toneeltermen ned

studied byStudied by 2 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 108

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Language

12th

109 Terms

1
deus-ex-machina
een godheid die hen redt uit een benarde situatie
New cards
2
travestie
Toneelrol waarbij de speler een persoon van de andere sekse uitbeeldt.
New cards
3
regisseur
persoon die de repetities leidt
New cards
4
raisonneur
vriend of verwant van hoofdfiguur die dient als een spreekbuis van de auteur
New cards
5
droog repeteren
repetities waarbij men nog geen bewegingen maakt, alleen maar de tekst zegt
New cards
6
première
de eerste voorstelling van een nieuw stuk
New cards
7
scenograaf
de persoon die het decor en de kostuums ontwerpt
New cards
8
open doekje
applaus midden in een scène
New cards
9
antagonist
de tegenspeler die de hoofdrolspeler naar de crisis leidt
New cards
10
tournee
een voorstelling waarbij men in meerdere zalen gaat spelen
New cards
11
play in the play
een toneel dat wordt opgevoerd in het eigenlijke toneel
New cards
12
typecasting
de specialisatie van een acteur
New cards
13
tafelwerk
De eerste kennismaking met de nieuwe toneeltekst
New cards
14
protagonist
de hoofdrolspeler die de intrige ondergaat
New cards
15
grime
het schminken
New cards
16
dramaturg
de persoon die zich bezighoudt met de keuze en de bewerking van de stukken
New cards
17
figurant
iemand de een kleine rol vervult in het stuk
New cards
18
rekwisiteur
de persoon die verantwoordelijk is voor alle voorwerpen die in de voorstelling worden gebruikt
New cards
19
productieleider
De 'duivel-doet-al' van het toneel. Hij coördineert het hele gebeuren en zorgt dat alles goed draait
New cards
20
monoloog
Een stuk waarin maar één speler voorkomt.
New cards
21
afgaan
Het podium verlaten. Soms ook: als het stuk geen succes heeft.
New cards
22
machinist
hij zorgt voor de plaatsing van het decor
New cards
23
generale
de laatste repetitie
New cards
24
draaiboek
Een notitieboek met rechts de toneeltekst en links alle regieaanwijzingen, lichtstanden en geluidseffecten.
New cards
25
cast
naam voor het geheel van acteurs die in een stuk spelen
New cards
26
Het Toneelhuis
Het officiële gezelschap in Antwerpen.
New cards
27
schmieren
opzettelijk de voorstelling verstoren door je medespelers te doen lachen
New cards
28
auditie
Selectieprocedure waarbij men kandidaten test of ze geschikt zijn voor een rol.
New cards
29
doublure
eenzelfde acteur speelt twee of meer kleinere rollen
New cards
30
doublure
een stuntdubbel
New cards
31
mis-en-scène
het ineenzetten van een stuk
New cards
32
maquette
een miniatuuruitvoering in karton of hout op schaal van het podium met de decorstukken
New cards
33
souffleur
persoon die de woorden fluistert als de acteurs hun tekst vergeten
New cards
34
blank staan
Dit wordt gezegd van een speler die op het toneel zijn tekst niet meer weet.
New cards
35
claus
passage in het stuk die door een acteur achter elkaar gesproken wordt.
New cards
36
rekwisiet
voorwerp dat nodig is bij een toneelvoorstelling
New cards
37
royalty
auteursrechtelijke vergoeding die een schrijver krijgt telkens een stuk van hem wordt opgevoerd.
New cards
38
apotheose
indrukwekkend einde van een voorstelling
New cards
39
eenakter
Een toneelstuk in één bedrijf, ongeveer 15 tot 40 minuten lang.
New cards
40
componist
iemand die muziekstukken schrijft
New cards
41
scene
het kleinste onderdeel van een toneelstuk
New cards
42
choreograaf
Ontwerpt de dans en begeleidt acteurs voor bepaalde moeilijke bewegingen (bv. een vechtpartij).
New cards
43
bedrijf
deel van een toneelstuk opgebouwd uit een aantal scènes
New cards
44
climax
een hoogtepunt in een verhaal
New cards
45
recensent
iemand die beoordelingen schrijft
New cards
46
casting
het kiezen van acteurs voor een bepaalde rol
New cards
47
coté cour
De rechterkant van het podium van het publiek uit bekeken.
New cards
48
coté jardin
toneelterm voor links vanuit het publiek bekeken
New cards
49
toneelmeester
iemand die belast is met de zorg voor de decors en de verandering daarvan tijdens het spel
New cards
50
layouter
ontwerper van logo's, folders, ...
New cards
51
acteur
speelt toneel
New cards
52
scenario
de toneeltekst met regieaanwijzingen
New cards
53
auteur
de schrijver van een tekst
New cards
54
regieassistent
een assistent die een regisseur helpt
New cards
55
plot
de intrige of korte samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen in een verhaal
New cards
56
lichtontwerper
zorgt voor het licht in een toneelopvoering
New cards
57
coté jardin
linker kant van het podium vanuit het publiek bekeken
New cards
58
geluidstechnicus
verantwoordelijke voor het geluid in een toneelopvoering
New cards
59
pantomime
een toneelstuk met alleen gebaren en mimiek
New cards
60
machinisten
