HERSENEN EN GEDRAG TENTAMEN 2024 UVA

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/97

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

98 Terms

1
New cards

Anatomie van het zenuwstelsel

De studie van de structuur en organisatie van het zenuwstelsel, inclusief de cerebrale cortex, zintuigen, motoriek, emotie, geheugen, taal, aandacht, en asymmetrie van functies.

2
New cards

Cortex

Het buitenste gedeelte van de hersenen, verantwoordelijk voor hoge cognitieve functies en deelnemend aan de verwerking van zintuiglijke informatie.

3
New cards

Frenologie

Een pseudowetenschappelijke theorie van F.J. Gall die suggereert dat karakter en mentale capaciteiten afleesbaar zijn aan de structuur van de schedel.

4
New cards

Broca en Wernicke

Onderzoekers die in de 19e eeuw ontdekte dat functies in de cortex gelokaliseerd zijn, vooral in gebieden die betrokken zijn bij spraak en taal.

5
New cards

Centraal zenuwstelsel (CZS)

Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg, verantwoordelijk voor de verwerking van informatie en de coördinatie van reacties.

6
New cards

Perifere zenuwstelsel (PZS)

Het gedeelte van het zenuwstelsel dat de centrale zenuwstelsel verbindt met de rest van het lichaam, inclusief het somatische en autonome zenuwstelsel.

7
New cards

Sympathisch zenuwstelsel

De tak van het autonome zenuwstelsel die het lichaam voorbereidt op een vecht-of-vlucht reactie en dus fysieke activiteit stimuleert.

8
New cards

Parasympathisch zenuwstelsel

De tak van het autonome zenuwstelsel die verantwoordelijk is voor rust en herstel, en het bevorderen van vegetatieve functies.

9
New cards

Somatisch zenuwstelsel

De tak van het perifere zenuwstelsel die verantwoordelijk is voor vrijwillige controle over de spieren en communicatie met de buitenwereld.

10
New cards

Autonoom zenuwstelsel

De tak van het perifere zenuwstelsel die verantwoordelijk is voor onbewuste functies, zoals hartslag en spijsvertering.

11
New cards

Dorsaal

Aan de rugkant, vaak gebruikt om de positie van structuren in de hersenen aan te geven.

12
New cards

Ventrraal

Aan de buikzijde, vaak gebruikt om de positie van structuren in de hersenen aan te geven.

13
New cards

Hersenvliezen

De membranen die de hersenen omhullen en beschermen, bestaande uit drie lagen: dura mater, arachnoid en pia mater.

14
New cards

Cerebrospinale vloeistof (CSF)

Vloeistof die de hersenen en het ruggenmerg omgeeft en beschermt, evenals de aan- en afvoer van stoffen regelt.

15
New cards

Hydrocephalus

Een aandoening waarbij de normale stroom van cerebrospinale vloeistof verstoord is, wat leidt tot een verhoogde druk en een vergroot hoofd.

16
New cards

Reflexboog

Het pad dat een reflexreactie volgt, vaak zonder dat de hersenen betrokken zijn.

17
New cards

Craniale zenuwen

Zenuwen die direct van de hersenen naar het hoofd- en halsgebied lopen en belangrijke functies zoals zintuiglijke waarneming en motorische controle hebben.

18
New cards

Limbisch systeem

Een netwerk van structuren in de hersenen dat betrokken is bij emotie en motivatie, waaronder de amygdala en de hippocampus.

19
New cards

Amygdala

Een deel van het limbisch systeem dat een belangrijke rol speelt bij de verwerking van emoties, bijzonder angst.

20
New cards

Prefrontale cortex

Het deel van de frontale kwab dat verantwoordelijk is voor planning, besluitvorming en werkgeheugen.

21
New cards

Motorische cortex

Het hersengebied dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van bewegingen door het aansturen van spieren.

22
New cards

Cerebellum

De structuur die verantwoordelijk is voor coördinatie van bewegingen, balans en motorisch leren.

23
New cards

Basale ganglia

Groep structuren in de voorhersenen die betrokken zijn bij het initiëren en reguleren van beweging.

24
New cards

Sensorische processen

De processen waarmee het lichaam informatie uit de omgeving detecteert en doorgeeft naar de hersenen.

25
New cards

Perceptie

De interpretatie van sensorische informatie door de hersenen.

26
New cards

Transductie

De conversie van fysieke stimuli (zoals licht of geluid) naar neurale signalen die door het zenuwstelsel kunnen worden verwerkt.

27
New cards

Actiepotentiaal

Een elektrische impuls die neuronen gebruiken om informatie over te brengen.

28
New cards

Gelabelde lijn principe

Het concept dat de locatie van een neuron in de hersenen het type informatie dat het vervoert bepaalt.

