5 VWO - chemistry H9 - redox (PWW1)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/32

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

33 Terms

1
New cards

stabiel elektron

8 elektronen in buitenste schil, behalve H en He

2
New cards

Ongeladen metaalatomen kunnen de edelgasconfiguratie bereiken door in een chemische reactie ………..

Ongeladen metaalatomen kunnen de edelgasconfiguratie bereiken door in een chemische reactie valentieelektronen AF te staan. Dan worden ze positief geladen metaalionen.

3
New cards

Reductor

Een deeltje wat een elektron kan afstaan (Reducing)

4
New cards

Oxidatior

Een deeltje wat elektronen opneemt (Oxidator = Opnemen)

5
New cards
6
New cards

Hoe zie je aan een reactievergellijking of het om een redoxreactie gaat?

Deeltjes die veranderen van lading.

7
New cards

Onedele metalen zijn……

Onedele metalen zijn sterke reductoren

8
New cards

Redoxkoppel

De reactie werkt wederzijds

9
New cards

Voorbeeld deeltje wat oxidator en reductor is

Fe2+ als het een elektron afstaat (reductor) wordt het Fe3+
Fe2+ als het 2 elektronen opneemt (oxidator) wordt het Fe

10
New cards

halogeenionen zijn……
halogeenatomen zijn…..
halogeenmoleculen zijn……

halogeenionen zijn zwakke reductoren
halogeenatomen zijn sterke oxidators
halogeenmoleculen zijn minder stabiel dan halogeenionen

11
New cards

de reactiviteit van een redoxkoppel wordt bepaald door:

U0

12
New cards

Hoe beoordeel je of een reactie verloopt

ΔU = U0 (oxidator) - U0 (reductor)
1. ΔU > - 0,30 & ΔU < 0,30→ evenwicht
ΔU > 0,30 V → evenwicht ligt rechts (verloopt spontaan)
ΔU < - 0,40 V → evenwicht ligt links (verloopt niet spontaan)

  1. Oxidatoren zijn sterker in een zuur milleu H+ / H30+

  1. Reductoren zijn sterker in een basisch millieu OH-

13
New cards

redoxreactie opstellen

  1. Aanwezige deeltjes:

    - Let op bij: oplossingen → H2O(l)

    - Let op bij: opgeloste zouten & sterke zouten (noteer ze geïoniseerd.

    - Let op bij: vaste zouten - noteer geheel (en in haakjes geïoniseerd)

    - Let op bij: zuur/basisch milleu

  2. Sterkste oxidator en Sterkste reductor

    - Let op bij: de ladingen van deeltjes, als er geen lading in de bians staat, mag je die dan ook niet gebruiken

    - Alle aanwezige deeltjes in de halfreactie?

  3. Ladingsbalans (molariteit)

    - Noteer vermenigvuldigingsfactoren naast de halfreacties

  4. Optellen

    - Let op bij: Als H+ / H3O en OH- ontstaat, voeg je ze samen tot H2O (zo veel mogelijk)

  5. Controleer de reactie

    Sommige deeltjes worden niet gebruikt (tribunedeeltjes) die maken dan ook niet deel van de redoxreactie.

14
New cards

corrosie

verweren van materialen door een chemische reactie ten invloede van de omgeving.
Als metalen corroderen → redoxreactie.
Metalen corroderen door: inwerking zuren, halogenen, zuurstof, water.

15
New cards

corrosiegevoeligheid

Hoe lager de U0 hoe hoger de corrosiegevoeligheid
Alle metalen met U0 < 0,40 → reageren makkelijk met zuurstof

16
New cards

onedel metaal

U0 < 0,40

17
New cards

edel metaal

U0 > 0,40

18
New cards

akalimetalen reageren …. met water

akalimetalen reageren hefig met water → basische oplossing → H2 ontstaat → ontbrandt spontaan (want exotherme reactie → warmte → temperatuur stijgt → boven ontbrandingstemperatuur)