zij veranderen het decor tijdens een toneelopvoering
New cards
61
rekwisieten
voorwerpen die tijdens een toneelvoorstelling gebruikt worden
New cards
62
scène
het kleinste onderdeel van een toneelstuk afgebakend door een wisseling van acteurs of een andere locatie
New cards
63
coulissen
de delen van het speelvlak die voor het publiek niet zichtbaar zijn
New cards
64
grimeur
persoon die de spelers schminkt
New cards
65
Antagonist
de benaming voor de tegenspeler van het hoofdpersonage
New cards
66
repertoire
alle toneelteksten die een toneelgroep dat jaar zal spelen
New cards
67
generale repetitie
de laatste repetitie voor de première
New cards
68
decor
achtergrond van een toneelopvoering
New cards
69
producent
de geldschieter voor een toneelproductie
New cards
70
trek
de naam die men geeft aan het mechanisme waarmee de decorstukken op en neer worden bewogen
New cards
71
ook opvoeringsanalyse: mimiek
gezichtsuitdrukkingen , enkel gezicht
New cards
72
volgspot
Naar alle kanten beweegbare schijnwerper met hoge lichtintensiteit die een scherpomlijnde ronde lichtvlek geeft.
New cards
73
pan
horizontale beweging van een lichtbron
New cards
74
perch
metalen buis die in de toneeltoren hangt
New cards
75
lichtbrug
Smal platform boven het toneel of de zaal waaraan schijnwerpers bevestigd kunnen worden.
New cards
76
loge
een kamertje met zeteltjes en kussentjes met een afgeschermde kijk op het toneel, voor de hogere stand.
New cards
77
faden
een bepaalde lichtstand of een geluid langzaam laten afnemen
New cards
78
crossfade
lichtovergang waarbij oude "" geleidelijk wordt overgenomen door de nieuwe lichtstand
New cards
79
vestiaire
plaats waar men zijn jas veilig kan achterlaten
New cards
80
galerij
De goedkoopste plaatsen, vroeger voor het 'gewone volk' dat tevreden moest zijn met een eenvoudige stoel of zelfs een staanplaats helemaal bovenaan.
New cards
81
tilt
verticale beweging van de lichtbron
New cards
82
dimmen
De intensiteit van het licht langzaam terugnemen.
New cards
83
artiestenfoyer
De wachtkamer voor de acteurs waar zij hun beurt kunnen komen afwachten in rust en concentratie voor ze moeten opkomen.
New cards
84
brood, anker, kluit
Tegengewicht dat het mogelijk maakt om zware decorstukken van meer dan 200 kilo via een katrolmechanisme toch door één persoon zonder moeite te doen ophijsen
New cards
85
poot
Zwart gordijn dat de coulissen afsluit van de scène.
New cards
86
parterre, stalles
De zitplaatsen op het 'gelijkvloers', recht voor de scène. Hier bevinden zich de beste en duurste plaatsen.
New cards
87
foyer
de ruimte waar het publiek tijdens de pauze een drankje kan nuttigen
New cards
88
balkon
de plaatsen op een verdieping aan de zijkanten van de zaal
New cards
89
donkerslag
Lichteffect waarbij alle lichten plots worden gedoofd. Kan worden gebruikt om het einde van een bedrijf aan te geven.
New cards
90
opvoeringsanalyse:
New cards
91
fysionomie/ lichamelijkheid
gelaatstrekken, uiterlijk voorkomen
New cards
92
opvoeringsanalyse:
New cards
93
kostuum
keuze kleding bepaalt visie op personage en betekenis van het stuk
New cards
94
opvoeringsanalyse:
New cards
95
gestiek
heel het lichaam in beweging, om personage te karakteriseren, en gevoelens te laten blijken
New cards
96
opvoeringsanalyse:
New cards
97
nabijheid/proxemiek
lichaamstaal, houding van personage tegenover een relatie,
New cards
98
opvoeringsanalyse:
New cards
99
ruimtegestiek
beweging van een personage in de ruimte , rechts en links opkomen hebben betekenissen,
New cards
100
opvoeringsanalyse:
New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 9 people
354 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 22 people
695 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
956 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 721 people
321 days ago
4.5(2)
note Note
studied byStudied by 11 people
868 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 42 people
868 days ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 94 people
807 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 221 people
342 days ago
5.0(3)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 32 people
518 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (81)
studied byStudied by 13 people
44 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (110)
studied byStudied by 37 people
427 days ago
5.0(3)
flashcards Flashcard (97)
studied byStudied by 14 people
820 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (53)
studied byStudied by 4 people
680 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (542)
studied byStudied by 32 people
854 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (78)
studied byStudied by 35 people
462 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (29)
studied byStudied by 12 people
20 hours ago
4.0(1)
robot