Het exclusieve recht van een staat om zonder inmenging van buitenaf beslissingen te nemen.
2
New cards
**Politiek**
Het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden.
3
New cards
**Algemeen belang**
Zaken die voor veel mensen belangrijk en nuttig zijn.
4
New cards
**Directe democratie**
Een bestuursvorm waarbij de bevolking direct invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.
5
New cards
**Representatieve democratie**
Een bestuursvorm waarbij het volk vertegenwoordigers kiest die de beslissingen nemen en aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid.
6
New cards
**Parlementair stelsel**
Representatieve democratie waarbij de bevolking via verkiezingen een volksvertegenwoordiging kiest, het parlement.
7
New cards
**Constitutionele monarchie**
Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd in de Grondwet zijn vastgelegd.
8
New cards
**Presidentieel stelsel**
Representatieve democratie waarin de bevolking niet alleen het parlement, maar ook het staatshoofd kiest.
9
New cards
**Parlementaire democratie**
Een democratie met een parlementair stelsel.
10
New cards
**Dictatuur**
De meest vergaande vorm van een autoritair regime, waarin inwoners vrijwel rechteloos zijn..
11
New cards
**Autoritair regime**
Een bestuursvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon (dictator), een familie, een kleine groep mensen, een partij of militairen.
12
New cards
**Censuur**
Overheidscontrole van de media en kunstuitingen.
13
New cards
**Ideologie**
Een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving.
14
New cards
**Politiek links**
Een politieke ideologie die een actieve overheid wil om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen.
15
New cards
**Politiek rechts**
Een politieke ideologie die de nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid en zo min mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied wil.
16
New cards
**Politieke midden**
Een politieke ideologie die zowel linkse als rechtse standpunten heeft.
17
New cards
**Liberalisme**
Politieke stroming die de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers centraal stelt en streeft naar een terughoudende overheid.
18
New cards
**Socialisme**
Politieke stroming die streeft naar vermindering van sociale ongelijkheid door een actieve rol van de overheid.
19
New cards
**Communisme**
Vorm van socialisme, waarbij gelijkheid bereikt zou worden door revolutie te ontketenen bij de arbeiders en kapitaal collectief bezit te maken.
\
20
New cards
**Sociaaldemocratie**
Vorm van socialisme die gelijke kansen benadrukt en streeft naar een sterke rol van de overheid om gelijkheid tot stand te brengen.
21
New cards
**Confessionalisme, christendemocratie**
Politieke stroming die zich baseert op het christelijk geloof en uitgaat van een organische staatsopvatting met bijpassende waarden als naastenliefde en saamhorigheid.
22
New cards
**Ontideologisering**
Het verdwijnen van ideologie als leidraad voor hoe de samenleving moet worden ingericht.
23
New cards
**Ecologisme**
Politieke stroming die de zorg voor de aarde centraal stelt waarbij het bestrijden van de klimaatcrisis en beschermen van het milieu voorop staan.
24
New cards
**Populisme**
Politieke stijl die de stem van het volk wil laten horen en zich keert tegen de elite
25
New cards
**Progressief**
Vooruitstrevend zijn en de maatschappij willen veranderen.
26
New cards
**Conservatief**
Behoudend zijn en benadrukken wat al is bereikt.
27
New cards
**Reactionair**
Op sociaal-cultureel gebied terug willen naar de situatie van vroeger.
28
New cards
**Kosmopolitisch**
Het land is onderdeel van een groter, geglobaliseerd geheel, waarin we onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
29
New cards
**Nationalistisch**
Het eigen land en de eigen identiteit moeten afgeschermd en beschermd worden tegen invloeden van buitenaf.
30
New cards
**Politieke partij**
Een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving.
31
New cards
**One-issue partij**
Partij die één specifieke doelgroep vertegenwoordigt of vooral naar één aspect van de samenleving kijkt.
32
New cards
**Niet-democratische partij**
Partij met standpunten die in strijd zijn met de rechtsstaat.
33
New cards
**Zwevende kiezers**
Kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.
34
New cards
**Actief kiesrecht**
Het recht om bij verkiezingen een stem uit te brengen.
35
New cards
**Passief kiesrecht**
Het recht om verkiesbaar te zijn.
36
New cards
**Evenredige vertegenwoordiging**
Kiesstelsel waarbij alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels.
37
New cards
**Kiesdeler**
De hoeveelheid stemmen die nodig is voor één zetel.
38
New cards
**Kiesdrempel**
Een partij moet een minimumpercentage stemmen halen om mee te kunnen delen in de zetels.
39
New cards
**Districten- of meerderheidsstelsel**
Kiesstelsel waarbij een land wordt verdeeld in districten en waarbij de afgevaardigde die de meeste stemmen haalt in het district in het parlement komt.
40
New cards
**Mediacratie**
**Term die de grote invloed van de media op de politieke situatie aanduidt.**
41
New cards
**Informatie**
Periode na de verkiezingen waarin een informateur onderzoekt welke partijen samen een coalitie kunnen en willen vormen.
42
New cards
**Formatie**
Het proces waarbij na de Tweede Kamerverkiezingen een nieuw kabinet wordt gevormd.
43
New cards
**Coalitie**
Een combinatie van verschillende partijen die samenwerken op bestuurlijk niveau.
44
New cards
**Oppositie**
De partijen die geen deel uitmaken van de coalitie.
45
New cards
**Regeerakkoord**
De plannen van de regering voor de komende jaren in hoofdlijnen.
46
New cards
**Demissionair kabinet**
Kabinet dat na de val van het oude kabinet tijdelijk in functie blijft en alleen lopende zaken afhandelt totdat er een nieuwe regering is gevormd.