Dus geen goed bouwmateriaal

19
New cards

aardakalimetalen reageren …. met water

aardakalimetalen reageren minder heftig met water, wel basische oplossing → H2 ontstaat, maar geen vuur

Dus geen goede bouwmateriaal

20
New cards

roest

H2O + Fe + O2 → gehydrateerd ijzeroxide (II/III) & ijzerhydroxide

- groter volume dan oorspronkelijk ijzer → poreuze structuur → nog meer roestvorming want water houdt vast
- toename volume → aanvullende schade

21
New cards

sommige metalen die onedeler zijn dan ijzer (roestgevoelig) zijn beter bestand tegen corrosie, hoe? Zinc

Als zink corrodeert → ZnO(s) onstaat (ondringbaar laagje → zink berschermt zichzelf)

22
New cards

Waarom redoxreacties voor uitvoering titraties

oxidatoren en reductoren veranderen van kleur tijdens halfreactie → geen indicator voor eindpunt

23
New cards
24
New cards

elektrochemische cel

opstelling warmee, via een redoxreactie, Ech → Eelektrisch

halfreacties gescheiden → elektreonentransport via een draad

25
New cards

elektrode

geeft elektronen door van halfcel → stroomdraad & vice versa. halfreacties vinden plaats aan het oppervlak van een elektrode

negatieve pool: reductor, elektronen komen hier vandaan
positieve pool: oxidator, elekteronen gaan hier heen

26
New cards

zoutbrug

maakt de stroomkring gesloten

  • elektrolyt zorgt voor stroomgeleiding (ionen van elektrolyt gaan naar pos/neg, waardoor stroonmkring is gesloten) hierdoor mengen de halfreacties niet met elkaar

  • zoutoplossing of sterk zuur

27
New cards

Ubron

Ubron = ΔU

28
New cards

brandstofcel

beginstoffen worden continu heen gevoerd, reactieproducten afgevoerd.

brandstof: reductor (reducing)
zuurstof: oxidator (opnemen)

reactieproducten van oxidator worden gebruikt door reductor
—> reactieproducten circuleren door ion-selectief membraan




29
New cards

hoe bereken je hoeveel elektrische energie een batterij/accu kan leveren?

hoeveel elektronen een bepaalde hoeveelheid van de reductor kan afstaan.

I = Q/t

Q = F x n(e)

30
New cards

accu

oplaadbare chemische cel → chemische energie wordt opgeslagen

tijdens oplade verloopt halfreacties ook andersom (redoxkoppel draait om (ox wordt red) (red wordt ox))

31
New cards

waarom lithium als elektrolyt in accu

Li+ hoge energiedichtheid

- schaars en duur
- kost veel fossiele energie → uit lithiumertsen halen → klimaat wordt belast
-

32
New cards

waarom geen accu’s voor onregelmatige stroomproductie

  • accu’s zijn te duur/te zwaar om op grote schaal voor de winter energie op te slaan.

  • instead: waterstof → elektrolyse: water wordt door elektrische energie omgezet in H2 en O2 → brandstofcel → elektrische energie
    nadelen

    1. waterstofmoleculen zijn heel klein (lekkages)

    1. kleinere energiedichtheid → hogere gasdruk

    1. laag kookpunt → leidingen moeten heel koud blijven

      Ze kunnen worden verbrand → energie, maar kan ook met iets hoger rendement direct in energie → brandstofcel!

33
New cards

halfreacties opstellen (je weet welke stof wordt omgezet en welke stof er ontstaat)

want niet elke halfreactie staat in binas

  1. noteer beginstof van redoxkoppel → reactieproduct van redoxkoppel

    maak atoombalans kloppend voor niet-H- of O-atomen

  2. voor O-atoom balans → voeg H2O toe

  3. voor H-balans → voeg H+ toe

    in het millieu H+ aanwezig? → laat ze staan
    in het millieu geen H+ aanwezog → voeg OH- toe

    → H+ en OH- maken samen H2O

  4. Ladingsbalans: berkeen het verschil tussen ladingen links en rechts, voegt evt elektronen toe.