La discription d’un graphique + pardons argent

studied byStudied by 3 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 211

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

212 Terms

1

De grafiek

Le graphique

New cards
2

Een staafdiagram

Un graphique à barres

New cards
3

Een lijndiagram

Un graphique à courbe(s)

New cards
4

De grafiek geeft de evolutie van … weer

Le graphique reprend / retrace l’évolution de …

New cards
5

een horizontale as

Un axe horizontal = une abscisse

New cards
6

Een verticale as

Un axe vertical = une ordonnée

New cards
7

een opwaartse / neerwaartse curve

Une courbe ascendante / descendante

New cards
8

De afstand tussen de 2 curves neemt toe

L’écart entre les 2 courbes se creuse

New cards
9

de afstand tussen de 2 curves neemt af

L’écart entre les 2 courbes se comble

New cards
10

een stippellijn

Un pointillé

New cards
11

een dikkere lijn

Une ligne plus épaisse

New cards
12

Een vetgedrukte lijn

Une ligne imprimée en gras

New cards
13

een positieve/ negatieve evolutie

Une évolution positive/ négative

New cards
14

Stijgen

Augmenter - progresser

New cards
15

Een stijging

Une augmentation - une progression - une hausse

New cards
16

beginnen te stijgen (Bv. Van winst)

Décoller

New cards
17

Heel sterk stijgen (Bv. Van winst)

Flamber - exploser

New cards
18

een heel sterke stijging

Une flambée - une explosion

New cards
19

groeien

Croître

New cards
20

een groei

Une croissance

New cards
21

klimmen

Grimper

New cards
22

Beter worden

S’améliorer

New cards
23

Een verbetering

Une amélioration

New cards
24

zich verstevigen (Bv. Een marktpositie)

Se consolider

New cards
25

een versteviging

Une consolidation

New cards
26

zijn hoogste punt bereiken

Atteindre son sommet = être à son maximum = être à son niveau record

New cards
27

dalen

Diminuer - reculer - baisser

New cards
28

een daling

Une diminution - Un recul - une baisse

New cards
29

sterk dalen, vallen

Chuter

New cards
30

een val

Une chute

New cards
31

ineenstorten

S’effondrer

New cards
32

een ineenstorting

Un effondrement

New cards
33

slechter worden

Se dégrader - se détériorer

New cards
34

een verslechtering (Bv. Van de kwaliteit)

Une dégradation - une détérioration

New cards
35

zijn laagste punt bereiken

Atteindre son plancher = être au plus bas = atteindre son seuil inférieur

New cards
36

zich herstellen (Bv. Van het omzetcijfer)

Se redresser

New cards
37

Een herstel

Un redressement

New cards
38

heropleven (Bv. Van het omzetcijfer)

Reprendre

New cards
39

Een heropleving

Une reprise

New cards
40

stagneren

Stagner

New cards
41

een stagnering

Une stagnation

New cards
42

stabiel worden

Se stabiliser

New cards
43

behouden blijven (Bv. De winst)

Se maintenir

New cards
44

het behoud

Un maintien ←→ la maintenance (onderhoud)

New cards
45

stabiel blijven

Rester stable

New cards
46

een stabilisering

Une stabilisation

New cards
47

Schommelen

Fluctuer - osciller

New cards
48

een schommeling

Une fluctuation - une oscillation

New cards
49

het gemiddelde

La moyenne

New cards
50

gemiddeld (bijwoord)

En moyenne

New cards
51

het geld

L’argent (m.)

New cards
52

contant geld hebben

Avoir de l’argent comptant, avoir du liquide

New cards
53

het geld (economisch)

La monnaie

New cards
54

het electronisch geld

La monnaie électronique

New cards
55

het metaalgeld

la monnaie métallique

New cards
56

het papiergeld

La monnaie de papier

New cards
57

virtuele valuta

La monnaie virtuelle

New cards
58

Het vermogen

La fortune

New cards
59

het betaalmiddel

Le moyen de paiement

New cards
60

De cheque

Le chèque

New cards
61

de geldhoeveelheid

La masse monétaire

New cards
62

de geldschepping

La création monétaire

New cards
63

het goud

L’or (m.)

New cards
64

de goudstandaard

L’étalon-or (m.)

New cards
65

de beurs

La Bourse

New cards
66

(Bij) de opening van de beurs

(À) l’ouverture de la bourse

New cards
67

(Bij) het sluiten van de beurs

(À) la clôture de la bourse

New cards
68

het beursbedrijf

La société de Bourse

(= entreprise qui agit sur les marchés financiers pour le compte de ses clients)

New cards
69

het beursgenoteerde bedrijf

L’entreprise cotée en Bourse

New cards
70

De beursnotering

La cotation en Bourse

New cards
71

de beursberichten

Les nouvelles (f.) de la Bourse

New cards
72

De beursindex

‘Indices (m.) boursier

New cards
73

de beursintroductie

L’entrée en Bourse

New cards
74

de beursmakelaar, effectenmakelaar

L’agent de change, le courtier

New cards
75

de beursomstandigheden

Les circonstances boursières

New cards
76

de beursoperatie

L’opération de Bourse

New cards
77

een aandeel

Une action

New cards
78

aandelen uitgeven

Émettre des actions

New cards
79

een optie nemen op aandelen

Prendre une option sur des actions

New cards
80

de aandeelhouder

L’actionnaire

New cards
81

rendabel

Rentable

New cards
82

het rendement (van een aandeel)

Le rendement (d’une action)

New cards
83

het dividend

Le dividende

New cards
84

de dividenduitkering

La distribution des dividendes

New cards
85

een effect

Une valeur (mobilière)

New cards
86

effecten verhandelen

Négocier des valeurs

New cards
87

De effectenbeurs

La bourse des valeurs

New cards
88

De effectenhandel

Le commerce des valeurs

New cards
89

de koers (van de yen)

Le cours (du yen)

New cards
90

tegen een koers van

Au taux de

New cards
91

de koers is gezakt van 0,025 naar 0,024

Le cours est passé de 0,025 à 0,024

New cards
92

de koers is gestegen van 0,024 naar 0,025

Le cours est passé de 0,024 à 0,025

New cards
93

de koersdaling

La baisse des cours

New cards
94

de sterke koersdaling

L’effondrement des cours

New cards
95

de koersstijging

La hausse des cours

New cards
96

De snelle koersstijging

L’explosion (f) / la flambée des cours

New cards
97

De koersverschillen

Les écarts (m.) des cours

New cards
98

Het koersherstel

Le relèvement des cours

New cards
99

de koersschommelingen

Les fluctuations des cours

New cards
100

De koersval (van de dollar)

La chute (du dollar)

New cards
robot