Dutch Nouns
Studied by 0 people
Knowt Play
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/68
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
69 Terms
De Man
The Man
De Vrouw
The woman
De Jongen
The Boy
Het Kind
The kid
Het Meisje
The Girl
De Melk
The Milk
De Appel
The Apple
Het Brood
The Bread
Het Sap
The juice
Het Water
The Water
De Rijst
The Rice
De Botherham
The Sandwhich
De Krant
De Newspaper
Het Menu
The Menu
Het Boek
The Book
De Wijn
The Wine
Het Bier
The Beer
Het Tijdschrift
The Magazine
Het Speeltje
The toy
De Functie
The job
De Worst
The sausage
Het Vlees
The Meat
De Vis
The fish
Het ei
The egg
De thee
The Tea
De koffie
The coffe
De kip
The chicken
De Kaas
The Cheese
De Suiker
The sugar
Het middageten
The lunch
De Pasta
The pasta
Het fruit
The fruit
Het ontbijt
The breakfast
De Tomaat
The tomato
De sinaasappel
The Orange
De aardbei
The strawberry
De Banaan
The banaan
Het avondeten
The dinner
De maaltijd
The meal
De soep
The soup
De groente
The vegetables
Het glas
The glass
Het bord
The plate
Het zout
The salt
De peper
The pepper
Honger
Hunger
Dorst
Thirst
De Kat
Cat
De Vogel
Bird
De mens
The human
Het Dier
The animal
De Muis
mouse
De Hond
Dog
Het paard
Horse
De olifant
Elephant
De Koe
Cow
Het konjin
Rabbit
De schildpad
turtle
De uil
Owl
Het Hert
Deer
Het Schaap
Sheep
De Gans
Goose
Het varken
Pig
De beer
Bear
De staart
Tail
De neushoorn
Rhinoceros
De spin
spider
De Koorn
Horn
De krab
Crab
Note 
Flashcards (84)