29
New cards

Top-down verwerking

Een benadering van waarneming die is gebaseerd op concepten, verwachtingen en eerdere ervaringen.

30
New cards

Bottom-up verwerking

Een benadering van waarneming die is gebaseerd op ruwe sensorische gegevens die naar de hersenen worden gestuurd.

31
New cards

Corticale homunculus

Een representatie van de menselijke lichaamsdelen in de hersenschors die laat zien hoeveel ruimte elke lichaamsdeel in de motorische en sensorische cortex in beslag neemt.

32
New cards

Neurotransmitters

Chemische stoffen die signalen tussen neuronen overbrengen, essentieel voor neuronale communicatie.

33
New cards

Ventrikels

Holle ruimtes in de hersenen gevuld met cerebrospinale vloeistof.

34
New cards

Myeline

Een waterdichte laag die om sommige axonen ligt en de snelheid van de zenuwsignalen verhoogt.

35
New cards

Grijze stof

Bestaat uit cellichamen en dendrieten van neuronen, vaak aan de buitenzijde van de hersenen.

36
New cards

Witte stof

Bestaat uit myelinescheden van axonen die signalen tussen verschillende delen van de hersenen geleiden.

37
New cards

Postcentrale gyrus

Het gebied van de hersenen dat verantwoordelijk is voor somatosensorische verwerking, gelegen in de pariëtale kwab.

38
New cards

Temporele kwab

Het hersengebied dat essentieel is voor auditieve verwerking en het begrijpen van gesproken taal.

39
New cards

Occipitale kwab

Het deel van de hersenen dat hoofdzakelijk verantwoordelijk is voor de verwerking van visuele informatie.

40
New cards

Pariëtale kwab

Het gebied van de hersenen dat verantwoordelijk is voor waarneming van de positie van het lichaam in de ruimte.

41
New cards

Frontale kwab

Het deel van de hersenen dat het meest betrokken is bij complexe cognitieve taken, zoals planning en probleemoplossing.

42
New cards

Motorisch leren

Het proces waardoor vaardigheden en bewegingen worden ontwikkeld en verfijnd door ervaring en oefening.

43
New cards

Hersenstam

De structuur die vitale functies zoals ademhaling en hartslag reguleert en een verbinding vormt tussen de hersenen en het ruggenmerg.

44
New cards

Discriminatie

Het vermogen om verschillen in stimuli waar te nemen, zoals tussen verschillende geluiden of smaken.

45
New cards

Aandacht

Het mentale proces dat bepaalt welke informatie prioriteit krijgt in de perceptie en informatieverwerking.

46
New cards

Feedback loops

Reciproque effecten waarbij output van een systeem wordt teruggevoerd naar het systeem zelf om toekomstige input te beïnvloeden.

47
New cards

Neurale codering

Het proces waarbij de informatie die door neuronen wordt overgedragen, wordt gecodeerd in actiepotentialen.

48
New cards

Adaptatie

De afname van de gevoeligheid van een receptor bij constante stimulatie van dezelfde kracht.

49
New cards

Stimulusdrempel

De minimal vereiste stimulatie om een reactie van een neuron uit te lokken.

50
New cards

Sensory disregulation

Het onvermogen van de hersenen om sensorische informatie correct te interpreteren.

51
New cards

Emotionele regulatie

Het vermogen om emoties te erkennen, te ervaren en te beheersen.

52
New cards

Motorische controle

De controle over spierbewegingen door signalen die vanuit de hersenen naar het voertuig gaan.

53
New cards

Emotie

Een complexe reactie op een stimulus die mentale, fysiologische en gedragsmatige componenten bevat.

54
New cards

Basisemoties

De zes primaire emoties zijn vreugde, verdriet, angst, woede, verbazing en afschuw.

55
New cards

Limbisch systeem

Een breinstructuur die betrokken is bij de verwerking van emoties.

56
New cards

Amygdala

Een deel van het limbisch systeem dat een belangrijke rol speelt bij het waarnemen en reageren op angst.

57
New cards

Hippocampus

Een hersenstructuur die essentieel is voor het vormen van nieuwe herinneringen en het leren van context.

58
New cards

Broca's afasie

Een taalstoornis gekenmerkt door moeilijkheden in de taalproductie, maar met behoud van begrip.

59
New cards

Wernicke's afasie

Een taalstoornis die zich uit in vloeiende spraak, maar met een gebrek aan taalbegrip.

60
New cards

Antrograde amnesie

Het onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen na een bepaalde gebeurtenis.

61
New cards

Retrograde amnesie

Het verlies van herinneringen van gebeurtenissen die voor een bepaalde gebeurtenis plaatsvonden.

