Dubieuze debiteuren
407 (activa)
(handels)debiteuren - vorderingen
400 (activa)
Waardevermindering op vordering en ook Afschr. op MVA
63 (kosten)
geboekte waardevermindering
409 (activa)
Minderwaarde bij realisatie van handelsvorderingen
642 (kosten)
meerwaarde bij realisatie van handelsvorderingen
742 (opbrengsten)
bank
55 (activa)
Machines
23 A
Terugvorderbare BTW
411 A
Leveranciersschulden
440 P
Schulden >1jaar
17 P
|
42 P
financiële kosten
65 K
aankopen handelsgoederen
60 K
opbrengsten verkopen (omzet)
70 O
Verschuldigde BTW
45 P
Diensten en diverse goederen (Internetkosten)
61 K
Geboekte meerwaarden op terreinen
220..8 A
Geboekte meerwaarden op gebouwen
221..8 A
Herwaarderingsmeerwaarden op MVA
121 P
Geboekte afschrijvingen op geboekte meerwaarden op MVA
221…9 A
Afschrijvingen op geboekte meerwaarden MVA
63 K
Rente, kosten van schulden
65 K
Bezoldigingen (het totaal)
620 K
Bezoldigingen (aan het personeel zelf)
45 P
RSZ
454 P
Ingehouden bedrijfsvoorheffing
453 P
Werkgeversbijdrage RSZ
621 K
Geboekte afschr. op installaties, machines en uitrusting
23009 A
Geboekte afschr. op rollend materieel
24009 A
Kredietinstellingen Schulden op rekening
173 P
HORIZONTALE OF TIJDSANALYSE
Jaarlijkse absolute verandering
= bedrag boekjaar – bedrag vorig boekjaar
HORIZONTALE OF TIJDSANALYSE
Procentuele jaarlijkse verandering
= bedrag boekjaar – bedrag vorig boekjaar * 100
bedrag vorig boekjaar
HORIZONTALE OF TIJDSANALYSE
Tijdsindex van de verschillende rubrieken
bedrag boekjaar * 100
bedrag basisjaar
=basisjaar stelt men op 100, hoeveel is die daar ten opzichte van gestegen, bv 105 procent→ 5 procent gestegen ten op zichte van basisjaar
daling v/e actiefcomponent
bron van vermogen
stijging v/e actiefcomponent
aanwending van vermogen
stijging v/e passiefcomponent
bron van vermogen
daling v/e passiefcomponent
aanwending van vermogen
financiële stromen
we zien hier waar vermogen is ingekropen en vanwaar hebben we vermogen kunnen uitputten het afgelopen jaar
Verticale analyse
=structuur van de balans en resultatenrekening
-Balansrubriek in functie van balanstotaal dat aan 100% wordt gelijkgesteld en elke rubriek wordt als een percentage van dat totaal van de actief- en passiefzijde uitgedrukt
-Voor de resultatenrekening worden de bedrijfsopbrengsten gelijkgesteld aan 100% en alle kosten en opbrengsten uitgedrukt worden als percentage hiervan.
Nettobedrijfskapitaal
=Vlottend actief – Vreemd vermogen korte termijn
=Eigen vermogen + Vreemd vermogen lange termijn – Vaste activa
Een positief NBK betekent dat de onderneming meer langetermijnfinanciering heeft dan nodig is om haar vaste activa te financieren. Dit surplus kan worden gebruikt voor de financiering van vlottende activa, wat een indicatie is van een goede liquiditeitspositie.
Een negatief NBK betekent dat de onderneming niet voldoende langetermijnfinanciering heeft om haar vaste activa te dekken, wat kan wijzen op een liquiditeitsprobleem. Een deel van het vast actief wordt dus gefinancierd met middelen op korte termijn
Is een hoog positief nettobedrijfskapitaal dan verkieslijk?
