1/19
Flashcards in Dutch, generated from lecture notes, using the FILL_IN_THE_BLANK style.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Het West-Romeinse Rijk eindigde in het jaar __.
476
Clovis stelde __ aan die hem met raad en daad bijstonden.
vazallen
De bekendste Frankische koning was __.
Karel de Grote
Karel de Grote werd in het jaar __ door de paus tot keizer gekroond.
800
Karel de Grote voerde een nieuw bestuursstelsel in, het __.
leenstelsel
Een hertog of graaf die door Karel de Grote werd benoemd, was een __.
Leenman
Karel de Grote zelf was de __.
leenheer
Het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen heet ook wel __.
Feodalisme
Nakomelingen van de leenmannen beschouwden hun grond als familiebezit door __.
erfopvolging
Na de dood van Karel de Grote viel het rijk uiteen in het __ rijk.
West- en Oost-Frankische
De hoge edelen gingen bovendien zelf ook leenmannen benoemen. Deze __ waren trouw aan hun eigen leenheer.
Achterleenmannen
Edelen bouwden __ om zichzelf en het volk te beschermen tegen invallen.
kastelen
Edelen namen __ (militairen te paard) in dienst om te zorgen voor orde en veiligheid in hun gebied.
ridders
Na het vertrek van de Romeinen ontstond er weer een __.
landbouwsamenleving
In ruil voor bescherming verloren de boeren een deel van hun vrijheid en werden zo __.
horigen
Een gebied met een versterkte boerderij, huizen van boeren, een kerk, landbouwgrond en bossen wordt een __ genoemd.
domein
Het economisch systeem met horigen op een domein wordt __ genoemd.
Hofstelsel
Horigen moesten onbetaald werk verrichten, dit worden __ genoemd.
herendiensten
Manier van besturen waarbij de koning het dagelijks bestuur overlaat aan leenmannen.
Leenstelsel
Organisatie van het werk op een domein: een deel van de grond was van de heer en het andere deel werd verpacht aan horigen.
Hofstelsel