nask nova hoofdstuk 4 1/2 mavo/havo

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/15

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

16 Terms

1
New cards

geleider

Stof waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen.

2
New cards

isolator

Stof die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaat.

3
New cards

lading

hoeveelheid elektriciteit. Een elektrische stroom bestaat uit lading die door de onderdelen van een stroomkring beweegt.

4
New cards

schakelaar

Onderdeel van een stroomkring waarmee je de stroomkring kunt openen of sluiten. Hiermee kun je de stroomkring sluiten en het lampje laten branden of openen waardoor het lampje uit gaat.

5
New cards

stroomkring

Een geheel van geleidende delen van snoeren, lampen enzovoort, waar stroom doorheen kan lopen.

6
New cards

stroommeter (ampèremeter)

Instrument waarmee je kunt bepalen hoe groot de stroom door een stroomkring is. Hiermee meet je dus de stroomsterkte in ampère in de stroomkring.

7
New cards

stroomsterkte

Hoeveelheid lading die per seconde voorbijkomt op een punt in de stroomkring.

De eenheid is ampère (A) en de grootheid is I (hoofdletter i)

8
New cards

netspanning

Spanning die op stopcontacten staat. In Nederland is dit 230 V.

9
New cards

spanning

Een maat voor hoeveel elektrische energie elk deeltje met zich meedraagt.

Een soort 'elektrische druk': hoe groter de spanning, hoe groter de 'druk' waarmee de lading door de stroomkring wordt gevoerd.

Eenheid volt (V) en de grootheid is U

10
New cards

spanningsbron

Het onderdeel van een stroomkring dat de spanning levert. Bijvoorbeeld een batterij of een accu.

11
New cards

spanningsmeter (voltmeter)

Instrument waarmee je de spanning kunt meten in Volt.

12
New cards

Parallelschakeling

Een schakeling met meerdere stroomkringen (of vertakkingen). Waarbij de stroom verdeeld worden over de apparaten/lampjes en de spanning overal hetzelfde is. Als 1 apparaat/lampje stuk gaat blijven de andere lampjes branden.

13
New cards

serieschakeling

Een schakeling met 1 stroomkringen zonder vertakkingen waarin alle apparaten/lampjes achter elkaar geschakeld zijn. Waarbij de stroom overal even groot is en de spanning verdeeld wordt over de apparaten/lampjes. Als 1 apparaat/lampje stuk gaat gaat alles uit.

14
New cards

schakelschema

een eenvoudige tekening van een schakeling waarin je symbolen gebruikt

15
New cards

totale stroomsterkte

De stroomsterkte in het niet-vertakte gedeelte van een parallelschakeling dus in het deel van de spanningsbron naar de eerste vertakking.

16
New cards

Vermogen

De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt. De eenheid is watt (W). De grootheid is P.