Eigenlijk niet:
o Ten eerste “overfinanciering”
o Een tweede reden is seizoensinvloed
o In een derde geval kunnen bepaalde instellingen kampen met vorderingen die zeer lang openstaan, die misschien zelfs wel dubieus zijn geworden en waarop eigenlijk waardeverminderingen hadden moeten worden geboekt
o Ten vierde is het mogelijk dat (vervangings)investeringen worden uitgesteld
o Een vijfde reden hangt hier mee samen en betreft de instelling die financiële middelen spaart in plaats van ze te besteden aan dienstverlening
Afhankelijkheid van non-exchange transactions
Een publieke of non-profitinstelling kan commerciële activiteiten onderhouden en op die wijze zorgen voor financiële middelen. Bij vele instellingen echter hangen de financiële middelen af van nietruiltransacties, met name subsidies. De mate waarin een instelling afhankelijk is van subsidies kan worden benaderd door de ratio:
Aandeel van lidgelden, schenkingen, legaten en subsidies in de bedrijfsopbrengsten = 73 / 70/74. Deze verhouding blijkt ook uit de verticale analyse.
Tendensanalyse
Bepaalde ratio’s van een entiteit over verschillende jaren vergelijken
Sectoranalyse
De ratio’s die men van een bepaalde entiteit berekent worden vergeleken met de ratio’s van andere entiteiten uit dezelfde sector om zodoende de entiteit te kunnen positioneren t.o.v. andere soortgelijke instellingen (“bench-marking”)
Liquiditeitsratio’s
Current ratio
Rotatie debiteuren
Aantal dagen debiteurenkrediet
Current ratio
=netto-bedrijfskapitaal, niet in euro’s maar relatief
Current ratio = Vlottende activa
Vreemd vermogen op korte termijn
vlottende activa=3 + 40/41 + 51/53 + 54/58 + 490/1
Vreemd vermogen op korte termijn= 42/48 + 492/3
Een current ratio groter dan 1 geeft aan dat de organisatie meer vlottende activa heeft dan vlottende passiva. Dit suggereert dat de organisatie in staat is om haar kortlopende verplichtingen te voldoen. Een ratio van bijvoorbeeld 1,5 betekent dat de organisatie €1,50 aan vlottende activa heeft voor elke €1 aan vlottende passiva.
Een current ratio kleiner dan 1 duidt erop dat de organisatie minder vlottende activa heeft dan vlottende passiva. Dit kan een teken zijn dat de organisatie mogelijk niet in staat is om haar kortlopende verplichtingen te voldoen zonder extra financiering of verkoop van activa.
Rotatie debiteuren
Kijken hoe snel debiteuren betalen
Rotatie debiteuren
= Omzet + Andere bedrijfsopbrengsten + Versch. BTW
Handelsvorderingen op ten hoogste één jaar
Omzet=70
Andere bedrijfsopbrengsten=74
Versch BTW= 9146
Handelsvorderingen op ten hoogste één jaar= 40
De uitkomst is het aantal dat de debiteuren betalen per jaar, bv2, ze betalen 2 maal per jaar
Aantal dagen debiteurenkrediet
Als u de rotatie kent dan kent u het aantal dagen en omgekeerd =365/rotatie
Aantal dagen deb.krediet
= Handelsvord. op ten hoogste 1 jaar * 365
Omzet + And. bedrijfsopbr.+ Versch.BTW
Omzet=70
Andere bedrijfsopbrengsten=74
Versch BTW= 9146
Handelsvorderingen op ten hoogste één jaar= 40
Verouderingsratio
Wanneer de materiële vaste activa aan boekwaarde blijven dalen en dus verouderen, ontstaat de nood aan vervangingsinvesteringen.
Verouderingsratio = Boekwaarde materiële vaste activa
Aanschaffingswaarde materiële vaste activa
Boekwaarde materiële vaste activa= 20/27
Aanschaffingswaarde materiële vaste activa= 8191+8192+8193+8194+8195+8196 NK
Hoe lager deze ratio, des te groter is de veroudering van het bestaand materieel vast actief en dus hoe belangrijker de nood aan vervangingsinvesteringen.
