fgrd

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/48

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

49 Terms

1
New cards

Wat is een grondwet?

basisregels van een staat

2
New cards

Wat is democratie?

het volk beslist mee

3
New cards

Wat was het Congres van Wenen?

vergadering na de val van Napoleon

4
New cards

wanneer vond het liberalistisch verzet plaats?

19e eeuw

5
New cards

Welke soorten liberalisme bestonden er?

economisch & politiek

6
New cards

Welke politieke stromingen kwamen op?

liberalisme en nationalisme

7
New cards

Wat zijn kenmerken van politiek liberalisme?

Grondwet, vrijheid (mening, pers, geloof), scheiding der machten

8
New cards

Wie heeft de wetgevende macht?

parlement

9
New cards

Wie heeft de uitvoerende macht?

koning + ministers

10
New cards

Wie heeft de rechterlijke macht?

onafhankelijke rechtbanken

11
New cards

Wat is een parlementaire monarchie?

koning + parlement, ministers verantwoordelijk

12
New cards

Wat waren oorzaken van de Belgische Revolutie?

Ontevredenheid Zuiden over Willem I, persvrijheid, onderwijs, taalwetten, economische crisis, werkloosheid, mislukte oogst

13
New cards

Wat was de aanleiding voor de Belgische Revolutie?

Opera ‘De stomme van Portici’ (augustus 1830)

14
New cards

Wanneer werd de onafhankelijkheid uitgeroepen?

oktober 1830

15
New cards

Door wie werd de onafhankelijkheid uitgeroepen?

Voorlopig Bewind (liberalen + katholieken)

16
New cards

Wie zaten er in het Voorlopig Bewind?

rijke burgerij & adel, vooral Franstalig

17
New cards

Wat werd de officiële taal in België?

Frans

18
New cards

Wanneer werd de Belgische grondwet geschreven?

1831

19
New cards

Wat zijn kenmerken van de Belgische grondwet van 1831?

Vrijheid van meningsuiting, onderwijs, godsdienst, scheiding der machten, geen standen, iedereen gelijk voor de wet

20
New cards

Wat was een beperking van de grondwet van 1831?

enkel rijke mannen mochten stemmen (cijnskiesstelsel)

21
New cards

Wie besliste over de Belgische onafhankelijkheid?

Europese grootmachten op de Conferentie van Londen

22
New cards

Wat was een voorwaarde voor de Belgische onafhankelijkheid?

neutraal blijven

23
New cards

Welk land vond neutraliteit belangrijk?

Groot-Brittannië

24
New cards

Wanneer erkende Willem I de onafhankelijkheid van België?

1839

25
New cards

Wie werd de eerste koning van België?

Leopold I

26
New cards

Wanneer is de nationale feestdag van België?

21 juli (eedaflegging Leopold I in 1831)

27
New cards

Wat waren de gevolgen voor het grondgebied van België?

België verliest deel van Limburg en Luxemburg

28
New cards

Wat kwam erbij na WO I?

Oostkantons

29
New cards

Wanneer vond het Congres van Wenen plaats?

september 1814 – juni 1815

30
New cards

Welke grootmachten waren aanwezig op het Congres van Wenen?

Groot-Brittannië, Oostenrijk, Pruisen, Rusland

31
New cards

Tot welke sociale groep behoorden de deelnemers aan het Congres van Wenen?

adel (vooral vorsten, ministers, diplomaten)

32
New cards

Waar was Napoleon tijdens het Congres van Wenen?

zat verbannen op Elba

33
New cards

Wat waren de doelstellingen van het Congres van Wenen?

Restauratie (oude vorsten terug aan de macht), machtsevenwicht herstellen, bondgenootschappen tegen nieuwe opstanden

34
New cards

Wat betekent restauratie?

terugkeer naar de toestand van vóór de Franse Revolutie

35
New cards

Wat is het belang van machtsevenwicht?

voorkomt dat één land te sterk wordt

36
New cards

Wat gebeurde er met het grondgebied van Frankrijk?

terug naar grenzen van 1792

37
New cards

Wat gebeurde er met het grondgebied van Rusland, Pruisen en Oostenrijk?

uitbreiding van hun gebieden

38
New cards

Wat is een bufferstaat?

land dat tussen twee rivalen ligt om conflicten te vermijden

39
New cards

Wat zijn voorbeelden van bufferstaten?

VKN, Piëmont-Sardinië

40
New cards

Wat is de afkorting van Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?

VKN

41
New cards

Welke landen horen vandaag bij het VKN?

België + Nederland + Luxemburg

42
New cards

Wie was koning van het VKN?

Willem I

43
New cards

Wat zijn de taalverschillen tussen Noord en Zuid?

Noord = Nederlands; Zuid = Frans/Nederlands

44
New cards

Wat zijn de godsdienstverschillen tussen Noord en Zuid?

Noord = protestants; Zuid = katholiek

45
New cards

Wat zijn de economische verschillen tussen Noord en Zuid?

Noord = handel; Zuid = industrie

46
New cards

Hoe was de politieke verdeling tussen Noord en Zuid?

Noord en Zuid elk 50% in parlement, maar Zuid heeft meer inwoners

47
New cards

Wat is de bevolkingssituatie in het VKN?

Zuid in de meerderheid

48
New cards

Waarom was het Zuiden ontevreden?

te weinig inspraak, taalpolitiek, druk op de Kerk

49
New cards

Wat liep er wél goed in het VKN?

steun voor de industrie in het Zuiden