wat er gebeurt. Narration zorgt dat er een verschil in kennis ontstaat tussen verschillende groepen binnen het verhaal inclusief wij als kijker.

41
New cards

S = Subject

O = Object

| = Obstakel

—> =  Informatie

foto

<p>foto</p>
42
New cards

Narration as a means of making knowledge intermittent 

verwijst naar de techniek waarbij informatie in een verhaal niet volledig of gelijkmatig wordt gepresenteerd aan de lezer of kijker. In plaats daarvan wordt kennis opzettelijk onderbroken, onthuld of verborgen op verschillende momenten

43
New cards

Complexiteit van narratie door associatie met variabelen

44
New cards

We moeten de waarnemer zijn kennis uitbreiden verder dan wat de kijker ziet op het eerste oog door bijvoorbeeld geluidseffecten en flashback scenes

45
New cards

Een verhaal blijft niet alleen binnen de grenzen van zijn eigen plot en setting maar ook interactie heeft met bredere contexten en de kijker zijn verwachtingen

46
New cards

Paratextual info

verwijst naar de informatie die naast de hoofdinhoud van een tekst of mediaproduct staat en die helpt om de context en betekenis ervan te begrijpen.

47
New cards

Branigans definition of narration

Narration verbergt informatie net zoals het informatie onthuld

De functie van narratie kan niet van tevoren worden vastgesteld zonder het te benaderen binnen film en zijn plot en setting.

Om film narration te begrijpen moet de kijker attent zijn voor de fluctuaties in informatie die wordt onthuld

48
New cards
49
New cards
50
New cards
51
New cards
52
New cards
53
New cards
54
New cards
55
New cards