Solvabiliteitsratio’s → de enigste dat we moeten kennen is Schuldgraad
Schuldgraad = Vreemd vermogen * 100
Totaal vermogen
Vreemd vermogen= 17/49+16
Totaal vermogen=10/49
die 16 zijn de voorzieningen
Rentabiliteitsratio’s
Rentabiliteit van de totale opbrengsten
Nettorentabiliteit van het totaal actief vóór financiële kosten
Rentabiliteit van het eigen vermogen
Rentabiliteit van de totale opbrengsten
Rentabiliteit van de totale opbrengsten
= Winst (Verlies) van het boekjaar * 100
Bedrijfs- + Financiële opbrengsten
Winst (Verlies) van het boekjaar=9904
Bedrijfsopbrengsten=70/74
Financiële opbrengsten=75
Nettorentabiliteit van het totaal actief vóór financiële kosten
Wat brengt het totaal actief op afgezien van de wijze hoe het actief is gefinancierd? Deze rentabiliteit houdt geen rekening met de financiële structuur van de entiteit, wat toelaat een vergelijking te maken met andere entiteiten uit dezelfde sector met een verschillende financiële structuur
Nettorentabiliteit van het totaal actief vóór financiële kosten
= Winst (verlies) v/h boekjaar vóór financiële kosten * 100
Totaal der activa
Winst (verlies) v/h boekjaar vóór financiële kosten=9904+65
→We tellen de financiële kosten er bij (65), om zo het bedrag te kennen alsof er geen financiële kosten zijn
Totaal der activa= 20/58
Rentabiliteit van het eigen vermogen
Rentabiliteit van het eigen vermogen
= Winst (Verlies) v/h boekjaar x 100
Eigen vermogen
Winst (Verlies) v/h boekjaar=9904
Eigen vermogen=10/15
Begrotingsresultaat
Begrotingsresultaat =Netto vastgestelde rechten - Vastleggingen
=Wat je nog kan vastleggen
Boekhoudkundig resultaat
Boekhoudkundig resultaat= Netto vastgestelde rechten-Aanrekeningen
=wat je nog niet effectief hebt verbruikt
Criteria “vereenvoudigde boekhouding”
> Gemidd 5 VTE
> € 334.500 andere dan niet-recurrente ontvangsten ex BTW
> € 1.337.000 bezittingen
> € 1.337.000 schulden
Criteria “Micro”
> Gemidd 10 VTE
> € 700.000 omzet
> € 350.000 balanstotaal
Criteria “kleine”
> Gemidd 50 VTE
> € 9.000.000 omzet
> € 4.500.000 balanstotaal
Vanaf wanneer sociale balans?
>=20 VTE
-Stand van zaken inzake tewerkstelling incl. personeelskosten
-Tabel van de bewegingen van werknemers tijdens bj.
-Gegevens over gebruik van maatregelen ter bevordering werkgelegenheid, ed.
Vanaf wanneer ondernemingsraad?
>=100VTE
Toestandsevenwicht
+ Exploitatiesaldo (ontvangsten–uitgaven)
+ Investeringssaldo (ontvangsten–uitgav)
+ Financieringssaldo (ontvangsten–uitgav)
= Budgettair resultaat van het boekjaar
+ Gecumuleerd resultaat vorige boekjaren
= Gecumuleerd budgettair resultaat
- Bestemde (onbeschikbare) gelden
= Beschikbaar budgettair resultaat
→ Leningen aangaan i.f.v. nodige liquidit.
Structureel evenwicht = Autofinancieringsmarge
Exploitatiesaldo (= operationele cashflow)
- Periodieke aflossingen leningen(rek 42)
+ Periodieke terugvorderingen leningen aan anderen
= Autofinancieringsmarge
→toont of besturen leningen kunnen terugbetalen
Wat zijn orderekeningen?
rubriek 0
Wordt gebruikt om rechten en verplichtingen te registreren, ze hebben geen invloed op de balans, noch op de resultatenrekening, maar vormen een potentiële vordering of schuld
Voorwaarden om meerwaarden uit te drukken
vaststaand, blijvend karakter en de rentabiliteit van de instelling moet de meerwaarde verantwoorden
het is nooit verplicht, er is enkel een mogelijkheid
Wat is financiële audit?
“de controle v/d financiële toestand, v/d jaarrekening en v/d regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten, van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld”
Voorwaarden om tot “niet-recurrent” te horen
uitzonderlijk = onverwacht, ongepland en weinig voorkomend
Wat is het jaarverslag?
