Burgerlijk Procesrecht H2

dagvaardingsprocedure in eerste aanleg

absolute bevoegdheid

welke type rechter is bevoegd?

bevoegdheid kantonrechter (art. 93 Rv)

1. zaken waarin vordering onder €25.000

2. arbeidszaken, huurzaken, zaken over consumentenkoopovereenkomsten en comsumentenkredietovereenkomsten

3. andere zaken waarin de wet kantonrechter aanwijst

objectieve cumulatie

wanneer eiser verschillende vorderingen op gedaagde heeft en hij deze vorderingen tegelijk in 1 dagvaarding opneemt

subjectieve cumulatie

wanneer er verschillende eisers of gedaagden zijn (wel verband tussen vorderingen vereist)

relatieve competentie

welke plaats van de rechtbank is bevoegd?

relatieve competentie dagvaardingsprocedure

hoofdregel: de woonplaats gedaagde

maar, uitzondering:

• wanneer er een extra rechter bij betrokken is, dan mag de eiser in dat geval kiezen waar de zaak wordt gehouden

• art. 103 Rv → zaken betreffende huur van woonruimte

gevolg kiezen voor verkeerde rechter

de rechter verklaard zich onbevoegd en verwijst de zaak door naar de rechter die wel bevoegd is. 

betekenen

het overhandigen van de dagvaarding door de deurwaarder een de gedaagde partij

opbouw dagvaarding

1. formaliteiten en administratieve gegevens

2. inhoudelijk middenstuk 

3. de eis

petitum

de eis → de eiser vermeld wat hij precies van de rechter wenst.

exploot 

een officieel stuk (akte) van een deurwaarder, gericht aan een bepaalde persoon. 

verstek

de procedure wordt voortgezet zonder dat gedaagde is gehoord.

substantiëringsplicht

houdt in dat op een eiser in een dagvaardingsprocedure de plicht rust om het verweer dat gedaagde heeft tegen een vordering mede te delen in de dagvaarding.

bewijsaandraagplicht

eiser moet in zijn dagvaarding vermelden welk bewijs hij voorhanden heeft om zijn eis te onderbouwen en te bewijzen

herstelexploot

een gebrek in de dagvaarding dat nietigheid meebrengt, kan worden herstelt met een herstelexploot → door herstel wordt geen nietigheid van de dagvaarding gevolgd.

dagvaardingsprocedure 

1. de dagvaarding

2. conclusie van antwoord

3. comparitie na antwoord

4. het vonnis

de rol 

administratieve agenda van de rechtbank. het is een register waarin door de griffie de stand van zaken in elke procedure wordt aangetekend en bijgehouden. 

verschijnen op eerste roldatum

betekend dat de gedaagde schriftelijk of digitaal aan de rechtbank laat weten wie namens hem als advocaat in de procedure zal optreden en verweer zal voeren. 

conclusie van antwoord 

gedaagde krijgt de kans om schriftelijk verweer te voeren. (6 weken de tijd)

concentratie van verweer

gedaagde moet al zijn verweren direct en volledig in de conclusie van antwoord opnemen. ook is hij verplicht direct aan te geven over welke bewijsmiddelen en getuigen hij beschikt om zijn verweer te voeren. 

comparitie na antwoord

is een zitting. het is het eerste en vaak het enige moment in dagvaardingsprocedure dat partijen en advocaten zelf naar de rechtbank gaan en in de procedure rechtstreeks contact hebben met de rechter en elkaar.

dictum

het vonnis eindigt met een dictum: de uiteindelijke beslissing waartoe de rechter is gekomen.

griffirecht kantonrechter

de gedaagde is bij de kantonrechter geen griffierecht verschuldigd, uitsluitend de eiser moet betalen

zuiveren van verstek

gedaagde heeft tot aan het moment van het wijzen van het verstekvonnis nog de mogelijkheid om alsnog in de procedure te verschijnen en zijn afwezigheid te herstellen.

verzet

na het wijzen van verstekvonnis kan gedaagde verstek niet meer zuiveren → moet verzet inzetten.

tweede schriftelijke ronde

rechter vindt dat geen comparitie na antwoord nodig is dus vind er een tweede schriftelijke ronde plaats (conlusie van repliek en dupliek):

• repliek = de tweede schriftelijke (of mondelinge) reactie van de eiser op het verweer van de gedaagde.

• dupliek = de daaropvolgende reactie van de gedaagde op de repliek van de eiser.

eis in reconventie 

tegenvordering van de gedaagde tegen de eiser