1/7
De neurologische basis van geheugen
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
sensorische of zintuigelijke geheugen
Sensorisch geheugen is verbonden met zintuigreceptoren en de primaire sensorische cortex.
Het heeft een grote capaciteit maar een zeer korte duur.
Het is niet hetzelfde als het kortetermijngeheugen.
Het bevat een nauwkeurige kopie van alle fysieke kenmerken van prikkels.
Het wordt automatisch gevormd, zonder aandacht of bewustzijn.
Inhoud van sensorisch geheugen staat buiten bewuste controle.
Houdt informatie kort vast om selectie van belangrijke info mogelijk te maken.
Nauw verbonden met projectiegebieden in de hersenen voor visuele en auditieve prikkels (sensorische cortex).
Twee vormen:
Iconisch geheugen (visueel): duurt ca. 0,5 seconde.
Echoïsch geheugen (auditief): duur varieert, mogelijk meerdere seconden.

Korte termijn geheugen of werkgeheugen (KTG/ WG)
Tijdelijke opslagplaats van taak-relevante informatie in de hersenen, belangrijk voor actieve denkprocessen.
Vormt activatie van oude herinneringen of vasthouden van recente gebeurtenissen (vb. vakanties, telefoonnummers).
Betreft ook bewerkingen van geheugeninhoud (vb. rekensommen maken) en sturen van gedrag in complexe situaties (vb. afslaan na derde stoplicht).
Capaciteit: ongeveer 7 items voor 5 tot 20 seconden.
Volgens het werkgeheugenmodel (Baddeley & Hitch): bestaat uit een centrale uitvoerder en twee slaafsystemen.
Visuospatieel werkblad: houdt visuele en ruimtelijke informatie vast; verbonden met rechterhersenhelft.
Vb. mentale voorstelling van een route (zoals naar de Korenmarkt).
Articulatorische lus: houdt klankinformatie vast via herhaling (vb. telefoonnummer blijven herhalen in je hoofd).
Centrale uitvoerder: selecteert, coördineert, controleert aandacht; verbonden met de frontale cortex.

Langetermijngeheugen
Informatie voor lange tijd in de hersenen opgeslagen.
Semantisch geheugen:
Bevat feiten, kennis en concepten die je met woorden kan beschrijven
Voorbeeld: weten dat Amsterdam de hoofdstad is van Nederland
Procedureel geheugen:
Bevat handelingen, vaardigheden en routines
Voorbeeld: fietsen, veters strikken
Episodisch geheugen:
Bevat herinneringen aan zelf beleefde gebeurtenissen
Voorbeeld: je eerste schooldag
Alle drie behoren tot langetermijngeheugen in de hersenen

semantische geheugen
bevat alles wat je met woorden kan beschrijven, dit geheugen bevat feiten, kennis en concepten. vb. Weten dat Amsterdam de hoofdstad is van Nederland.
(Langetermijngeheugen)

Het procedurele geheugen
Bevat handelingen, vaaridgheden en routines zoals fietsen, veters strikken
(Langetermijngeheugen)

Het episodische geheugen
Bevat herinneringen aan gebeurtenissen die je zelf beleefd hebt vb. je eerste schooldag
(Langetermijngeheugen)

Hoe komt info van KTG naar LTG?
Herhaling alleen is niet genoeg; doorwrochte herhaling is nodig: dit betekent herhalen met begrip en koppeling aan bestaande kennis in het langetermijngeheugen (LTG).
De hippocampus speelt een centrale rol in deze koppeling, wat leidt tot betere opslag van informatie.
Doorwrochte herhaling helpt bij begrijpen én onthouden van informatie, wat leidt tot sterkere geheugensporen.
Docenten gebruiken extra literatuur of filmpjes om begrip en geheugen te versterken, ook als dit geen verplichte leerstof is.
Simpele herhaling helpt ook bij geheugenopslag, bijvoorbeeld bij het leren van vocabulaire.
De hippocampus is essentieel voor het opslaan van nieuwe en het ophalen van bestaande herinneringen.
Schade aan de hippocampus kan leiden tot anterograde amnesie (geen nieuwe herinneringen kunnen vormen) en moeite met het ophalen van recente herinneringen.
De amygdala koppelt emoties aan herinneringen, waardoor emotioneel geladen gebeurtenissen beter worden onthouden.
De amygdala werkt samen met de hippocampus en zorgt dat belangrijke (emotionele) ervaringen sterker worden opgeslagen voor toekomstig gebruik.

Wat gebeurt er als je een black-out hebt? En waarom kan je je niet meer herinneren wat je geleerd hebt?
Een black-out tijdens stress (zoals een examen) is een tijdelijke blokkade van het geheugen.
Stress activeert de amygdala, die de vecht-of-vluchtreactie op gang brengt.
Hierbij komen stresshormonen vrij, zoals adrenaline en cortisol.
Deze hormonen zorgen ervoor dat hersendelen zoals de hippocampus minder energie krijgen.
Gevolg: je kunt tijdelijk niet bij opgeslagen informatie, ook al is die niet verdwenen.
Je hersenen geven prioriteit aan overleven, niet aan herinneren.