Woordenschat Soft Skills 2 (tekst 1)

Flashcards om belangrijke termen en definities van soft skills en bedrijfseconomische context te leren.

Dominantie

Verwijst naar het overheersen of de macht hebben over iets of iemand, vaak in sociale of politieke context.

Groene leningen

Leningen verstrekt voor duurzame projecten, zoals energiezuinige woningen en ecologische initiatieven.

Primeur

De eerste keer dat iets bekendgemaakt of uitgevoerd wordt, vaak in de media.

Conto

Rekening of tegoed, vaak in financiële context.

Uithangbord

Een bord buiten een gebouw of iemand die symbool staat voor een organisatie.

Comeback

Een terugkeer naar succes of populariteit na afwezigheid of tegenslag.

Spraakmakendheid

Iets dat veel aandacht of discussie oproept, vaak omdat het bijzonder of controversieel is.

Crucialiteit

Iets dat van essentieel belang is voor een bepaalde situatie of uitkomst.

Wankelheid

De eigenschap van iets dat onstabiel of niet stevig is.

Torsen

Het dragen van een zware last of verantwoordelijkheid, vaak figuurlijk.

Handdoek

In de ring gooien betekent dat je opgeeft of stopt met iets.

Stoutmoedigheid

Gedurfde en angstloze handelingen, vaak met ondernemerschap.

Onbeschaamdheid

Het ontbreken van schaamte of terughoudendheid, soms brutaal.

Beursgang

Het proces waarbij een bedrijf zijn aandelen voor het eerst aanbiedt op de beurs.

Pronken

Opvallend tonen of zich trots vertonen met iets.

Orderboek

Een overzicht van alle koop- en verkooporders, vaak van financiële producten.

Branie

Gedurfde zelfverzekerdheid, soms arrogant.

Mispakken

Zich vergissen in een inschatting of verwachting.

Opschaling

Het vergroten of uitbreiden van een bedrijf of proces.

Daadkracht

Het vermogen om snel en effectief beslissingen te nemen.

Knowhow

Specifieke vakkennis en expertise binnen een bepaald gebied.

Ondermaats

Minder dan het verwachte of vereiste niveau.

Tekenend

Kenmerkend of veelzeggend voor een bepaalde situatie.

Manoeuvre

Een doelgerichte of strategische handeling.

Icarus

Verwijst naar overmoed en het negeren van grenzen, leidend tot mislukking.

Mondialiteit

Verwijst naar iets dat de hele wereld betreft.

Meting

Het bepalen van de omvang, waarde of kwaliteit van iets.

Noodlijdendheid

Verkeert in financiële of economische moeilijkheden.

Businesscase

Een onderbouwde analyse van de haalbaarheid en kosten van een project.

Significantie

Statistisch of economisch gezien betekenisvol.

Terging

Extreem irritant, frustrerend of pijnlijk langzaam.

Regeldrift

Een overdreven neiging om onnodige regels op te stellen.

Importtaksen

Belastingen die door douaneautoriteiten worden geheven op geïmporteerde goederen.

De laatste hordes

Het laatste obstakel dat overwonnen moet worden voordat iets kan beginnen.

Radicaal

Zeer grondig of extreem.

Opschroeven

Verhoogd of geïntensiveerd.

Existentieel

Betreffende het bestaan of wezenlijk van het bestaan.

Bejubeld

Zeer geprezen of toegejuicht.

Roemloos

Zonder eer of erkenning, onopvallend ten onder gegaan.

Zorgen baren

Angst of ongerustheid veroorzakend.

Pionieren

Vooruitstrevend, als eerste iets nieuws proberen.

Verankeren

Stevig vastgelegd of bevestigd.

Doorstart

In staat om opnieuw op te starten na onderbreking.