Osteologie Columna vertebralis

Benoem

Atlas, C1 wervel

Benoem hoe herken je deze

Axis, C2 wervelQ

Je herkent deze door de dens die craniaal staat andere cervicale wervels hebben dit niet

Welke wervels zijn dit

De cervicale wervels (C1-C7)

Welke wervels zijn dit

Thoracale wervels (T1-T12)

Welke wervels zijn dit

Lumbale wervels

Benoem

Os sacrum

Benoem

os coccygis

Benoem vooraanzicht

1. Ligamentum longitudinale anterius

   6. Ligamenta intertransversaria

Benoem zijaanzicht

1. lig. longitudinale anterius

2. Lig. longitudinale posterius

3. Lig. flava

4. Lig. interspinalia

5. lig. supraspinalia

6. Lig. intertransversaria

Benoem dorsaal zicht

5. lig. supraspinalia

6. lig. intertransversaria

   3. lig. flava

Benoem ventraal zicht

3. lig flava

   6. lig intertransversaria

Benoem (+ verderzetting van wat?)

1. Lig. sarococcygeul ventrale

   1. → verderzetting van lig. longitudinale anterius

2. Lig. sacrococcygeul dorsale profundum →

   1. verderzetting van lig. longitudinale posterius.

Lig

Wat is dit + beschrijf de definitie

Kyphose: felle dorsale convex v/d wervelkolom

Wat is dit + beschrijf de definitie

Lordose: extreme convex naar ventraal

Wat is dit + beschrijf de definitie

Scoliose: lateraalwaartse kromming + rotatie van de wervels

Functie columna vertebralis

• beschermen van het ruggenmerg

• beschermen van de in- en uittredende zenuwelementen

• ondersteunen van het hoofd

• overbrengen van het lichaamsgewicht op de onderste ledematen

• beweging van de romp mogelijk maken

• laat de ledematen toe te bewegen

Benoem de gemeenschappelijke kenmerken van de wervels

1. Corpus vertebrae (wervellichaam)

2. Foramen vertebrale (wervelgat)

3. Arcus vertebrae (wervelboog)

Wat staat er onder het zwart

De corpus vertebrae

Benoem.

1. Pediculus arcus vertebrae

2. Incisura vertebralis superior (de rand)

3. Incisura vertebralis inferior (rand)

5. Lamina arcus vertebrae '(beide kanten)

Benoem

1. Pediculus arcus vertebrae

   5. Lamina arcus vertebrae

   6. Foramen vertebrale

Wat is dit (holte)

Foramen intervertebrale

Benoem

1. processus spinosus

2. Processus transversus

3. Processus articularis superior

4. Processus articularis inferior

Benoem

1. processus spinosus

2. Processus transversus

3. Processus articularis superior

4. Processus articularis inferior

Benoem

1. d

2. Processus transversus

3. Processus articularis superior

4. Processus articularis inferior

Algemene kenmerken vertebrae cervicales (Corpus, foramen vertebrale, processus spinosus,)

Het lichaam licht ventraal hoger dan dorsaal

Het foramen vertebrale is Driehoekig

De processus spinosus heeft een gespleten uiteinde op C7 is er geen gespleten uiteinde maar een prominente processus spinosus (Vertebra prominens)

Algemene kenmerken cervicale wervels (processus transversus(4-7)

• foramen transversarium (4): opening waardoor de
  a. vertebralis naar de hersenen verloopt delen: - tuberculum anterius (5)
  • afwezig thv C7
  • zeer sterk ontwikkeld op C6
  - tuberculum posterius (6)

• Sulcus n.spinalis (7): aan de binnenzijde van de processus transversus, de spinale zenuwen verlopen langs hier.

Benoem + zicht

Craniaal zicht

1. Corpus
2. Foramen vertebrale
3. Processus spinosus
4. Foramen transversarium
5. Tuberculum anterius
6. Tuberculum posterius
7. Sulcus n spinalis
8. Processus articularis superior
9. Processus articularis inferior
Faculteit Bewegings- & Revalidatiewetenschappen

1. 
   

Benoem + zicht

Caudaal zicht

9. processus articularis inferior

Benoem + welke doorsnede?

