Diversiteit, (on)gelijkheid en inclusief onderwijs

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/46

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards in het Nederlands over diversiteit, sociale ongelijkheid en inclusief onderwijs, gebaseerd op een lecture transcript.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

47 Terms

1
New cards

Diversiteit

Verscheidenheid, alle aspecten waarop mensen van elkaar kunnen verschillen bv: geslacht, leeftijd, afkomst, seksuele geaardheid

2
New cards

Sociale ongelijkheid

Mensen in een samenleving krijgen niet evenveel kansen, middelen of waardering

3
New cards

Economisch kapitaal

Geld

4
New cards

Cultureel kapitaal

Kennis en opleiding

5
New cards

Sociaal kapitaal

Connecties of netwerken

6
New cards

Inkomensongelijkheid

Het verschil in loon of inkomen

7
New cards

Vermogen

Spullen of geld op de bank, alles wat je al bezit

8
New cards

Gini-coëfficiënt

Om te meten hoe eerlijk of oneerlijk het inkomen verdeeld is in een land (1=gelijk, 0= ongelijk)

9
New cards

Kansenongelijkheid

Mensen met een lager inkomen hebben minder toegang tot belangrijke dingen zoals goed onderwijs, voeding, veilige woonomgeving, …

10
New cards

Gelijkheid (equality)

Iedereen krijgt hetzelfde

11
New cards

Billijkheid (equity)

Meer geven aan wie minder heeft

12
New cards

Sociale rechtvaardigheid (justice)

Het systeem zelf gaat zich aanpassen

13
New cards

Armoede

Netwerk van sociale uitsluiting dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan

14
New cards

Absolute armoede

Vaak in ontwikkelingsladen, gaat om leven en dood, te genoeg om niet dood te gaan, net te weinig om te leven

15
New cards

Relatieve armoede

Ongelijke verdeling van inkomens, verdient minder maar bent niet echt arm

16
New cards

Sociale armoede

Doordat je weinig geld hebt kan je niet meer normaal meedoen met het leven, je sociale contacten vervagen

17
New cards

Armoede bij werkenden

Te weinig verdienen

18
New cards

Kansarmoede

Hebben niet alleen een laag inkomen maar worden ook uitgesloten op verschillende domeinen

19
New cards

generatiearmoede

Armoede die wordt doorgegeven van ouders op kinderen

20
New cards

Nieuwe armoede

Mensen die nog niet arm waren in armoede leven

21
New cards

Individueel schuldmodel

Het is de schuld van de mens zelf, omdat deze niet verantwoordelijk is

22
New cards

Individueel ongevalmodel

Komt in armoede terecht door gebeurtenis waar je zelf niets aan kan doen

23
New cards

Maatschappelijk schuldmodel

Schuld van de samenleving dat armoede blijft bestaan, armoede moet blijven bestaan omdat het werk dat zij doen anders niet blijft bestaan

24
New cards

Maatschappelijke ongevalmodel

Komt in armoede terecht doordat de maatschappij verandert

25
New cards

Armoedeweb

Problemen die elkaar versterken waar je moeilijk uit geraakt

26
New cards

Buitenkant

De zichtbare problemen waarin armoede tastbaar wordt bv: huis, gezin, inkomen, vrije tijd, gezondheid, onderwijs, sociale contacten

27
New cards

Binnenkant

De onzichtbare gevoelens, gedachten en reacties die armoede met zich meebrengt bv: schaamte, woede, negatief zelfbeeld, schuldgevoel, niet kunnen/kennen

28
New cards

Gevoelskloof

Armen ervaren vaak negatieve gevoelens die zorgen voor een gebrek aan eigenwaarde en een negatief zelfbeeld, wantrouwen door negatieve ervaringen

29
New cards

Kenniskloof

Wie arm is beschikt niet altijd over de juiste kanalen om aan informatie te geraken, ze krijgen achterstand en dit kan leiden tot een gebrek aan kennis

30
New cards

Vaardigheidskloof

Veel armen hebben bepaalde vaardigheden niet meegekregen <aar ze later ontbreken bv: omgaan met geld, huishouden, kinderen opvoeden, …

31
New cards

Positieve krachtenkloof

Armen hebben vaak meer positieve krachten bv: humor, solidariteit, grote vechtlust

32
New cards

Structurele kloof

Wie arm is ervaart uitsluiting uit belangrijke levensdomeinen, kansarmoede

33
New cards

PISA-test

Programme for interntional studen assessment, onderzoek naar vaardigheden en kennis van jongeren

34
New cards

Au degré zéro de l’existence

Mensen die het lastig hebben hebben geen doel meer in het leven, op hun laagste punt van bestaan

35
New cards

Inclusief onderwijssysteem

Systeem waarin scholen hun infrastructuur, methodes, lesmateriaal en personeelsbeleid afstemmen op alle leerlingen

36
New cards

Exclusie

Personen met beperking worden ontzegd, geen deelname aan onderwijs

37
New cards

Segregatie

Aparte scholen en apart onderwijssysteem, afgescheiden van kinderen die verschillen

38
New cards

Integratie

Alle kinderen volgen les in gewoon onderwijs maar hebben geen apart leerproces, leerlingen moeten zich dus aanpassen

39
New cards

Inclusie

Alle kinderen volgen les op dezelfde school en school past zich aan op alle leerlingen

40
New cards

M-decreet

In 2014 eerst stap naar het inclusief onderwijs

41
New cards

Nieuwe Leersteundicreet

2023, elke leerling maximale ontwikkelingskansen geven en dan in een inclusief onderwijssysteem

42
New cards

Zorgcontinuüm

Systeem dat verschillende niveaus van zorg en ondersteuning biedt aan alle leerlingen in een school (brede basiszorg, verhoogde zorg, uitbereiding van zorg en IAC)

43
New cards

Brede basiszorg

Alle leerlingen bv: toetsen bespreken

44
New cards

Verhoogde zorg

Leerlingen die extra hulp nodig hebben, lesprogramma aanpassen, ondersteuning bv: examen zorgklas, extra tijd

45
New cards

Uitgebreide zorg

Overleg met ouders, CLB, hulp van buiten de school, specialisten, therapeut

46
New cards

Individueel aangepast leerprogramma IAC

Na diagnose van CLB, leerdoelen aangepast, geen diploma

47
New cards

Universal design for learing

Architecturaal concept waar rekening wordt gehouden met diversiteit