1/31
Deze flashcards bevatten belangrijke termen en definities die zijn afgeleid van de lezingen over speltheorie, innovatiestrategieën en businessmodellen.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Speltheorie
Onderzoekt interactieve besluitvorming waarbij organisaties interdependent zijn.
Payoff Matrix
Een matrix die de spelers, hun keuzes, en doelen definieert.
Rationaliteit
Actoren streven naar maximalisatie van eigen voordeel.
Empathie
Het vermogen om te voorspellen wat de ander zal doen.
Open Innovatie
Combineren van interne en externe ideeën voor innovatie.
Closed Innovation
Veronderstelt dat de beste talenten intern worden vastgehouden.
Alliantieparadox
Problemen die voortkomen uit cultuurverschillen en besluitvormingsnelheid.
Value Net Analysis
Analyseert externe afhankelijkheden tussen concurrenten en complementors.
Concurrent
Een speler die de waarde van jouw product vermindert.
Complementor
Een speler die de waarde van jouw product vergroot.
Concurrentiestrategie
Een plan om je eigen positie ten opzichte van concurrenten te versterken.
Hybride strategieën
Combinatie van kostenvoordelen, differentiatie en innovatie.
Ambidexteriteit
Balans tussen exploitatie en exploratie in organisaties.
Customer experience modellen
Modellen gericht op de klantbeleving in de business strategie.
CAGE Distance Framework
Analysemethode die culturele, administratieve, geografische en economische afstand meet.
Growth-Share Matrix
Toont de portfolio-positie op basis van marktaandeel en marktgroei.
Global Strategy
Hoge integratie met lage responsiviteit, zoals bij Coca-Cola.
Multi-domestic Strategy
Lage integratie met hoge responsiviteit, zoals bij Unilever.
Transnational Strategy
Hoge integratie en hoge responsiviteit, vereist mondiale coördinatie.
Business Model Innovatie
Omvat waardepropositie en logica van waardecreatie en -captatie.
Credible commitments
Verplichtingen die het risico op opportunistisch gedrag verminderen.
Ecosysteem Innovatie
Innovatie die plaatsvindt in een multilateral netwerk.
Schaalvoordelen
Voordelen die voortkomen uit productie op grotere schaal.
Technologische shifts
Veranderingen in technologie die marktstructuren beïnvloeden.
R&D-allianties
Samenwerkingen gericht op onderzoek en ontwikkeling.
Tijdstructuur
Verdeelt spellen in korte versus lange termijn strategieën.
Informatie-asymmetrie
Situatie waarin informatie niet gelijkmatig verdeeld is tussen spelers.
Mindset voor samenwerking
Een noodzakelijke houding voor succesvolle samenwerking tussen bedrijven.
Organisatiecultuur
De waarden en gedragingen die de manier van werken binnen een organisatie beïnvloeden.
Marktexperimenten
Experimenten uitgevoerd op de markt om product- en dienstconcepten te testen.
Strategische fit
De mate waarin de strategieën van partners elkaar aanvullen.
Oplossing op systeemniveau
Aanpak die gericht is op het oplossen van complexe maatschappelijke problemen.