ongekende woorden 4

vanaf 10. le travail

chercher à comprendre

trachten te begrijpen

un essai

een poging, proefneming

employer/ utiliser

gebruiken

cet outil s’emploie ainsi

dit werktuig wordt zo gebruikt

user de

verbruiken

occuper

bezighouden

fabriquer

vervaardigen

effectuer

uitvoeren

traiter

behandelen

une affaire

een zaak

une action

een daad

réussir à trouver

erin slagen te vinden

se distinguer

zich onderscheiden

un ouvrier/ un travailleur

een werkman, arbeider

un prêtre

een priester

un fermier / un paysan

een boer

un jardinier

ene tuinman

un agriculteur/ un cultivateur

een landbouwer

un chasseur

een jager

un pêcheur

een visser

un garçon / un serveur

een kelner

un cuisinier

een kok

un grossiste

een groothandelaar

un marchand / un commerçant

een handelaar

un employé

een bediende

un facteur

een postbode

un pompier

een brandweerman

un sauveteur

een redder

un infirmier

een verpleger

un douanier

een douanebeambte

un maître

een meester, onderwijzer

en marche

in beweging, in werking

une imprimante

een printer

une souris

een muis

une touche

een toets

un outil

een werktuig

un récipient

een vat, vergaarbak

un fil

een draad

une épingle

een speld

une corde

een touw, koord

une pince à linge

een wasspeld

un fil de fer

een ijzerdraad

un clou

een spijker

un marteau

een hamer

une pince

een tang

une arme

een wapen

un fusil

een geweer

une canne à pêche

een hengel

une profession / un métier

een beroep

un emploi

een baan

une offre d’emploi

een werkaanbieding

chasser

jagen

pêcher

vissen

labourer

omploegen

cultiver

bebouwen, verbouwen

semer

zaain

arroser

besproeien

moissoner

oogsten

la moisson

de oogst

creuser

graven

un baladeur

een walkman

un haut-parleur

een luidspreker

battre

verslaan, overwinnen

un tour

een wandelingetje

se promener

wandelen

un coureur

een renner

une balade

een tochtje, wandeling

une récreation

een speeltijd

c’est à mon tour

het is mijn beurt

un jouet

een stuk speelgoed

un spectateur

een toeschouwer

un tableau

een schilderij

peindre

schilderen

un chant

een zang , lied

un Syndicat d’initiative

de VVV, toeristische dienst

faire un camp

kamperen ( in groep)

camper

kamperen

fêter

vieren

se mêler à

zich mengen in

se mêler de

zich bemoeien met

du monde

mensen, volk

un équipage

een bemanning

une compagnie

een gezelschap

saluer

groeten

entrer en contact avec qqn

in aanraking komen met iemand

se présenter

zich aanbieden/ zich voorstellen

s’adresser à

zich wenden tot

rendre service à qqn

een dienst bewijzen aan iemand

rassurer / calmer

geruststellen

encourager

aanmoedigen

se tendre la main

elkaar de hand reiken

s’arranger

het eens worden, in orde komen

se retrouver

elkaar terugzien

se revoir

elkaar weerzien

devoir la vie à

het leven te danken hebben aan

une correspondance

een briefwisseling

consulter

raadplegen

faire appel à

een beroep doen op

permettre

toestaan, toelaten

une permission

een toestemming