Enkel voor “andere dan kleine”
1° getrouw overzicht v/d ontwikkeling en resultaten v/d activiteiten en positie V&S + beschrijving voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee geconfronteerd
2° informatie belangrijke gebeurtenissen na einde boekjaar
3° inlichtingen over omstandigheden die de ontwikkeling V&S aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover ze geen ernstig nadeel berokkenen aan V&S
4° informatie werkzaamheden onderzoek en ontwikkeling;
5° gegevens over bestaan bijkantoren V&S
6° ingeval overgedragen verlies balans of resultatenrekening twee opeenvolgende boekjaren verlies → verantwoording toepassing waarderingsregels in veronderstelling continuïteit
7° info gebruik financiële instrumenten voor zover relevant voor beoordeling van financiële positie en resultaat
Wat wil de wetgever bereiken met het jaarverslag?
Onbeperkt financiële activiteiten -> dus onderdeel van de fiscale wetgeving, fiscus wil weten wat ze doen
Transparantie vergroten
Kwalitatieve informatie
Wat zijn wezenlijke fouten en niet wezenlijke fouten?
De Balanscentrale van de Nationale bank van België onderwerpt de ingediende jaarrekeningen aan rekenkundige en logische controles.
Wezenlijke fouten kunnen niet worden rechtgezet aan de hand van de gegevens van de ingediende jaarrekening
Is de beginbalans bij de vzw’ ook een probleem bij vennootschappen? Of anders geformuleerd, waarom is de beginbalans bij vennootschappen nooit een probleem?
Omdat een vennootschap sowieso een dubbele boekhouding voeren en hebben altijd al een balans, een vennootschap zonder balans bestaat niet. Als men een vennootschap opricht starten ze met de boekhouding en de balans
Bij een zeer kleine vzw kan men een vereenvoudigde boekhouding voeren.
Uit wat bestaat de rubriek “Fondsen van de vereniging of stichting”
-Beginvermogen: dit wordt berekend naar aanleiding van het opstellen van de beginbalans.
-Permanente financiering: zijnde subsidies, giften en schenkingen die verworven worden om de activiteiten om een duurzame manier te ondersteunen.
Wat is het verschil tussen reserves en fondsen?
Fondsen zijn bedoeld voor bepaalde middelen voor te behouden voor specifieke doeleinden
reserves zijn niet-uitgekeerde winsten in vennootschappen, wat in V&S niet mogelijk is en niet bestaat
Wat zijn de cumulatieve voorwaarden voor voorzieningen en uitgestelde belastingen?
1/ De kost van een gebeurtenis moet (met een grote waarschijnlijkheid) opgelopen zijn tijdens het boekjaar
2/ Het exacte bedrag van de kost ligt niet vast per einde boekjaar, maar is nog onzeker
3/ De kost is het gevolg van een duidelijk omschreven individualiseerbare gebeurtenis of object
4/ Het voorvallen van de kost en de afwikkeling zijn nog in ontwikkeling
5/ De kost en dus ook de voorzieningen kunnen volgens objectieve beoordelingscriteria worden geraamd
Moet worden aangelegd als alle voorwaarden voldaan zijn
Zijn ledenbijdragen vorderingen?
Nee een vzw kan dat niet vorderen omdat een leden bijdrage op voorhand betaalt en daardoor lid blijft, als je niet meer betaalt dan bent u geen lid meer. Het is geen contract
Geen aankoop verkoop
Geen ruilverhouding
Ze horen bij de opbrengsten onder de rubriek “bijdragen, schenkingen, legaten en subsidies” (73)
Wat is de functie van de resultaatverwerking en heeft die evenveel nut bij vzw’s als vn’s?
Elk jaar de overgedragen resultaten van het vorig boekjaar op te nemen in het te bestemmen resultaat in het licht van winstuitkering.
Geen zin, want geen vennootschapsrechtelijk overgedragen resultaten van vorig boekjaar dit jaar te verwerken
Wat is de begrotingsrekening?
