Basis van innoveren

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
Get a hint
Hint

Wat is innoveren?

1 / 57

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

innovatiemanagement

58 Terms

1

Wat is innoveren?

Het introduceren van ‘nuttige’ vernieuwingen

New cards
2

Wat is creativiteit?

Het vermogen om originele ideeën te bedenken

New cards
3

Wat is uitvinden?

Het ontdekken van nieuwe methoden, middel of apparaat

New cards
4

innoveren

Proces van omzetten uitvinding of creatief idee

→ commercieel gezien bruikbaar of waardevol

= dus toepassen van uitvindindingen

New cards
5

Wat is innovatiemanagement?

Leidinggeven innovatieprocessen in organisaties

New cards
6

Wat doet innovatiemanagement?

  • ontwikkelt innovaties snel, goed & goedkoop

  • zorgt bedrijf steeds nieuwe innovaties heeft & relevant blijft

  • geen boekwijsheid maar tool

New cards
7

Waarom innoveren?

  • verandering = enige constante

  • zonder zijn er geen nieuwe industrieën

  • verandertempo neemt toe

  • overleving bedrijf hangt af van tempo vernieuwing

  • globalisering = kans & noodzaak om innoveren

New cards
8

Waarom falen bij bedrijven?

  • ‘innoveren is niet nodig’

  • angst voor verandering

  • geen risico’s durven nemen

  • geregeerd door de waan van de dag

New cards
9

Wat is shake-out?

Tijdens crisis na hype verdwijnen veel nieuwe bedrijven

New cards
10

Waarom falen bij consument?

  • loss aversion

  • Endownment effect

  • Status quo bias

New cards
11

Wat is loss aversion?

Wegen de voordelen (3x) op tegen de nadelen?

New cards
12

Wat is endownment effect?

We waarderen producten die we al hebben het meest.

New cards
13

Wat is status quo bias?

We willen niet altijd nieuwe producten

New cards
14

experiment status quo bias

Kahneman & Tversky: koffiemok of chocolade?

New cards
15

Waarom is innoveren toekomstdenken?

Het is het systematisch in kaart brengen wat in de toekomst nodig is

New cards
16

Door wat kunnen we in kaart brengen wat in de toekomst nodig is?

  • in spelen op het heden (gevolgen van heden ontwikkeling)

  • toekomst zelf vorm geven

New cards
17

Hoe kunnen we in kaart brengen wat in de toekomst nodig is?

  • trendanalyse

  • scenarioanalyse

  • literatuuranalyse

  • patentanalyse

  • technologische roadmap

New cards
18

toekomstdenken - trendanalyse

patronen ontdekken verleden & doortrekken

New cards
19

toekomstdenken - scenarioanalyse

bepalen verwachte gevolgen van toekomstige situaties

New cards
20

toekomstdenken - literatuuranalyse

in kaart brengen kennis waar veel publicatie van is

New cards
21

toekomstdenken - patentanalyse

vergelijkbare analyse, toegespitst op octrooien

New cards
22

toekomstdenken - technologische roadmap

identificeren noodzakelijke technologieën om gewenste producten te kunnen aanbieden

New cards
23

product/dienst innovatie

  • aanbieden nieuwe goederen of producten

  • zowel kernproduct als aanvullende elementen

  • klant ziet geen verschil → geen innovatie

New cards
24

Hoe kunnen we product/dienst innoveren?

  • product goedkoper maken

  • product beter maken

  • nieuw product die totaal nieuwe behoeftes voldoet

New cards
25

technologische productinnovatie

Creëren van technologische nog nooit eerder gemaakt

New cards
26

concept productinnovatie

bestaande technologie om probleem slimmer op te lossen

New cards
27

marketinginnovatie

  • als organisatie product aanbieden aan nieuwe klantengroepen

New cards
28

procesinnovatie

verbetering manier waarop organisatie producten voortbrengt & aan doelgroep aanbiedt

denk aan:

  • levering via drones

  • kinder surprise

New cards
29

Door wat procesinnovatie?

  • zelfde product aan lagere kost produceren

  • kwalitatief beter

  • processen zodanig veranderen → sneller kunnen reageren op veranderingen van vraag

New cards
30

bedrijfsmodel/organisatorische innovatie

  • proces, product & markt tegelijk innoveren

  • manieren:

    • personalisatie/maatwerk tegen lage prijs

    • gesloten kringloop/circulaire economie

    • delen van bezittingen

    • prijs gebaseerd op verbruik

    • samenwerking met partners

    • flexibele organisatie

New cards
31

Waarvoor worden Doblin’s 10 vormen van innovatie gebruikt?

