Nederlands taalschat D2L3, D3L8 & D4

woordenschat

unicum

iets wat uniek is in zijn soort

denkbeeld

idee

poneren

beweren

neurowetenschapper

een wetenschap die gespecialiseerd is in breinen

significant

veelzeggend

leesvoer

teksten

en passant

terloops

stelselmatig

voortdurend

mitochondriën

energiefabriekjes in onze cellen

stressrespons

reageren op stress

teweegbrengen

veroorzaken

fnuikt

zorgen dat een ontwikkeling zich niet kan voorzetten en daardoor bedreigend is

automatismen

iets dat vanzelf gaat

stakker

elke zielepoot

piekeren

nadenken over iets negatief

gazet

krant

humeur

karakter

dessert kindje

jongste kind

samsonseks

seks terwijl de kindjes naar Samson en Gert kijken.

moordstrookje

Fietsstrook dat naast een weg ligt en daardoor gevaarlijk is.

knaldrang

drang om te feesten

graaiflatie

de prijzen die stijgen

hangmatbeleggen

strategie om belastingen te omzeilen

polarisatie

de vorming van tegenstelling

glamour

stijlvol

noncha

chill

Een duit in een zakje doen.

bijdragen bieden

Iets op je kerfstok hebben.

verantwoordelijkheid nemen voor je fouten

In den doofpot gestopt worden

er niet meer over praten

Iets aan de kaak stellen.

openlijk kritiek leveren

Iets door de vinger zien.

Iets toelaten terwijl het eigenlijk niet mag.

Door de mand vallen.

Betrapt worden van iets

Oogje in het zeil houden.

Iets in de gaten houden