Engels Voc 4

Dutch Vocabulary Flashcards related to Global Issues

The environment

Het milieu

Environment-friendly

Milieuvriendelijk

Environmentally damaging

Milieubelastend

Environmental issues

Milieuproblemen

An environmentalist

Een milieuactivist

To pollute

Vervuilen

Pollution

Vervuiling

Air pollution

Luchtvervuiling

A pollutant

Een vervuilende stof, afvalstof

Ecological footprint

Ecologische voetafdruk

Carbon footprint

CO2-voetafdruk

An endangered species

Een bedreigde soort (planten of dieren)

Desertification

Woestijnvorming

Deforestation

Ontbossing

A flood

Een overstroming

Drought

Droogte

Malnutrition

Ondervoeding; slechte voeding

Acid rain

Zure regen

A shortage

Een tekort

Water shortage

Watertekort

Resources

Grondstoffen; middelen

Natural resources

Natuurlijke grondstoffen

Resource depletion

Uitputting van grondstoffen

Raw material(s)

Grondstof(fen)

Fossil fuels

Fossiele brandstoffen

Livestock

Vee(stapel)

Cattle

Vee

Dairy

Zuivel

Global warming

De opwarming van de aarde

The greenhouse effect

Het broeikaseffect

Greenhouse gas

Broeikasgas

Carbon dioxide (CO2)

Koolstofdioxide

To emit

Uitstoten

(An) emission

Uitstoot

Climate change

Klimaatverandering

The ozone layer

De ozonlaag

Organic

Biologisch

Seasonal food

Seizoensgebonden eten

Sustainability

Duurzaamheid

Sustainable growth

Duurzame groei

Renewable energy

Hernieuwbare energie

Solar energy, solar power

Zonne-energie

A solar panel

Een zonnepaneel

A wind turbine

Een windturbine

Nuclear energy

Kernenergie

An appliance

Een apparaat

A passive house

Een passiefhuis

Domestic waste

Huisafval

Industrial waste

Industrieel afval

Hazardous/ toxic waste

Gevaarlijk afval, schadelijk afval

Waste management/ disposal

Afvalverwerking

To dispose of waste

Afval verwerken

A landfill

Een stortplaats

Biodegradable

Biologisch afbreekbaar

To recycle

Recycleren

Car-sharing

Autodelen

Green GDP

Groen BBP

A trade-off

Een afweging

A win-win

Een win-win

Feasibility

Haalbaarheid; uitvoerbaarheid

Scal(e)able

Schaalbaar

A non-governmental organization (NGO)

Een niet-gouvernementele organisatie (NGO)

To campaign

Campagne voeren

A campaign

Een campagne

To protest

Protesteren

(A) protest

Een protest

To (go on) strike

Staken

A third-world country

Een derdewereldland

A developing country

Een ontwikkelingsland

A developed country

Een ontwikkeld land

To industrialize

Industrialiseren

Emerging markets/ economies

Groeimarkten, opkomende markten

The standard of living

De levensstandaard

The haves and have nots

Degenen die (bijna) alles en degenen die (bijna) niets bezitten

Working/ labour practices

Arbeidspraktijk

A sweatshop

Een sweatshop

Child labour

Kinderarbeid

To exploit

Uitbuiten, benutten

A code of conduct

Een gedragscode

To comply with

Naleven; voldoen aan

To regulate

Regelen; reglementeren; voorschrijven

Regulations

Regeling; reglementering; voorschrift

To monitor

Toezien op; controleren

A labor union (AME), a trade union (BrE)

Een vakbond

Ethical investment

Ethische investering

Ethics

Ethiek

ethical standard

morele norm

to set a standard

het niveau bepalen, de norm vastleggen

to meet standards

aan de gestelde eisen voldoen

socially responsible

maatschappelijk verantwoord

Corporate Social Responsibility (CSR)

maatschappelijk verantwoord ondernemen

the community

de gemeenschap

a climate treaty

een klimaatakkoord

obsolescence

(economische) veroudering

obsolete

verouderd, in onbruik geraakt

globalization

globalisering

deglobalization

deglobalisering

the global village

werelddorp

national sovereignty

nationale soevereiniteit

nationalism

nationalisme