Kitchen and Culinary Terms in Dutch
Studied by 0 people
Call Kai
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Knowt Play1/121
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
122 Terms
Kitchen
De keuken
Cabinet
De kast
Drawer
De lade
Refrigerator
De koelkast
Table
De tafel
Counter
Het aanrecht
Sink
De gootsteen
Oven
De oven
Toaster
Het broodrooster
Can Opener
De blikopener
Blender
De blender
Faucet
De kraan
Dishwasher
De vaatwasser
Microwave
De magnetron
Spoon
De lepel
Fork
De vork
Knife
Het mes
Cutting board
De snijplank
Tongs
De tang
Pot
De pan
Pan
De koekenpan
Bowl
De kom
Lid
Het deksel
Handle
Het handvat
Jar
De pot
Container
De container
Grater
De rasp
Peeler
De dunschiller
Tray
De dienblad
Baking Sheet
De bakplaat
Aluminum foil
De aluminiumfolie
Plastic Wrap
De plasticfolie
Cup
De beker
Glass
Het glas
Rolling pin
De deegroller
Food Processor
De keukenmachine
Cupboard
De keukenkast
Teapot
De theepot
Whisk
De garde
Measuring Cup
De maatbeker
Oven mitts
De ovenhandschoenen
Spatula
De spatel
Mortar and Pestle
De vijzel
Ladle
De pollepel
Kitchen Shears
De keukenschaar
Pressure Cooker
De snelkookpan
Can
Het blik
Bottle
De fles
Bottle Opener
De flesopener
Cork
De kurk
Mug
De mok
Rice Cooker
De rijstkoker
Apron
De schort
Baking tray
De bakplaat
Cake slicer
De cakesnijder
Casserole
De ovenschaal
Chef's knife
Het koksmes
Chopsticks
De eetstokjes
Cleaver
De hakmes
Colander
De vergiet
Cooker
Het fornuis
Corkscrew
De kurkentrekker
Cutlery
Het bestek
Freezer
De vriezer
Frying pan
De koekenpan
Grill
De grill
Handmixer
De handmixer
Measuring spoon
De maatlepel
Metal spoon
De metalen lepel
Napkin
De servet
Pepper shaker
De peperstrooier
Plate
Het bord
Salt shaker
De zoutstrooier
Scissors
De schaar
Spice container
De kruidenpot
Steak hammer
De vleeshamer
Stove
Het fornuis
Strainer
De zeef
Timer
De timer
Wooden spoon
De houten lepel
Sieve
De zeef
To Fry
Frituren
To bake
Bakken
To cook
Koken
To grill
Grillen
To sautee
Sauteren
To mix
Mengen
To warm up
Opwarmen
To strain
Uitlekken
To freeze
Invriezen
To garnish
Garneren
To cut
Snijden
To chop
Hakken
To mince
Fijnhakken
To dice
Blokjes snijden
To simmer
Pruttelen
To grate
Raspen
To whisk
Kloppen
To marinate
Marineren
To boil
Koken
Note 
Flashcards (46)