Taal 2 Flashcards

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/37

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards for Taal 2 lecture notes.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

38 Terms

1
New cards

Leesvaardigheid

Een vaardigheid die cruciaal is om kritisch de inhouden van sociale en andere media te verwerken.

2
New cards

Taalbeschouwend vermogen

Het vermogen om te leren hoe en waarom we omgeven zijn door schriftelijke taal en inzicht te krijgen in het taalsysteem.

3
New cards

Begrijpend luisteren

Een voorbereiding op begrijpend lezen, waarvoor een voldoende ontwikkelde woordenschat en enig inzicht in verhaalstructuur nodig zijn.

4
New cards

Ontluikende geletterdheid

De ontwikkeling die begint bij de eerste kennismaking met geschreven taal en waarin kleuters inzicht krijgen in verschillende verhaalstructuren en genres.

5
New cards

Functies van geschreven taal

Kleuters ontdekken de functies van geschreven taal: communicatie en een verband met gesproken taal. Stimuleer dit begrip door eigen omgang met geschreven taal, bijvoorbeeld door voor te lezen.

6
New cards

Literair competentie

Kleuters leren hun eigen weg te vinden in het brede aanbod van boeken, ze maken kennis met de kenmerken van literaire teksten en leren die te waarderen.

7
New cards

Leesbevordering

Leesbevordering leidt niet alleen tot taalsterkere kleuters, maar biedt ook een waaier aan andere ontwikkelingskansen, zoals sociaal-emotionele ontwikkeling.

8
New cards

Vertelcyclus

Bestaat uit een voorbereidingsfase, close reading sessies, en verwerkingsactiviteiten om een boek volledig tot zijn recht te laten komen.

9
New cards

Interactief voorlezen

Biedt rijke woordenschat en grammatica aan. Afhankelijk van de doelen kan de interactie steeds uitdagender gemaakt worden.

10
New cards

Interactief vertellen

Geeft de handen vrij om lichaamsexpressie en andere hulpmiddelen sterker in te schakelen. Het grootste verschil met voorlezen is dat je loskomt van de geschreven tekst.

11
New cards

Poppenspel

Een manier om een verhaal (van een prentenboek) tot leven te brengen door het te laten vertellen door de klaspop of door de personages in de vorm van poppen.

12
New cards

Kamishibai

Een Japanse vertelvorm met een kastje waarin tekeningen op A3-formaat passen, waarbij de verteller de prenten verschuift en het verhaal vertelt.

13
New cards

Luisterverhaal

Voorgelezen verhalen waar kritische ingesteldheid geboden is bij de keuze van luisterverhalen.

14
New cards

Close Reading

Bestaat uit drie vertelrondes die zorgen voor een opbouw in de moeilijkheidsgraad van de interactie en de verwerking bij elke voorlees- of vertelbeurt.

15
New cards

Verteltas

Een tas of doos met een prentenboek en ondersteunend materiaal, ingezet om ouderbetrokkenheid en –participatie te bevorderen, maar werkt natuurlijk ook taalontwikkelend.

16
New cards

Rollenspel

Stimuleert de taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, maatschappelijke ontwikkeling en de sociale ontwikkeling.

17
New cards

Spontaan rollenspel

Kosteloos materiaal (lakens, potten, pannen …) stimuleert nieuw spel.

18
New cards

Verteltafel

Een tafel in de klas die je zo inricht dat de kleuters er een verhaal kunnen naspelen.

19
New cards

Taalbeschouwing

Nadenken over taal. Dat houdt in dat je kleuters vaardig moet maken in het beschouwen van ons taalgebruik en het taalsysteem.

20
New cards

Metalinguïstisch bewustzijn

Het vermogen van oudere kleuters om taal los van hun betekenis te leren zien noemt men objectivatie.

21
New cards

Simultaan meertalig

Kinderen die simultaan meertalig worden opgevoed ontvangen van bij de geboorte verschillende talen tegelijkertijd aangeboden krijgen.

22
New cards

Successief meertalig

Kinderen die successief meertalig worden opgevoed verwerven de tweede taal na de moedertaal.

23
New cards

Talensensibilisering

Het leren over talen.

24
New cards

Taalinitiatie

Leren van een taal.

25
New cards

Viertakt van Verhallen

Een methode om geselecteerde woordenschat gericht aan te leren.

26
New cards

Total Physical Response (TPR)

Eine werkvorm die vaak ingezet wordt bij NT2- leerders, zowel kinderen als volwassenen. Bij TPR leer je taal door de combinatie van het horen van taal en het maken van bewegingen.

27
New cards

Preteaching

Geeft voorkennis en activeert deze om kinderen meer kans te geven bij te leren tijdens de eigenlijke activiteit.

28
New cards

Functioneel meertalig

Leerlingen kunnen de verschillende talen die ze beheersen effectief inzetten in verschillende contexten en voor verschillende doeleinden.

29
New cards

Receptieve woordenschat

De woorden die een leerling begrijpt wanneer hij ze hoort of leest.

30
New cards

Productieve woordenschat

De woorden die een leerling actief gebruikt in spraak en schrift.

31
New cards

Indirecte woordenschatuitbreiding

Het oppikken van nieuwe woorden via gesprekken, boeken en andere media.

32
New cards

Directe woordenschatuitbreiding

Gerichte instructie in nieuwe woorden, vaak met behulp van concrete voorwerpen, afbeeldingen of context.

33
New cards

Mondelinge interactie

Gesprekken en discussies in de klas die leerlingen stimuleren om taal te gebruiken en hun gedachten te verwoorden.

34
New cards

Narratieve competentie

Het vermogen om samenhangende en boeiende verhalen te vertellen, met een duidelijke structuur en personages.

35
New cards

Taalbewustzijn

Het inzicht dat taal een systeem is met regels en patronen, en dat verschillende talen verschillende systemen hebben.

36
New cards

Emergent Literacy

De kennis en vaardigheden die een kind ontwikkelt in de vroege jaren en die een basis vormen voor het leren lezen en schrijven.

37
New cards

Fonologisch bewustzijn

Het vermogen om klanken in woorden te herkennen en ermee te spelen, zoals rijmen en het herkennen van de eerste klank.

38
New cards

Alfabetisch principe

Het inzicht dat letters overeenkomen met spraakklanken en dat woorden kunnen worden gele