62
New cards

Top-down aandacht

Aandacht die vrijwillig en bewust wordt gericht op een specifieke stimulus.

63
New cards

Bottom-up aandacht

Onbewuste en automatische aandacht die door externe stimuli wordt aangetrokken.

64
New cards

Selectieve aandacht

Het proces waarbij een deel van de prikkels wordt gekozen om op te focussen, terwijl andere worden genegeerd.

65
New cards

Emotionele strooptest

Een cognitieve taak die gebruikt wordt om de invloed van emotionele woorden op reactietijd te meten.

66
New cards

Functionele MRI (fMRI)

Een beeldvormingstechniek die hersenactiviteit meet door veranderingen in de bloedstroom te volgen.

67
New cards

Transcraniële magnetische stimulatie (TMS)

Een niet-invasieve techniek die magnetische pulsen gebruikt om neurale activiteit in specifieke delen van de hersenen te stimuleren of te inhiberen.

68
New cards

Optogenetica

Een techniek waarbij licht wordt gebruikt om neuronen te stimuleren of te remmen, met een hoge precisie.

69
New cards

Lateralisatie

De verdeling van functies tussen de linker en rechter hersenhelft.

70
New cards

Affecatieve divisie van de ACC

De anterior cingulate cortex die betrokken is bij emotionele en affectieve verwerking.

71
New cards

Cognitieve divisie van de ACC

De anterior cingulate cortex die betrokken is bij cognitieve processen waaronder aandacht en beslissingen.

72
New cards

Het sympathische zenuwstelsel

Het deel van het autonome zenuwstelsel dat het lichaam voorbereidt op vechten of vluchten.

73
New cards

De James-Lange theorie

Een psychologische theorie die stelt dat emoties worden ervaren als gevolg van fysiologische reacties op stimuli.

74
New cards

Cingulate gyrus

Een deel van de hersenen betrokken bij emotionele verwerking en pijnbeleving.

75
New cards

Neuron

Zenuwcel, verantwoordelijk voor het ontvangen en doorgeven van informatie.

76
New cards

Gliacel

Steuncel in het zenuwstelsel, ondersteunt de functies van neuronen.

77
New cards

Rustpotentiaal

Ladingsverschil binnen en buiten een neuron tijdens inactiviteit, ongeveer -70 mV.

78
New cards

Actiepotentiaal

Een tijdelijke verandering in elektrische lading die door een neuron beweegt.

79
New cards

Depolarisatie

Verandering van negatieve naar positieve lading binnen een neuron, opgang van het actiepotentiaal.

80
New cards

Hypopolarisatie

Toename van kaliumionen buiten de cel, waardoor interne lading negatiever wordt.

81
New cards

Synaps

De verbinding tussen twee neuronen waar informatieoverdracht plaatsvindt.

82
New cards

Neurotransmitters

Chemische stoffen die signalen tussen neuronen overbrengen.

83
New cards

Agonist

Een stof die de werking van een neurotransmitter versterkt.

84
New cards

Antagonist

Een stof die de werking van een neurotransmitter blokkeert.

85
New cards

Bloed-hersenbarrière

Structuur die de hersenen beschermt tegen ongewenste stoffen uit de bloedsomloop.

86
New cards

Myelineschede

Isolerende laag om sommige axonen heen, versnelt de geleiding van zenuwimpulsen.

87
New cards

Knoop van Ranvier

Onderbreking in de myelineschede waar het actiepotentiaal kan regenereren.

88
New cards

EPSP (excitatory post-synaptic potential)

Positieve verandering in het postsynaptische potentiaal dat excitatie bevordert.

89
New cards

IPSP (inhibitory post-synaptic potential)

Negatieve verandering in het postsynaptische potentiaal dat inhibitie bevordert.

90
New cards

Verslavende stoffen

Stoffen die de afgifte van dopamine stimuleren in het beloningssysteem van de hersenen.

91
New cards

Craving

Een sterke drang naar een verslavende stof.

92
New cards

Tolerantie

Afname van de reactie op een stof, waardoor grotere doses nodig zijn voor hetzelfde effect.

93
New cards

Heropname

Proces waarbij neurotransmitters teruggenomen worden door het presynaptische neuron.

94
New cards

Plasticiteit

Het vermogen van het zenuwstelsel om zich te wijzigen en zich aan te passen aan ervaringen.

95
New cards

Serotonine

Neurotransmitter die betrokken is bij stemming, slaap en eetlust.

96
New cards

Acetylcholine

Neurotransmitter die betrokken is bij spiercontractie en geheugen.

97
New cards

Dopamine

Neurotransmitter die een rol speelt in beloning, motivatie en motorische controle.

98
New cards