Sagittale doorsnede

3.processus spinosus

6.tuberculum posterius

8. processus articularis superior

9. processus articularis inferior

Specifieke kenmerken Atlas (C1)

GEEN corpus vertebrae

GEEN processus spinosus

1. Massa lateralis

   Craniaal en caudaal gewrichtsvlak. Bevat Fovea articularis superior en inferior

2. Fovea articularis superior (2)

   Vormt een gewricht met 3

3. Fovea articularis inferior (3)

   Vormt een gewricht met 2

4. Arcus anterior

   Vervangt corpus vertebrae. Bevat tuberculum anterius en fovea dentis

5. Tuberculum anterius

6. Fovea dentis (dorsale zijde van de dens v C2)

7. Arcus posterior

   Bevat 8 en sulcus a. vertebralis: craniale groeve voor a. vertebralis.
   

Specifieke kenmerken AXIS

Ook wel de hoofddraaier genoemd

1. Dens

   Bevat facies articularis anterior (2) en de facies articularis posterior (3)

2. Facies articularis anterior

3. Facies articularis posterior

4. Processus articularis superior

Benoem + welke wervel is dit

Axis (C2)

1. Dens

2. Facies articularis anterior

   4. Processus articularis superior

   5. processus articularis inferior

Algemene kenmerken vertebrae thoracicae (benoem)

Ventraal lager dan dorsaal (dorsale kyphose)

1. Fovea costalis superior

2. Fovea costalis inferior

3. Foramen vertebrale → ronde vorm

4. Processus spinosus → enkelvoudige knobbel

5. Processus transversus (5) → geen foramen transversarium. bevat fovea costalis transversalis (6)

6. Fovea costalis transversalis

7. Processus articularis superior

8. Processus articularis inferior

Denk aan een giraf

Specifieke kenmerken van T1,T10,T11,T12

T1 - Samengevoegd fovea costalis superior

T10 Geen fovea costalis inferior

T11 volledig gewrichtsvlak voor de 11e rib craniaal
° geen fovea costalis tranversalis

T12 Veel kenmerken van de lendenwervels

Hoeveel wervels zijn er en wat gebeurt er naarmate je caudaal gaat

7 cervicale wervels (vertebrae cervicalis) C1-C7

12 vertebrae thoracicae (thoracale wervels) T1-T12

5 vertebrae lumbalis (lumbale wervels) L1-L5

5 vertebrae sacralis (S1-S5) → vormen samen os sacrum

4 vertebrae coccygea (Co1-Co4) → vormen samen os coccygis

Totaal 33 wervels

Ze worden zwaarder en groter (wervelkolom lengte van +-70

Soms wordt de T van de thoracale wervels verander door?

Een D

Wat zijn de normale convexen van een volwassenen

Cervicale curvatuur → convex naar ventraal

Dorsale (thoracale) → convex naar dorsaal

Lumbale → convex naar ventraal

Bekkencurvatuur → convex naar dorsaal

Functies van de collumna vertebralis

-beschermen van het ruggenmerg
- beschermen van de in- en uittredende zenuwelementen
- ondersteunen van het hoofd
- overbrengen van het lichaamsgewicht op de onderste
ledematen
- beweging van de romp mogelijk maken
- laat de ledematen toe te bewegen

Vertebrae lumbales herkennen

Denk aan een ‘moose’

wat voor soort wervel is dit

Lumbale

Benoem + wat voor wervel Sagittale doorsnede

1. Corpus
2. .
3. Processus spinosus
4. Processus costarius
5. Processus mamillaris
6. /.
7. Processus articularis superior
8. Processus articularis inferior
Lumbale wervel

Benoem + wat voor wervel Transversale doorsnede (caudaal)

1. Corpus
2. Foramen vertebrale
3. Processus spinosus
4. Processus costarius
5. Processus mamillaris
6. Processus accessorius
7. …
8. Processus articularis inferior

Wat is aangeduid met de stippenlijn (begint linksonder)

Facies pelvina

Benoem (dorsaal)

1. processus articularis superior

2. canalis sacralis

Benoem ventraal

1. Lineae transversae

2. foramina sacralia pelvina

3. promontorium

4. apex ossis sacri

Benoem dorsaal

1. Crista sacralis mediana
2. Crista sacralis intermedia
3. Crista sacralis lateralis
4. Foramina sacralia dorsalia
5. Hiatus sacralis

Benoem transversale doorsnede (craniaal)

1. Basis ossis sacri
2. Pars lateralis
3. Canalis sacralis
4. Crista sacralis mediana

Benoem dorsaal

1. Co1
2..
3. Cornua coccygea
4. Processus transversus

Os coccygis

Benoem ventraal

1. Co1
2. Apex ossis sacri
3. Cornua coccygea
4. Processus transversus
Faculteit Bewegings- & Revalidatiewetenschappen

Benoem sagitale doorsnede

3. cornua coccygea

4. processus transversus