Komt voort uit de budgettaire boekhouding, er wordt hier per krediet een samenvatting gemaakt van de bedragen in de budgetcyclus.
Wat zijn kostenplaatsen en de kostenverdeelstaat?
kostenplaatsen= departementen waar de kosten zijn verbruikt
kostenverdeelstaat= een overzicht van alle kostensoorten en alle bedragen, geventileerd over verschillende kostenplaatsen. Om zo de kostprijs van diensten, departementen en programma’s te kunnen bepalen
Wat is management accounting=beheersboekhouding?
Meting, verzameling, registratie en analyse van informatie nodig voor het management. Management accounting is gebaseerd op de vermogensboekhouding. Door middel van het gebruiken van de technieken.
Financiële audit?
Extern:
-Kijken of de boekhouding betrouwbaar is, staan er zaken niet in, is er te veel cosmetic accounting
-De auditor gaat een certificering doen van de betrouwbaarheid van de financiële rapportering
-Het gaat enkel over de betrouwbaarheid en niet over de efficiëntie
Intern
controle over registratie van de verrichtingen
Rechtmatigheidsaudit
Kijkt niet naar de jaarrekening of financiële rapportering, maar naar de overeenstemming met de regelgeving, zijn deze gerespecteerd of zijn er eventueel inbreuken?
Doelmatigheidsaudit
Controleert of er efficiënt gebruikt is gemaakt van de budgetten, zeer moeilijk want “wat is efficiënt?”.
Wat is een boekhoudsleutel?
Een combinatie van verschillende elementen die de lokale besturen toe laat om via een selectie van bepaalde elementen verschillende vormen van rapportering te generen in functie van een specifieke informatiebehoefte.
IPSAS
International Public Sector Accounting Standards
In vennootschapsboekhouden is de discussie over wanneer het transactiemoment is zo goed als onbestaand. Waarom discussiepunt in overheids- en social-profitboekhouden?
Omdat er in boekhoudingen in vennootschappen is er altijd een ruiltransactie of een tegenprestatie, maar bij overheden zijn er vaak non-Exchange of et niet ruil transactie (subsidies geven of krijgen)
Wat houdt het kostprijsmodel in in verband met waardering in latere boekjaren?
Het vast actief wordt geboekt aan de aanschaffingswaarde- geboekte afschrijvingen en waardeverminderingen.
Men gebruikt dit model bij:
-Gemeenschapsgoederen
-Bedrijfsmatige materiële vaste activa
-Immateriële vaste activa
Wat houdt het Herwaarderingsmodel in in verband met waardering in latere boekjaren?
Het vast actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, jaarlijks geboekt wordt tegen de geherwaardeerde waarde.
Herwaarderen is verplicht volgens het BBC, dus enkel voor de instellingen onderworpen hier aan
andere materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Wat houdt de beleidsevaluatie in?(BBC)
per beleidsdoelstelling→ omschrijving vd mate van realisatie (incl ontvangsten/uitgaven voor exploitatie, investeringen en financiering)
- verwijzing naar plaats waar overzicht v/d beleidsevaluatie ter consultatie beschikbaar is
Doelstellingenrekening
Bevat per beleidsdoelstelling voor afgelopen boekjaar totaal v/d: - ontvangsten en uitgaven alle prioritaire beleidsdoelstellingen
-ontvangsten en uitgaven overige beleid
Staat v/h financieel evenwicht
bevat:
-resultaat kasbasis = Toestandsevenwicht
-Autofinancieringsmarge = Structureel evenwicht
-Gecorrigeerde autofinancieringsmarge
-Geconsolideerd financieel evenwicht
Staat van opbrengsten en kosten
Eigenlijk de resultatenrekening
Toelichting BBC
Raad spreekt zich uit over vaststelling (= goedkeuring) v/d jaarrekening in 1ste sem 20N1
na vaststelling → jaarrekening in digitale vorm naar ABB via digitale loket BBC-DR website ABB of rechtstreeks vanuit de lokale applicatie (openbaarmaking)
-ABB zorgt niet meer voor consultatie jaarrekening: gemeenten moeten dit zelf doen
COFOG
Classification of the functions of the government