Om elementen in bedrijf te identificeren die geïnnoveerd kunnen worden → concurrentie blijven of worden.

Productinnovatie is makkelijk te kopiëren, door Doblin’s gaat concurrent minder snel kopiëren.

New cards
32

Doblin’s 10 vormen van innovatie

  • profit model

  • network

  • structure

  • process

  • product performance

  • product system

  • service

  • channel

  • brand

  • customer engagement

New cards
33

Doblin’s 10 - configuration

  • profit model

  • network

  • structure

  • process

New cards
34

Doblin’s 10 - offering

  • product performance

  • product system

New cards
35

Doblin’s 10 - experience

  • service

  • channel

  • brand

  • customer engagement

New cards
36

Wat is profit model?

Continu zoeken naar manieren om inkomsten te verhogen. Bedrijf onderzoeken wat klanten waarderen.

New cards
37

Wat is network?

Onderdeel van samenwerkingsstrategie, elk bedrijf is verbonden. Interne capaciteit beoordelen in staat innovatie succesvol maken of partner nodig?

New cards
38

Wat is structure?

Vermogensbeheer. Activa structureren om te onderzoeken hoe deze meer waarde kan hebben.

New cards
39

Wat is process?

Technieken voor produceren of vermarkten van goederen. Verbeteren van de effectiviteit of efficiëntie zaken doen.

New cards
40

Wat is product performance?

Product- & procesinnovatie snel gekopieerd, continu vernieuwen.

New cards
41

Wat is product system?

Omvat samengevoegde producten & diensten. Doel: onderzoeken hoe producten & diensten gecombineerd worden.

New cards
42

Wat is service?

Helpen klantenbestand verbeteren, goede service → komen terug

New cards
43

Wat is channel?

Hoe bedrijf contact met klant, zichtbaarheid.

New cards
44

Wat is brand?

Onderscheiden, doel: merk gekozen ipv concurrenten, begrijpen van de klant

New cards
45

Wat is customer engagement?

Evalueren, betrekking op interactie klant.

New cards
46

Wat doen de meest succesvolle innovaties?

innovatietypes combineren

New cards
47

marktgedreven

klant vormt bron, geven noden aan

New cards
48

reactief

= marktgedreven

New cards
49

tenologiegedreven

technologie achter innovatie zorgt voor nuttige vernieuwing

  • grotere kans op mislukking

New cards
50

proactief

= technologiegedreven

New cards
51

Hoge impact op de markt & lage nieuwe technologie

Architecturale innovatie

New cards
52

architecturale innovatie

  • fundamentele verandering, componenten verhouden of werken samen, zonder individuele componenten aanpassen

  • nieuwe klantensegmenten of oude behouden

New cards
53

Hoge impact op de markt & hoge nieuwe technologie

Disruptie

New cards
54

Disruptie

= verstoring

  • nieuwe toetreder markt, volledig nieuwe markt → bestaande kan disrupten

  • vinylplaat → CD → mp3 → iPod → Spotify

New cards
55

Lage impact op de markt & lage nieuwe technologie

Incrementele innovatie

New cards
56

Incrementele innovatie

  • stapgewijs, kan heel klein zijn

  • in beperkte maten nieuwe technologie

  • kan door: nieuwe productlijn, toevoegen bestaande productlijn, verbeteren bestaande productlijn, herpositionering

New cards
57

Lage impact op de markt & hoge nieuwe technologie

Radicale innovatie

New cards
58

Radicale innovatie

  • nieuwe markt/marktsegment, door inzet vernieuwde technologie, bestaat meestal soortgelijk product

  • bieden betere prestatie

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 12 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 29 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 17 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 22 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 6501 people
... ago
4.9(26)
note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
4.0(1)
note Note
studied byStudied by 111 people
... ago
5.0(2)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (70)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (49)
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (23)
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (32)
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (32)
studied byStudied by 4 people
... ago
4.0(1)
flashcards Flashcard (47)
studied byStudied by 17 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (44)
studied byStudied by 52 people
... ago
4.5(2)
flashcards Flashcard (46)
studied byStudied by 16 people
... ago
5.0(1)
robot